Drieluik – verzoening van een oneindige afstand

Het wordt weer eens tijd voor een drieluik: these – antithese – synthese. Een soort van, dit keer.

These
Ik lees de roman Van steen en been van de Franse schrijfster Bérengère Cournut (vert. Martine Woudt, uitg. Prometheus, 2010). Het gaat over Ugsuralik, een jonge Inuit-vrouw en de gevolgen van smeltend ijs op Groenland en op haar leven. Het verhaal zelf wordt afgewisseld door liedteksten waarin datgene wordt bezongen (en ‘in het echt’ door een trommel wordt begeleid) dat niet kan worden uitgesproken.

Antithese
Afwisselend hiermee lees ik ter voorbereiding van een avond van een geweldige cursus door Rico Sneller voor de Vrije Academie (over het boek Socrates, Boeddha, Confusius, Jezus van Karl Jaspers) De grote leerrede over het uiteindelijke nirvana van Digha-Nikaya in een vertaling uit het Pali door Jan de Breet en Rob Janssen (uitg. Asoka, 2001).

Wat opviel, was dat dit boek mij op een of andere manier nader staat dan het leven dat Cournut beschrijft, met veel bijgeloof, boze geesten, vervloekingen en wraak tot kannibalisme aan toe. Natuurlijk: de leerrede bevat ook enkele elementen die ‘raar’ zijn, zoals Boeddha’s negatieve houding tot vrouwen, om er maar een te noemen.

Sommige passages uit Cournuts roman, zoals de zelfmoord van De Oude, kennen we ook uit de documentaire ‘De ijsmoord’ (Frontlinie) van Bram Vermeulen (NPO2, 27 oktober 2022). ‘De frontlinie van de klimaatverandering’, aldus Vermeulen. Hoe gaan de Groenlanders daarmee om? Een oud-premier van Groenland memoreert ook dat de Groenlanders anders denken, al willen de Denen (Groenland behoort nog steeds tot Denemarken) dat veranderen. ‘Dat leidt steeds meer tot kortsluiting’, aldus Vermeulen. Volgens een burgemeester die aan het woord komt, is er sprake van een identiteitscrisis. De hoop is gevestigd op onafhankelijkheid.

En opeens snap ik dat dat bijgeloof, die boze geesten en vervloekingen een vorm zijn van antikoloniaal verzet, zoals magie dat in De stille kracht van Couperus ook was.

Synthese
Ter onderbreking van het lezen van de roman en de leerrede, luister ik naar de cd met het werk Environments van de componist Peter Adriaansz door Ensemble Klang (Ensemble Klang Records #11). Een cd die ik won en kreeg van het Muziekgebouw in Amsterdam.
Het is muziek van kleine veranderingen, als de golfjes van een rustige zee, én grote gebaren, als van smeltend ijs. Niet meditatief, maar wel als een meditatie van bijvoorbeeld een Boeddha.

De compositie bestaat uit drie delen. In het eerste deel (Mono) klinken fragmenten uit de roman Zen and the Art of Motorcycle Maintenance (1974) van Robert M. Pirsig. In het tweede deel (Watts) is dat een tekst van de door het boeddhisme beïnvloede schrijver Alan Watts. Het derde en laatste deel (Stereo) is donkerder van sfeer en compositorisch complexer. Hierin staan polariteit en anti-polariteit centraal. Dit deel is gebaseerd op The Principle of Polarity uit de Kybalion.

Ik ervaar uiteindelijk, na lezing van de twee boeken en het beluisteren van het stuk van Adriaansz, met een kleine tekstuele wijziging aan het begin van de tekst, als een soort synthese wat J.W. Schulte Nordholt zei bij de aanbieding van het Liedboek voor de Kerken:

[Muziek] verzoent de oneindige afstand
het maakt het onmogelijke waar
het onbewuste bewust
het bewijst het ongerijmde
het stelt niet vast
maar maakt los
het bindt niet
maar bevrijdt

Ik denk dus ik ben ik

Ik denk dus ik ben ik : filosofen over de ziel en de selfie : met Baudrillard, Boeddha, Descartes, Damasio, Freud, Lacan en Verhaeghe / hoofdredactie Coen Simon ; redactie ; eindredactie Hannah Achterbosch, Femke van Hout, Friso van der Meer, Tim Outshoorn ; medewerkers Geertje Dekkers, Marc van Dijk, Marianne M. van Dijk, Alexandra van Ditmars, Elma Drayer, Annette van der Elst, Erno Eskens, Claudia Galgau, Anne Havik, Jeroen Hopster, Stine Jensen, Marco Kamphuis, Jannah Loontjens, Frank Meester, Florentijn van Rootselaar.

Filosofie Magazine kwam in 1992 voor het eerst uit en is uitgegroeid tot een populairwetenschappelijk tijdschrift over wat publieks-filosofie wordt genoemd. De huidige hoofdredacteur is Coen Simon. In ‘specials’ worden de beste artikelen uit Filosofie Magazine verzameld over thema’s als Verlichting, Vrouwelijke denkers, De vrije wil en nu over ‘de ziel en de selfie’. De ziel was in 2012 het thema van de Maand van de Filosofie. In het voorwoord wordt 1839 (de eerste foto van de mens) als ijkpunt genomen. Een beperking, al gaat Martine M. van Dijk in haar bijdrage terug tot de oude Griekse denkers, waardoor het geheel een wat meer contextueel kader krijgt. Voor de rest zijn het meer actualiteitsgevoelige onderwerpen die aan bod komen, in acht interviews naar aanleiding van een boek, vijf boekbesprekingen en vijf artikelen. Hierin
komen filosofen voorbij van Descartes tot Baudrillard en psychoanalytici als Freud, Lacan en Verhaeghe. Dat is uiteraard een tijdschrift eigen. Wanneer de stukken oorspronkelijk verschenen, is informatie die ontbreekt. Iets kleiner dan A4-formaat.

Cop. NBD Biblion. Mag zonder schriftelijke toestemming niet worden overgenomen.

Gregory Bassham – Het filosofieboek

Het filosofieboek : van de Veda’s tot de nieuwe atheïsten, 250 mijlpalen uit de geschiedenis van de wijsbegeerte / Gregory Bassham ; vertaling [uit het Engels]: Cornelis van Ginneken. – Kerkdriel : Librero, [2020]. – 528 pagina’s : illustraties ; 22 cm. – Vertaling van: The philosophy book. – New York : Sterling Publishing Co., Inc., 2016. – Oorspronkelijke Nederlandse uitgave: 2018. – Met literatuur-opgave, register. ISBN 978-94-635-9521-6

Dit boek gaat over 250 mijlpalen uit de filosofie, vanaf ca. 1500 voor Christus tot nu. De
mijlpalen zijn op jaar ingedeeld, zodat het kan gebeuren dat sommige filosofen meerdere keren terugkomen. Hoofdstukjes met steeds links één pagina tekst en rechts
een paginagrote afbeelding, veelal in kleur. Het begrip filosofie wordt ruim opgevat,
zodat ook de Bijbelfiguur Job, Jezus van Nazareth en Boeddha eronder worden
begrepen. Gregory Bassham is hoogleraar filosofie aan King’s College in Wilkes-Barre
(VS) en publiceert over onder meer filosofie, Harry Potter en basketbal. Met deze
uitgave wil hij zowel inzicht en verrijking bieden als stof tot nadenken geven over grote levensvragen; filosofie roept immers meer vragen op dan dat ze antwoorden geeft. Het kan niet anders dan dat een omvangrijk boek als dit zijn tekortkomingen heeft (met name waar het Europese filosofie betreft) en schoonheidsfoutjes kent, maar het biedt ook accenten waar soortgelijke overzichten het soms laten afweten, bijvoorbeeld over Oosterse filosofie en (spaarzaam) vrouwelijke filosofen. Toegankelijk, chronologisch opgezet boek voor iedereen die meer over filosofie in de ruimste zin van het woord te weten wil komen. Met Engelstalige literatuursuggesties en een register. Herdruk, met gewijzigd omslag.

Cop. NBD Biblion. Mag zonder schriftelijke toestemming niet worden overgenomen.

Hoftuin en Hermitage in Amsterdam

Tot en met 25 augustus a.s. is in de Hermitage Amsterdam de tentoonstelling De schatkamers! te zien, ‘een spannende ontdekkingstocht door 25.000 jaar kunstgeschiedenis’ aldus een folder van de Hermitage.

Kunsthistorica Karin Braamhorst leidt een vol Auditorium in de Hermitage in, dat ‘nieuwsgierig [is]  naar de connectie tussen een zestiende-eeuws triptiek en een twaalfde-eeuwse Boeddha’ om een folder van de Vrije Academie te citeren. En om slechts enkele voorbeelden te nomen die voorbij kwamen. Zij doet dit al tien jaar, net zolang als de Hermitage Amsterdam bestaat. Met veel kennis en enthousiasme laat ze haar luisteraars/bezoekers van de tentoonstelling waarover ze spreekt kijken, vergelijken en nadenken.

Ze heeft het over de Maria met Kind onder een appelboom (ca. 1527-’30) van Lucas Cranach de Oudere, dat een protestantse leerstelling verbeeldt (Jezus als de nieuwe Adam) in vergelijking tot een Maria met Kind van Lotti, dat weer een rooms-katholieke insteek heeft. Ze heeft het over Maarten van Heemskerks Golgotha (1546-’60), een maniëristisch en illusionistisch doek, en de fantasie gaat met mij aan de loop.

Ik loop weer door de Hoftuin achter de Hermitage en de gebouwen van de Protestantse Kerk Amsterdam en sta voor de installatie Stations II van G. Roland Biermann (foto hierboven Marloes van Doorn). Het is óók een verbeelding van Golgotha, maar dan een uitgeklede versie die je zelf in mag vullen – zoals de laatste installatie op de tentoonstelling in de Hermitage Amsterdam, met lege schilderramen met tekstballonnetjes wat je je erin kunt voorstellen. Het werk van Roland Biermann is geplaatst in de openbare ruimte, het is uitgeklede kunst in vergelijking tot Van Heemskerk. Wel herken je er de drie kruisen, nu binnen een omheining met linten en met aangespoelde olievaten rondom.

Formeel doet de installatie denken aan K-piece (1972) van Mark di Suvero bij de ingang van het Kröller-Müller Museum in Otterloo (zie foto links). Inhoudelijk vormen zij echter een leerstelling à la Cranach. Stalen vangrails, à la stalen balken van Di Suvero, verwijzen in de Hoftuin niet alleen naar de drie kruisen op Golgotha, maar ook naar de drie Andreaskruisen in het wapen van Amsterdam: heldhaftig, vastberaden, barmhartig. Alleen: ze staan in de Hoftuin niet onder appelbomen, zoals Maria bij Cranach, maar onder grote, kale bomen die alles hebben gezien in deze Jodenbuurt.

Ik huiver en moet denken aan het groepje mensen dat tijdens de klimaatmars verleden week een rabbijn die het woord voerde, de rug toekeerde. Amsterdam, let op uw saeck. Het ‘grimmige tafereel’ van G. Roland Biermann, zoals hij het zelf omschrijft, roept ons des te meer op tot heldhaftigheid, vastberadenheid en barmhartigheid. In navolging van degene die aan het middelste kruis hing. Nu nog steeds, in de veertigdagentijd en in de tijd die komen gaat.

www.artstations.org/art

 

Umwertung aller Werte

Het is op deze blog, naar aanleiding van een beeld van de Vlaamse kunstenaar Johan Tahon aan de Landeskirche in Hannover, al eens eerder aan de orde geweest: de typologie van de blinde Synagoga.
Eerst uitgebeeld als een man, zoals Mozes, op een miniatuur in de bijbel van Moutier-Grandval (ca. 840). Hij staat voor Tenach en heeft een sluier voor de ogen, die wordt weggetrokken door één van de apostelen. Dat wil zeggen: hem is het heil nog verborgen en dat moet worden onthuld door de Ecclesia. Later werd het een vrouw, een dochter Sions, soms met niet alleen een blinddoek voor, maar ook nog eens met een kroon die van haar hoofd rolt, wetstafelen die uit haar handen vallen en een lans die is gebroken. Deze typologie gaat terug op de Bijbel: Klaagliederen 1:1 en 5:15-17. Dergelijke afbeeldingen of uitbeeldingen vinden we niet alleen in miniaturen en dergelijke, maar vooral als beelden aan de portalen van grote kathedralen: Straatsburg, Metz, Bamberg, Worms en andere.

Ik moest er weer aan denken, toen ik op de tentoonstelling The Institute of Ungoing Things in het Joods Historisch Museum (JHM) een werk van de Israëlische kunstenaar Uri Katzenstein (1951­–2018) zag. Katzenstein was beeldhouwer, performancekunstenaar, musicus, bouwer van geluidsmachines en filmmaker, en overleed helaas plotseling tijdens de laatste voorbereidingen van de expositie.
In het JHM staat, als onderdeel van de tentoonstelling, een vlaggendraagster als Umwertung aller Werte. Dat wil zeggen: de blinde Synagoga is, als een al dan niet bewuste referentie, onder handen van Katzenstein een trotse vlaggendraagster geworden, die – volgens de website en i-pads op de tentoonstelling, katzenstein.jck.nl (nr. 22) – ‘gespannen en alert op een voetstuk staat, dat speciaal voor haar is ontworpen.’ Het voetstuk doet denken aan de geometrische vormen van de toestellen die Katzenstein ontwierp (met name nr. 36) en die herinneringen oproepen aan kinderspeelgoed.
De tekst vervolgt: ‘Ze strekt één been achterwaarts om haar evenwicht te bewaren tijden de zware fysieke inspanning van het zwaaien van zelfbedachte vlaggen.’ Dat is een element dat overigens doet denken aan het standbeen uit de Griekse beeldhouwkunst, waar discuswerpers op die manier worden neergezet. De vlaggen doen denken aan de androgyne figuren (met name nr. 14) waarvan – ik citeer – ‘het onduidelijk is of de figuren zijn geschapen en adem is ingeblazen, of eerder een aftakelingsproces doorlopen en langzaam maar zeker instorten tot de dood erop volgt.’
De tekst bij nummer 22 vervolgt: ‘Ze kijkt omhoog, maar is geblinddoekt en communiceert dus met behulp van andere visuele middelen.’ Die blinddoek bestaat overigens uit een rode driehoek, die doet denken aan het symbool dat politieke gevangenen (zoals communisten, vrijmetselaars, verzetsstrijders) tijdens de Tweede Wereldoorlog moesten dragen in de concentratie- en vernietigingskampen.
De conclusie op de website luidt: ‘De sculptuur kan worden gezien als een monument voor de vrouwen die in levensgevaarlijke omstandigheden moeten werken zonder ooit met de lauwerkrans van de overwinning of roem te worden getooid.’

Op deze manier is het kunstwerk van iets negatiefs (de blinde Synagoga) tot iets positiefs (een monument voor vrouwen) omgesmeed. Het omgekeerde komt bij Katzenstein echter ook voor: een gebedssnoer dat moslims gebruiken (misbaha) en is gemaakt uit verwrongen stukjes metaal (nr. 55-56), dat op die manier wil herinneren aan lijden en verlies. Of, wat genuanceerder, als een dubbelslag, goed en kwaad ineen gelijk de mens: Boedler is bijvoorbeeld ‘een door de kunstenaar bedachte samentrekking van Boeddha en Hitler. De sculptuur toont een superheld die is uitgedost met een semi-hitleriaanse, semi-chaplineske snor, gehuld in een jurk, verstijfd in de pirouette van een ballerina. Tel al deze elementen bij elkaar op en je krijgt de kunstenaar zelf.’ Of een beeldje van een als altijd dik gebuikte boeddhistische monnik, symbool van vriendelijkheid, waarop Katzenstein de haardracht en snor van Hitler schilderde. Of – tenslotte – een boksbeugel waarop aan de ene kant GOD staat en aan de andere kant DOG, het omgekeerde ervan. Zegen en vloek ineen.

Het is dan ook te eenvoudig om te willen zeggen dat Katzenstein met de oude man uit Shakespeare’s Macbeth wil zeggen: ‘God’s benison go with you, and with those that would make good of bad and friends of foes!’ Een adagium met Bijbelse proporties, van vloek die tot zegen verkeert als in het verhaal over de ezel van Bileam in Numeri. Maar het heeft er wel de schijn van. En dat stemt hoopvol, als iets om aan te werken zodat het werkelijkheid wordt.

 

De tentoonstelling is te zien t/m 24 februari 2019.
De afbeelding is ontleend aan genoemde website.

Interacteren

De tentoonstelling Shelter in het Utrechtse Museum Catharijne Convent (t/m 9 september a.s.) stelt eigenlijk drie vragen:

  1. Wat zijn de overeenkomsten tussen de door Bart Rutten (artistiek directeur Centraal Museum in Utrecht en gastconservator) gekozen internationale hedendaagse kunststukken en de vaste collectie van het Catharijne Convent?
  2. Wat zijn de verschillen tussen de oude en hedendaagse kunst over thema’s als rust, troost, hoop en bescherming?
  3. Wat ervaar je zelf, wat doet het je? Vragen die de tekstbordjes en audiotour soms uitlokken.

1.
In de Catharinazaal in het souterrain valt een klein werk van Daan Golding op: Sleeping Buddha, Singapore. De afbeelding van de boeddha is met steentjes versierd als de band van het Ansfriduscodex (St. Gallen, 11e-13de eeuw) dat in de Schatkamer, links na de Catharinazaal valt te zien. Niet dat die link bewust wordt gelegd, maar het is een van de velen die zelf kunt ontdekken en dat geeft mede een toegevoegde waarde aan deze fraaie ‘pionierstentoonstelling’ zoals het in het fraaie Museummagazine wordt genoemd, aan deze samenwerking tussen beide musea.

2.
In de Utrechtzalen op de begane grond staat in een nis een fraai beeld van Pieter d’Hont: Het gesprek. Beide geestelijken zijn gedurende hun gesprek duidelijk op elkaar betrokken. Heel anders dan de in zichzelf gekeerde, apart afgebeelde Men in the Cities. Gretchen and Eric van Robert Longo. Zijn ze nu in extase of juist gestold in hun beweging? Beide suggesties biedt de audiotour aan, beide zijn mogelijk. Een meerduidig kunstwerk dus.

3.
Hetzelfde, meerduidigheid, geldt ook voor de verschillende kunstwerken van Sarah van Sonsbeeck die op de eerste verdieping worden getoond. In de kloostergang, die uitkijkt op de tuin, is haar Anti drone tent te zien (zie foto). Een serie anti drone tentjes van hetzelfde materiaal (Mylar dekens met een gouden en een zilveren kant) waarvan zij ook haar installatie We all may have come on different ships, but we’re in the same bote now in de Amsterdamse Oude Kerk (2017) optrok. Het staat voor Van Sonsbeeck niet alleen voor de bescherming tegen drones, maar ook symbolisch voor de eigen binnenwereld, zo aan de binnentuin van het voormalige klooster.
In de noordgang staat een eveneens goudkleurige Hear TH FI TO IN PH Around This Chair And it Knocks You Down van James Lee Byars: een goudkleurige stoel (de kleur van het g/Goddelijke) die leeg is. Je kunt er als bezoeker in gedachten je eigen invulling aan geven: God, boeddha of wie dan ook.

Het is de audiotour en het zijn de tekstbordjes die dat soort vragen oproepen: ervaar je Het Scheppingsverhaal van Peter Vos, of de zwarte Christus op de Piëta van Nola Hatterman als schokkend? Nee, eigenlijk niet. Maar wat wel opvalt, is dat de een van de sprekers op de audiotour bij The Jewish girl van Marlene Dumas zich afvraagt waaruit het joodse van het meisje nu blijkt en vervolgens met allerlei sjablonen komt. Dat rijmt niet op elkaar: ‘Waarom verwachten we eigenlijk dat Christus er als een witte man met donkerblond haar uitziet?’ en waarom verwachten we eigenlijk dat het joodse meisje donker haar heeft enz.?
Laten we het maar zo zien: ook die twee opvattingen ‘interacteren met elkaar en geven elkaar nieuwe betekenis’ zoals het Museummagazine zegt. Om te concluderen: ‘En dat is precies de bedoeling’. Daarin is deze mooie tentoonstelling goed in geslaagd.

Foto: Ati de Zeeuw-Kroesbergen

Zie mijn recensie van de installatie van Sarah van Sonsbeeck in de Amsterdamse Oude Kerk: https://8weekly.nl/recensie/gelaagde-mylar-dekens-havenkerk/

 

Revolutionaire denkers

revolutionaire-denkersRevolutionaire denkers uit de oudheid / presented by Bettany Hughes ; series produced and directed by Rob
Cowling. – Amsterdam : B-motion, [2015]. – 2 dvd-video’s 177 min.) : kleur, geluid, breedbeeld (16:9)
; 12 cm. – Engels gesproken, Nederlands ondertiteld. – Oorspronkelijke titel: Genius of the ancient world. – Videoversie van het televisieprogramma: Groot-Brittannië : BBC Religion & Ethics Production, © 2015.

Presentator Bettany Hughes, als historicus gespecialiseerd in de geschiedenis van de Oudheid, leidt de kijker op de plaatsen van ontstaan (India, Griekenland en China) in in het denken van Boeddha, Socrates en Confucius. De bedoeling is de actualiteit van en de overeenkomsten tussen deze drie denkers voor geïnteresseerden over het voetlicht te brengen. Hierbij wordt enige milde humor niet geschuwd. Er worden wel vragen bij dit denken gesteld, maar de ideeën – en bij Confucius ook primair rituelen – blijven zonder commentaar staan. Er wordt geen aandacht geschonken aan afgeleide zaken als mindfulness e.d., maar wel aan de Socratische methode. Een kritische noot wordt gekraakt ten aanzien van het feit dat de drie denkers vrouwen min of meer over het hoofd zagen. Maar daar is een andere BBC-reeks voor: Goddelijke vrouwen, ook met Bettany Hughes. Actuele serie, omdat deze revolutionaire denkers uit tijden vol verandering ook in het huidige roerige tijdsbestek nog steeds veel hebben te zeggen.

Cop. NBD Biblion. Mag zonder schriftelijke toestemming niet worden overgenomen.