Ik denk dus ik ben ik

Ik denk dus ik ben ik : filosofen over de ziel en de selfie : met Baudrillard, Boeddha, Descartes, Damasio, Freud, Lacan en Verhaeghe / hoofdredactie Coen Simon ; redactie ; eindredactie Hannah Achterbosch, Femke van Hout, Friso van der Meer, Tim Outshoorn ; medewerkers Geertje Dekkers, Marc van Dijk, Marianne M. van Dijk, Alexandra van Ditmars, Elma Drayer, Annette van der Elst, Erno Eskens, Claudia Galgau, Anne Havik, Jeroen Hopster, Stine Jensen, Marco Kamphuis, Jannah Loontjens, Frank Meester, Florentijn van Rootselaar.

Filosofie Magazine kwam in 1992 voor het eerst uit en is uitgegroeid tot een populairwetenschappelijk tijdschrift over wat publieks-filosofie wordt genoemd. De huidige hoofdredacteur is Coen Simon. In ‘specials’ worden de beste artikelen uit Filosofie Magazine verzameld over thema’s als Verlichting, Vrouwelijke denkers, De vrije wil en nu over ‘de ziel en de selfie’. De ziel was in 2012 het thema van de Maand van de Filosofie. In het voorwoord wordt 1839 (de eerste foto van de mens) als ijkpunt genomen. Een beperking, al gaat Martine M. van Dijk in haar bijdrage terug tot de oude Griekse denkers, waardoor het geheel een wat meer contextueel kader krijgt. Voor de rest zijn het meer actualiteitsgevoelige onderwerpen die aan bod komen, in acht interviews naar aanleiding van een boek, vijf boekbesprekingen en vijf artikelen. Hierin
komen filosofen voorbij van Descartes tot Baudrillard en psychoanalytici als Freud, Lacan en Verhaeghe. Dat is uiteraard een tijdschrift eigen. Wanneer de stukken oorspronkelijk verschenen, is informatie die ontbreekt. Iets kleiner dan A4-formaat.

Cop. NBD Biblion. Mag zonder schriftelijke toestemming niet worden overgenomen.

Zin en samenhang

Giacometti_Lothar IIIBert Keizer, verpleeghuisarts en filosoof, schrijft in Filosofie Magazine (juli-augustus 2013) een column over de wijze waarop managers met professionals omgaan: “Het probleem met managers is dat zij ervan uitgaan dat je naar je werk komt om de boel daar zo beroerd mogelijk aan te pakken, zodat je klant niks aan je heeft. En omdat jij zo in elkaar zit, zijn zij gedwongen controlesystemen te ontwerpen die er toe moeten leiden dat je goed voor je klant bent.”

Even verderop in hetzelfde zomernummer komen in een interview met filosoof en organisatiedeskundige René ten Bos niet zogeheten incompetente professionals maar sjoemelende managers voorbij, en de manier waarop dat weer in de hand valt te houden: met ethische codes en wat dies meer zij. Maar “procedures en regels staan managers juist in de weg om echt ethisch zelfonderzoek te doen”, meent Ten Bos. “Alle morele beslissingen worden achtervolgd door onzekerheid en onvolledigheid. De Franse filosoof Jacques Derrida zegt dat morele beslissingen blijven knagen. Het knagende geweten voel je in je buik. Moraliteit heeft daarom altijd ook iets met het lichaam van doen.”

Filosoof Bert van den Bergh beschouwt in dit nummer van Filosofie Magazine, in de rubriek Kunst zo’n lichaam: Lothar III (zie afb.) van beeldhouwer Alberto Giacometti (Kunsthaus Zürich). Sinds een ervaring tijdens een bioscoopgezoek in Montparnasse, waar Giacometti opeens alleen maar lijnen, vlekken en kleuren zag in plaats van een samenhangend geheel, kijkt de beeldhouwer “bij het maken van kunst niet meer naar een schema.” Zijn werk is er “meer waar, in de zin van rijker, vollediger” door geworden.

Annette van der Elst tenslotte bespreekt een nieuw boek van Wilhelm Schmid, filosoof van de levenskunst: Ongelukkig zijn. Zoals Ten Bos ethiek boven leiderschap stelt, en Giacometti waarheid boven esthetiek, zo stelt Schmid zin boven geluk. Hoe was het ook al weer?

Hij gaat u voor in wolk en vuur,
gunt aan uw leven rust en duur,
en geeft het zin en samenhang.
Zingt dan de Heer een nieuw gezang!
(Gez. 225, Liedboek voor de Kerken 1973).