Zowel de Volkskrant als NRC Handelsblad kwamen met een overzicht van stukken van Shakespeare die dit seizoen worden opgevoerd. ‘Tenminste tien’, juichte Kester Freriks. Ik juich als het groot Shakespeareliefhebber natuurlijk onmiddellijk met hem mee.
Maar eerlijk is eerlijk: juist de meest opvallende opvoeringen missen in beide overzichten. En laat daar nu een trend in zitten die de moeite van het uitlichten waard is.
Ik bedoel The Indian Tempest door het Footsbarn Travelling Theatre (21 t/m 23 september 2012 in Carré), de eerste Hamlet in het Koerdisch (RAST, tournee in oktober) en – we denken breed – Romeo en Julia door het Scapino Ballet Rotterdam (nog t/m 21 januari 2013).
Misschien mis ik nu ook wat, maar over deze voorstellingen heb ik niets gelezen.
Dat is jammer, want wat hier gebeurde is spannend. De Indiase en Koerdische toneelspelers, de niet-westerse musici traden door zich met Shakespeare bezig te houden niet alleen buiten hun gemeenschap, uit hun traditie, maar trokken de gro(o)t(st)e Westerse schrijver ook in hun (vertel)traditie.
Letterlijk, met de twee vertellers in Hamlet, overdrachtelijk omdat Kalibaan in de Indian Tempest niet alleen oproept de boeken van Prospero te verbranden, maar omdat dit op het eind ook gebeurt.
Stof ter overdenking en waard om op z’n minst melding van te maken.