Vegetariër in de ziel

 

 

 

jezelf een vraag stellen
daarmee begint verzet

en dan die vraag aan een ander stellen.
(Remco Campert, Vijftig onmisbare gedichten, p. 49).

Aan het eind van de collegedag ‘Technologie’ van Filosofie Magazine (FM) op 23 juni 2023 in de Amsterdamse Zuiderkerk, kregen de circa 160 deelnemers een exemplaar van het themanummer ‘Metabolisme’ van Wijsgerig Perspectief (WP, jrg. 62 nr. 2, 2023). ‘Onze concurrent’, zei dagvoorzitter Coen Simon (hoofdredacteur FM), snel gevolgd door: ‘Of eerder: een verdieping van deze dag’. Dat laatste was het.
(Ik zie de foto die in de Zuiderkerk lang op het scherm achter haar stond weer in alle hevigheid voor me: de ingewanden van een dode albatros, vol plastic).

Zeker van de lezing ‘Waarom zijn we de aarde gaan zien als een grondstoffendepot?’ van Lisa Doeland, filosoof en docent aan de Radboud Universiteit Nijmegen en de Universiteit van Amsterdam. Een lezing die overigens op zich weinig met techniek had te maken. Zij is ook mederedacteur van het themanummer van WP en auteur van het recent verschenen boek Apocalypsofie (uitgeverij Ten Have, 2023) dat in het themanummer wordt besproken door Jochem Zwier (Universiteit Wageningen).

Jacques Derrida
Doeland had het aan het eind van haar lezing over het begrip ‘bien mangér’ (goed eten) van de Franse filosoof Jacques Derrida (1930-2004). In haar artikel ‘Ecorexia’ (obsessieve neiging tot duurzaam leven) gaat Doeland daar verder op in.

Derrida heeft het niet alleen over ‘de letterlijke inname van voedsel, maar ook over de figuurlijke inname ervan: het tot ons nemen van waarden en ideeën’. Het ‘goede eten’ heeft niet ‘alleen betrekking op wat we zelf eten, maar ook op wat we te eten geven’ via de baarmoeder tot ons eigen graf, door een lijkwade of uiteindelijk zelfs een doodskist heen. Het gaat niet alleen over mensen, maar om de dierlijke gemeenschap als totaal, ‘de ecologische gemeenschap in brede zin’, het dualisme mens-natuur voorbij. Een wetenschappelijke manier van uitdrukken, zoals klimaatdichter Monique Wilmer-Leegwater een mens dichterlijk, maar inhoudelijk hetzelfde, omschrijft als ’tweebenige tussen het vee’ (in: Wisselplaats, uitg. U2pi).

Doeland citeert Derrida, die in 2004 tijdens een conferentie gezegd schijnt te hebben, dat hij een vegetariër is in zijn ziel. Dat wil zeggen dat het hem niet primair gaat om wat we eten en hoeveel, maar hoe. In die zin is vegetarisme ‘niet vanzelfsprekend een vorm van “goed eten”, voor zover het suggereert dat we kunnen eten zonder vuile handen te maken en voor zover het suggereert dat ethische en politieke keuzes teruggebracht kunnen worden tot consumptiekeuzes’. Al heeft Doeland het niet over zaken als koloniale productie (koffie, suiker enz.) en kosher eten of het doorbreken van het ‘wij’ (vegetariërs) en ‘zij’ (vleeseters, of omgekeerd), zoals bij een cursusinstituut waar je niet van tevoren hoeft op te geven dat je vegetariër bent, maar waar vlees – vis – vega door elkaar op een buffet staat en je wordt verleid om anders te eten.

Schöne Seele en ‘heilig eten’
Doeland denkt aan het begrip schöne Seele van de Duitse filosoof Hegel: de mens die ‘een harmonie zocht tussen ethiek en esthetiek’. Het probleem is dan, dat je je niet los kunt weken van de omgeving. ‘Je mag dan misschien geen dierlijke producten eten, maar wat te denken van avocado’s’ en – wat ze overigens niet benoemt – hoeveel water daarvoor wel niet nodig is.

Doeland graaft dieper, wanneer ze het goede eten van Derrida verbindt met het ‘heilig eten’ van de filosofe Val Plumwood (1939-2008). Dit ‘houdt in dat we ons eten op zo’n manier tot ons moeten nemen dat we onze verwantschap met wie we eten en met wie we samen eten niet uit het oog verliezen, en dat we niet vergeten dat wij ook voer voor anderen zijn. Op deze manier van Plumwood wél ageren tegen de bio-industrie, waar alle heiligheid uit verdwenen is en dieren gereduceerd worden tot vlees, maar zónder vast te hoeven houden aan een vegetarisme dat probeert duidelijke grenzen op te werpen met betrekking tot wat wel en niet gegeten mag worden.’
Overigens kun je ook het ene doen en het andere niet laten.

Klimaatactivisme
De laatste opvatting van Plumwood en Doeland doet denken aan een omschrijving die Calvin van Laaren gaf in een artikel over klimaatactivisme (‘Klimaatactivist die vliegt, is helemaal niet hypocriet’) in Het Parool (16 juni 2023): ‘Waar cynische commentatoren de plank misslaan als ze klimaatactivisten beschuldigen van hypocrisie. Ze drukken namelijk hun eigen moraal op de activist. Een moraal van “een beter milieu begint bij jezelf” of de gedachte dat consumptie het verschil maakt. Hier wordt echter voorbijgegaan aan de werkelijk morele overtuigingen van de klimaatactivist, die zich juist inzet voor systemische verandering en het aanpakken van de wortels van de klimaatcrisis.’ En aan het eind van dit artikel schrijft hij: ‘Laten we er wel voor zorgen dat [het]  gesprek plaatsvindt op een feitelijke basis, want claimen dat de klimaatactivist hypocriet is door zijn consumptiegedrag, klopt simpelweg niet’.

Dit – en Doelands denken is een denken dat, – zoals Zwier in zijn bespreking van Doelands boek schrijft -, ‘veel originele perspectieven opent’. Dat daarbij soms dingen (nog?) niet zijn uitgewerkt, geeft ons als luisteraars en lezers genoeg stof tot nadenken, het stellen van vragen en tot gesprek. Voor die aanzet mogen we FM én WP dankbaar zijn.

Filosofie voor leiders

Filosofie voor leiders : van opvoeders tot opvolgers : met wijsgeren en eindbazen Beauvoir, Machiavelli, Nietzsche, Trump, Poetin en Plato / hoofdredactie Coen Simon ; redactie en eindredactie Hannah Achterbosch, Alexandra van Ditmars, Tim Oudshoorn. – Nijmegen : Filosofie NL Media B.V., [2021]. – 99 pagina’s : illustraties ; 27 cm ISBN 8719992599

Filosofie Magazine kwam in 1992 voor het eerst uit en is in bijna dertig jaar uitgegroeid
tot een populairwetenschappelijk tijdschrift over publieksfilosofie voor een geïnteresseerd lezerspubliek. In ‘Specials’ worden de beste artikelen gebundeld over thema’s als Verlichting, Verlangen, Vrouwelijke denkers en nu over Filosofie voor leiders. In interviews, boekbesprekingen en artikelen komt het thema voorbij in verschillende uitingsvormen: opvoeding, koningschap, politie, bureaucratie en
charisma. En denkers van Plato, Machiavelli, Kant, Nietzsche en Simone de Beauvoir tot
Agnes Heller. Auteurs zijn onder meer Leon Heuts, Joep Dohmen, Maarten Meester,
Ivana Ivanovic en Stine Jensen. Met talrijke illustraties; uitgave in iets kleiner dan A4-
formaat.

Cop. NBD Biblion, Mag zonder schriftelijke toestemming niet worden overgenomen.

Ik denk dus ik ben ik

Ik denk dus ik ben ik : filosofen over de ziel en de selfie : met Baudrillard, Boeddha, Descartes, Damasio, Freud, Lacan en Verhaeghe / hoofdredactie Coen Simon ; redactie ; eindredactie Hannah Achterbosch, Femke van Hout, Friso van der Meer, Tim Outshoorn ; medewerkers Geertje Dekkers, Marc van Dijk, Marianne M. van Dijk, Alexandra van Ditmars, Elma Drayer, Annette van der Elst, Erno Eskens, Claudia Galgau, Anne Havik, Jeroen Hopster, Stine Jensen, Marco Kamphuis, Jannah Loontjens, Frank Meester, Florentijn van Rootselaar.

Filosofie Magazine kwam in 1992 voor het eerst uit en is uitgegroeid tot een populairwetenschappelijk tijdschrift over wat publieks-filosofie wordt genoemd. De huidige hoofdredacteur is Coen Simon. In ‘specials’ worden de beste artikelen uit Filosofie Magazine verzameld over thema’s als Verlichting, Vrouwelijke denkers, De vrije wil en nu over ‘de ziel en de selfie’. De ziel was in 2012 het thema van de Maand van de Filosofie. In het voorwoord wordt 1839 (de eerste foto van de mens) als ijkpunt genomen. Een beperking, al gaat Martine M. van Dijk in haar bijdrage terug tot de oude Griekse denkers, waardoor het geheel een wat meer contextueel kader krijgt. Voor de rest zijn het meer actualiteitsgevoelige onderwerpen die aan bod komen, in acht interviews naar aanleiding van een boek, vijf boekbesprekingen en vijf artikelen. Hierin
komen filosofen voorbij van Descartes tot Baudrillard en psychoanalytici als Freud, Lacan en Verhaeghe. Dat is uiteraard een tijdschrift eigen. Wanneer de stukken oorspronkelijk verschenen, is informatie die ontbreekt. Iets kleiner dan A4-formaat.

Cop. NBD Biblion. Mag zonder schriftelijke toestemming niet worden overgenomen.

Een stok om mee te denken

Simon_Stok om mee te denkenEen stok om mee te denken : de techniek van filosofen / samengesteld en ingeleid door Coen Simon. – Amsterdam : Nieuw Amsterdam Uitgevers, [2014]. – 304 pagina’s ; 22 cm. – Met literatuuropgave. ISBN 978-90-468-1651-6

In dit boek biedt Coen Simon zijn keuze aan artikelen van bekende filosofen over nieuwe technieken door de eeuwen heen, telkens voorzien van een korte
plaatsbepaling vooraf. Van het schrift en onderwijs bij Plato, waarde bij Karl Marx en het panopticon bij Michel Foucault tot de fonograaf bij René Munnik, de fotografie bij Susan Sontag en de film bij Walter Benjamin. In wezen allemaal voetnoten bij de metafoor van de grot bij Plato. Het doel van deze bloemlezing is niet zozeer het schetsen van de geschiedenis van techniek in de ruime zin van het woord, als het aftasten van de grenzen van het voorstellingsvermogen van de mens: niet (te)
pessimistisch en niet (te) optimistisch, maar als bron van verandering. Simon, filosoof,
lid van het panel van Filosofie Magazine en winnaar van de Socrates Wisselbeker 2012,
stelt dat telkens wanneer een nieuwe techniek wordt ingevoerd, je een ander mens
wordt in een nieuwe wereld. Een uitgangspunt dat genoeg stof tot nadenken en gesprek
biedt. En vraagt om aanvulling (denk aan Braidotti, De Mul, Ellul, Achterhuis en
anderen).

Copyright NBD Biblion. Mag zonder schriftelijke toestemming niet worden overgenomen. Geplaatst in week 20 (2014).