Jaarthema 2024 – Vincent van Gogh (II)

Zo tegen het eind van het jaar is het weer tijd voor oudejaarslijstjes. Bij mij zijn dat jaarthema’s; een thema waar ik me een jaar lang extra in heb verdiept. Dit jaar is het Vincent van Gogh. Deel 2 van een tweeluik.

6.
NPO2 Extra zond op 27 april 2024 het biografische drama At eternity’s gate (2018) van Julian Schnabel uit. De mise-en-scène lijkt soms zo te zijn weggelopen uit een schilderij, bijvoorbeeld Kaartspelers van Cézanne of de postbode van Van Gogh zelf (zie afb.). De schilder is in dit drama bij lange na niet de getormenteerde man waar hij vaak voor wordt gehouden. Hij wil alleen met rust worden gelaten en wordt door zijn omgeving daardoor voor gek versleten. Of door zijn in die tijd afwijkende schilderijen, van boomwortels bijvoorbeeld. Soms weet Van Gogh niet waar hij voor instaat als hij boos is. En verder weet hij ook niet wat er gebeurt en er met hem aan de hand is. Heeft hij die schotwond in zijn buik zelf veroorzaakt? Of waren het twee jongens die dat deden? Hij zwijgt erover.

Aansluitend op deze film was de korte documentaire te zien over kunstenaar Matthew Wong, van wie t/m 1 september 2024 in het Van Gogh Museum de tentoonstelling Painting as a last resort was te zien. Hij nam alles van Van Gogh in zich op. Zoals de staccato, korte verfstreken in zijn latere werk. Hij gaf er zijn eigen invulling aan. Er zit angst en verdriet in Wongs werk, dat eigenlijk op een bepaalde manier zelfportretten zijn. Hij stapelde verschillende stoornissen op elkaar. Ook hij wilde met rust worden gelaten en werd slechts 35 jaar. Hij benam zichzelf van het leven. In een eerdere blog op deze site schreef ik over hem en deze tentoonstelling.[1]

7.
Op 5 mei 2024 vertelde Judith Koelemeijer in een televisie-interview met Annemiek Schrijver (De verwondering) over Etty Hillesums gang naar Westerbork. Ze kwamen aan op station Hooghalen en moesten nog een eind lopen. Het station waar ook Van Gogh arriveerde, vele jaren eerder, zoals we in het Drents Museum gewaar werden [zie vorige blog]. De overeenkomst is dat beiden, ondanks wat ze te wachten stond, toch de schoonheid van alles wat ze om zich heen aantroffen probeerden te zien. Van Gogh schiep in eerste instantie voor zichzelf maar gaf daarmee ook veel aan anderen. Aan Wong, aan ons. Hillesum wilde er primair voor anderen zijn. En voor God, wat beiden weer bindt.

8.
In een ander televisieprogramma, Het geheim van de meester (15 mei 2024), stond Van Goghs De amandelbloesem centraal, een naar de werkelijkheid geschilderde zoektocht naar schoonheid. Als geboortecadeau gemaakt voor Van Goghs neefje Vincent Willem, de zoon van zijn broer Theo en diens vrouw. Lisa Wiersma. Thijs Hogendijk vertelden er al over in Tijd voor Max een dag ervoor. Over met name de technische kant van het schilderij. Revolutionair, omdat in 1840 de verftube was uitgevonden waarmee de schilder hier, in 1890, werkte. Van Gogh vond het zelf een geslaagd doek, ‘het geduldigst en beste gemaakte van al mijn schilderijen’, schreef hij in een brief.

9.
‘Soms zijn Uw woorden verborgen in beelden’ was het gebed aan het begin van de dienst over Van Gogh in de Zendingskerk in Ermelo op 4 augustus 2024 [foto EvS]. Gesproken door voorganger Cor Louwerse. Het thema van de dienst was verwondering. Daaruit ontstaan de mooiste dingen. Kijken als lezen, van beeldende taal. En kunst als een spannend verhaal. Erover zingen en als van ouds lezen. Psalm 8 in een vertaling van Gerard Schwüste bijvoorbeeld.

De overweging was getiteld ‘In het begin was verwondering’. Over het Godsbesef van Van Gogh, zijn liefde voor de naaste die in het dagelijks leven ver werd doorgevoerd. Te ver, volgens de kerkelijke gezagsdragers. Hij begint voor zichzelf. Als schilder van het geel, het Goddelijke licht. Zonnebloemen keren zich naar dat licht. De aardappeleters is de verbeelding van het Laatste Avondmaal. Het kind op de voorgrond is als Christus, met een aureool om het hoofd, die afkomt van de stoom van de warme aardappels. Zo interpreteert Anton Wessels het doek. Zo legt ook Louwerse verschillende schilderijen religieus uit. Aan de hand van Johannes: ‘Ik ben het licht van de wereld’.

10.
Er worden aan het begin van seizoen 2024-2025 genoeg tentoonstellingen e.d. aangekondigd waarin een link met Van Gogh wordt gelegd. Zoals bijvoorbeeld Liberté – Ary Scheffer en de Franse romantiek (Dordrechts Museum, t/m 23 maart 2025). In een voorbeschouwing schrijft Kees Keijer (Museumtijdschrift, nr. 7, okt./nov. 2024) dat Scheffer een Van Goghs favoriete kunstenaars was. Over enkele andere favorieten (Rembrandt, Hals) had ik het in mijn vorige blog. Keijer omschrijft Scheffers kunst als ‘religieus gezwijmel (…) mierzoet’. Au! Ik bewaar zulke mooie herinneringen aan diens portret van zijn overleden moeder (1839) waarover ik eerder schreef in De Rode Leeuw.[2]

Misschien is het gewoon beter om me komend jaar op exposities te laten verrassen. Dat laatste overkwam mij al in de Fundatie in Zwolle, tijdens de tentoonstelling Noordelijk licht, een fototentoonstelling. Opeens stond ik voor een bruikleen: Almond blossom and cherry blossom (2017) van Miklos Gáal (1974, foto EvS). Hij woont afwisselend in zijn geboorteland Finland en in Nederland. Het is wel duidelijk waar hij de mosterd vandaan haalt [zie foto van De amandelbloesem hierboven]! Dat hoef je er niet eens bij te vertellen.
Al gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat de tentoonstelling Sag mir wo die Blumen sind met werk van Anselm Kiefer [zie vorige blog] in het Van Gogh Museum en het Stedelijk Museum Amsterdam (7 maart t/m 9 juni 2025) met stip op een staat …

[1] https://elsvanswol.nl/klein-groot-verhaal/
[2] https://elsvanswol.nl/twee-composities-een-schilderij/

Jaarthema 2024 – Vincent van Gogh (I)

Zo tegen het eind van het jaar is het weer tijd voor oudejaarslijstjes. Bij mij zijn dat jaarthema’s; een thema waar ik me een jaar lang extra in heb verdiept. Dit jaar is het Vincent van Gogh (1853-1890). Deel 1 van een tweeluik.

Het jaarthema begon eigenlijk op mijn verjaardag in oktober 2023 (in het eigenlijke Van Goghjaar) en liep dus dit keer van oktober 2023 t/m oktober 2024.

1.
In oktober bezocht ik samen met een vriendin namelijk de tentoonstelling Op reis met Vincent van Gogh in Drenthe (Drents Museum, Assen). Een prachtige tentoonstelling, zowel qua vormgeving als inhoudelijk, waar een rijke context werd getoond.
Adembenemend was in dat verband bijvoorbeeld het in Drenthe geschilderde doek Donkere wolken met schitterende randen (1885) van Hendrik Breitner (1857-1923, zie afb.). Dit hangt in Musée d’Orsay in Parijs onder de titel Maanlicht. Een ‘monumentaal schilderij’, zoals het bordje ernaast terecht stelde. En: ‘Een van de meest indrukwekkende landschappen die Breitner heeft geschilderd’. De invloed op Van Gogh is duidelijk, omdat diens landschappen met eenzelfde soort licht en donker spelen.

Ja, natuurlijk: niet alle Van Goghs die hier hangen zijn even goed geslaagd als deze Breitner. Een van de sleutelwerken van de vroege Van Gogh, de aquarel Landschap met een boerderij (1883, foto EvS) werd later, in 2024, aangekocht door het Drents Museum. Kom op zeg – Van Gogh is nog niet op het hoogtepunt van zijn kunnen, dus wat wil je; hij zit in de verkennende fase.

Wat beiden verbindt, Breitner en Van Gogh, zijn ook de vaak afwezige of slechts aangeduide mensen. Later wordt Van Goghs werk verfijnder. Het is hetzelfde als wat Benjamin Moser (auteur van De wereld op zijn kop) over Vermeer zei in een interview met Jan Pieter Ekker (in: Het Parool, 9 december 2023): ‘Vermeer probeerde ook maar iets (…). Er zijn ook minder  goed gelukte Vermeers. Dat gaf me een soort troost. Dat hij dingen probeert vind ik juist leuk – je komt veel dichter bij een kunstenaar als je ziet dat hij worstelt.’

2.
Een leuk cadeau, ook om jezelf te geven, is Het Van Gogh Museum puzzelboek (uitg. Keesing). Om een hele poos mee te doen: met verschillende soorten puzzels, veel afbeeldingen en achtergrondteksten. En achterin een beeldcolofon, dat door de uitzending La peinture française (!) autour du monde op de avond van mijn aankoop (31 november 2023) op TV5Monde meteen kan worden aangevuld met doeken in het Musée Thyssen-Bornemisza in Madrid. In het programma wordt de collectie van deze familie getoond.

Van Van Gogh bezitten zij een Landschap in de schemering (1885) naar oud-Hollandse schilderkunst, en Les Vessenots bij Auvers (1890, zijn sterfjaar) in felle kleuren.
Overigens heeft het museum ook nog andere werken van de schilder, waaronder Watermolen bij Gennep (1884) uit zijn tijd in Nuenen en een litho van De aardappeleters (1885), ook uit zijn Nuenense periode. Niets Frans aan dus, net zomin als genoemd Landschap.

3.
Er wordt wel gezegd dat de vele zonnebloemen in het werk van Anselm Kiefer refereren aan die van Van Gogh (foto EvS). Maar ik heb ook andere duidingen gehoord: ze staan symbool voor de wederopstanding; ze verwelken namelijk, maar hun zaad valt in de grond en kiemt uit. Paulo Martina (directeur Musea Zutphen) ziet het bijvoorbeeld zo. Hij zei dat in een aflevering van de televisieserie Nu te zien (AVROTROS, herh. 23 december 2023). Hij brengt deze visie in verband met meerdere kunstwerken van Kiefer, die hij als mystiek omschrijft. Opvallend gezien de vele concrete materialen die de kunstenaar gebruikt, zoals lood, stro, hout en verf in dikke lagen. Dáár waar hij de verf heeft weg gekrabd en er zo een lichte plek ontstaat, zou je van mystiek kunnen spreken. Met name zijn latere werken zijn zo qua uitstraling lichter.

Ik moet denken aan wat ds. Ruud Bartlema over Van Gogh vertelde in een aflevering van een ander televisieprogramma, De verwondering (een dag later, 24 december 2023). Bartlema was 13 jaar predikant in Nuenen en woonde in de pastorie. Hij kon zich voorstellen dat het werk dat Van Gogh daar maakte zo donker is, want beneden ís het gewoon donker. Los van de invloed van Breitner en de Haagse School, die ik hiervoor beschreef? Daarom richtte de predikant/schilder zijn atelier in op de lichtere bovenverdieping. Zijn eigen werk doet overigens meer aan Chagall denken.

4.
Bij de Volksuniversiteit Amsterdam volg ik begin 2024 een mooie cursus door Flore Lutters over de transcendentale of meditatieve film. Een aantal keren komt de titel van het boek De verzegelde tijd van cineast Andrei Tarkovski voorbij. Dat maakt nieuwsgierig en ik leen het boek van de bibliotheek.
De auteur blijkt gelijk Kiefer ook wat met Van Gogh te hebben. Net als enkele andere kunstenaars die hij noemt, – zoals Chaplin -, beschikt Van Gogh volgens Tarkovski ‘over een enorme, bijna bovenmenselijke kracht; zij tonen aan dat de kunstenaar niet alleen een onderzoeker is van het leven, maar ook de schepper van hoge geestelijke waarden en van de bijzondere schoonheid die alleen poëzie eigen is’. En dat te lezen in de Poëzieweek is – net als bovengenoemd puzzelboek – een geschenk!

‘Een dergelijke kunstenaar’, schreef de cineast vervolgens, ‘is in staat om (…) de complexiteit en de waarheid van de grijpbare verbanden en verborgen verschijnselen van het leven over te brengen’ (p. 21). Waarbij hij het ook heeft over wat hij met zijn eigen films wil bereiken.
Verderop in het boek citeert hij Van Gogh, die ‘kunst voor het volk’ maakte. Zonder te behagen, ‘omdat hij’ – aldus Tarkovski – ‘doordrongen was van zijn verantwoordelijkheid en van het maatschappelijk belang van zijn werk’ (p. 177). Hij citeert verder uit Van Goghs dagboek [brieven? EvS] over ‘de schoonheid van de waarheid’, een uitlating om in de voetsporen van de oude Grieken (het schone, ware, goede) over na te denken.

5.
In maart 2024 kreeg het Rijksmuseum in Amsterdam drie schilderijen van Van Gogh in langdurige bruikleen van de Stichting P. en N. de Boer: Stadsgezicht in Amsterdam (1885), Oever met bomen (1887) en Korenveld (1888). Laatstgenoemd schilderij heb ik verleden jaar overigens gezien op de tentoonstelling Cézanne, Le Fauconnier & de Bergense school in het Stedelijk Museum Alkmaar. Dat genoemde schilderijen niet aan het Van Goghmuseum maar aan het Rijksmuseum in bruikleen werden gegeven, kwam volgens een achterneef van kunsthandelaar Piet de Boer omdat de aanvraag van laatstgenoemd museum kwam. Daar komt nog bij, dat Van Gogh het pas geopende Rijksmuseum graag bezocht, waar hij Rembrandts Het joodse bruidje (zie afb.) en Hals’ De magere compagnie met name bewonderde.

Nu kan het Rijks de artistieke ontwikkeling van Van Gogh laten zien; tot dan toe had het museum slechts twee schilderijen en vier tekeningen in de collectie, waarvan alleen een zelfportret (1887) op zaal hing. Sterker nog: ze worden binnen de context van Van Goghs tijdgenoten getoond, zoals ook in Assen gebeurde.
Het eerstgenoemde schilderij is een van zijn weinige stadsgezichten uit de tijd waarin ik me in deze blog nog steeds grotendeels bevind. Het tweede doek is totaal anders qua sfeer; de kleuren zijn warmer, zuidelijker en de verfstreken korter. Korenvelden zijn een thema dat in Arles veelvuldig terugkomt. Dit is er één van. In de volgende blog meer.

Een gesprek tussen licht en donker

De ondertitel die de Duitse filmregisseur Wim Wenders aan zijn documentaire over het werk van zijn vriend en beeldend kunstenaar Anselm Kiefer meegeeft, is raak: Das Rauschen der Zeit, het ruisen van de tijd.

Ruisen en tijd. Het eerste komt in de film op verschillende momenten en manieren terug. In het ritselen van de bomen met hun jonge, groene blaadjes aan het begin van de film en in de ijle mobile met glaspegels die zachtjes tinkelen op de circulatie van de lucht. Het is iets dat je niet snel met Kiefer in verband brengt. Ten onrechte, zal blijken. Het tweede, de tijd, vooral die van de Tweede Wereldoorlog, speelt een hoofdrol in het werk van de kunstenaar. Hij staat vooral bekend door zijn monumentale werk waarop de lagen verf met een spatel dik zijn opgebracht.

Licht, zwaar en zwart
Mensen die zijn tere waterverftekeningen in het boek Zomer van de Noorse schrijver Karl Ove Knausgård kennen (uitg. De Geus, 2017) hebben weet van deze zachte kant van de kunstenaar. Maar pas op: er zijn ook tekeningen in het boek opgenomen van houtskool en gips op karton. Een draagt de titel böse Blumen. Licht, zwaar en zwart.

Dat is misschien wat Wenders ons in het werk van Kiefer wil laten zien, en wat de componist Leonard Küssner ons in zijn filmmuziek wil laten horen. Licht, zwaar en zwart gaan een gesprek met elkaar aan, zoals de twee sopranen met orkest in het aan Mahler herinnerende openingsnummer van de film: An die Sonne.
Je zou zelfs kunnen zeggen dat die dialoog de as is waarom de hele documentaire van Wenders draait. Geschoten met behulp van geavanceerde 3D-camera’s en in 6K. Zo trekt hij de toeschouwer het beeld in. Je kunt geen buitenstaander blijven in het werk waarin de herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog zo nadrukkelijk aanwezig is. Daar is 3D bij uitstek de aangewezen techniek voor die Wenders op z’n best inzet en die soms adembenemend uitwerkt.

In gesprek met het verleden
Maar de dialoog in de film gaat verder dan alleen tussen schoonheid en vernietiging, licht en donker, zon en duisternis. Of – in de visie van Kiefer – tussen vernietiging en schoonheid, donker en licht. In die volgorde, want het begint allemaal in Donaueschingen, waar hij in maart 1945 wordt geboren en als jongetje speelt op de recente puinhopen van de stad na een bombardement. Een rol die wordt gespeeld door Anton Wenders, een neefje van de regisseur. Als jongen bezoekt Kiefer in Frankrijk de streek waar Van Gogh woonde en werkte.

Vanaf dat moment komen zonnebloemen in zijn werk voor. Uitgebloeide, geknakte zonnebloemen. Die jongen wordt weer gespeeld door Daniel Kiefer, zoon van Anselm. De oudere Kiefer is de kunstenaar zelf, die op sloffen en al fluitend door zijn enorme atelier, een loods, bij Parijs fietst. Afgezien van Daniel, laat Wenders niets van het privéleven van Anselm Kiefer zien. Dat kan ook haast niet, want de kunstenaar schermt dat zorgvuldig af.

Verschillende vormen van kunst
Kiefer bewondert niet alleen Van Gogh. Het zijn ook dichters als Ingeborg Bachmann en Paul Celan. We zien ze wanneer zij eigen gedichten voorlezen. Wat lichter van toon dan je uit de teksten op zou kunnen maken. Zo is er op die manier ook een dialoog gaande tussen verschillende vormen van kunst: beeld en taal.
Niet alleen op de mobile met glaspegels zien we tekst, ook op ander werk van Kiefer is dat nadrukkelijk aanwezig. We zien Kiefer op een hoogwerker de titel van een gedicht van Celan wijzigen. Is het een verbetering, of wil hij de (opzettelijk?) foute titel nog onder de doorstreping laten staan?

We zien de kunstenaar veel aan het werk in zijn atelier en daarbuiten in de ruimte eromheen, die overigens beide toegankelijk zijn voor publiek. Hij is in de weer met een brander op de verf, stro en gips van een nieuw kunstwerk, zodat het zwartgeblakerd wordt. Er zijn twee assistenten met een blusser paraat. Wij staan haast naast ze, met onze 3D-brilletjes op. De film valt tussen twee haakjes ook in 2D te zien.

Allemaal samen is het een aanmoediging om de tentoonstelling Bilderstreit in Museum Voorlinden te gaan bekijken (t/m 25 februari 2024), waar in een zaal Kiefer ook in gesprek gaat met schrijvers en denkers uit de romantiek. Overigens is het niet ver gezocht om de documentaire van Wenders ook als een kunstwerk op zich te zien. Zoals Wenders al in zijn film Paris, Texas het filmische oprekte, door de techniek van binnenuit te lijf te gaan, zo doet hij dat nu weer en gaat daarbij nog een stap verder, al valt de hoge resolutie 6K in onze bioscopen nog niet te ervaren.

Verscheen eerder op de website 8WEEKLY (eindredactie: Frank Kremer).

Toegift
Twee van de foto’s van Kiefers werk die ik in Museum Voorlinden maakte:
links Winterreise en rechts enkele vitrines met zijn boeken (unica), waarop ik later eens in zal gaan i.v.m. Anna Enquists gedichten over één ervan.

De bloem van de pijn

 

 


1. Zondag 16 juli

De Evangelielezing voor deze vierde zondag van de zomer is uit Mattheüs 13, over de zaaier die uitgaat om te zaaien. Zaden vallen langs de weg, andere weer op de rotsbodem of op dorens. Maar er zijn er ook die vallen ‘op de góede aarde en hun vrucht afgeven.’
De gastpredikant in de Amsterdamse Oude Kerk is niet altijd goed te verstaan, en ik beluister in zijn uitleg de eerste keer: de zaden vallen in de bloedende aarde en een tweede keer: en de aarde bloeit. Het een sluit het ander niet uit, sterker nog: vult elkaar misschien aan en na afloop blijken meer mensen ‘bloedende aarde’ hebben verstaan. Volgens hen – en mij – is ‘bloedende aarde’ ook mooi, zeker als er zaad op tot bloei komt. We doen geen navraag en laten het mysterie van de bloedende aarde die tot bloei komt zo staan.

2. Maandag 17 juli

Vandaag wordt het Nationaal Monument MH17 onthuld, in Vijfhuizen, onder de rook van de opstijgende vliegtuigen van Schiphol. Er staan 298 bomen in de vorm van een herdenkingslint, voor elk slachtoffer een. En er is een veld met allemaal zonnebloemen, omdat het veld waarop de MH17 in Oost-Oekraïne neerkwam ook vol zonnebloemen stond. Bij het monument plaatsen Koning Willem-Alexander en koningin Máxíma samen met enkele kinderen ook zonnebloemen.
Ester Naomi Perquin, de Dichter des Vaderlands, leest een gedicht waarvan de eerste twee strofes luiden:

Wat je kunt: een boom planten in omgewoelde aarde, zien hoe de takken
naar de hemel reiken. Zon. Maan. De hemel die je zelf ooit hebt
vervloekt. Een zomerdag begraven. Door de tijd heen kijken.

Onder de boom staan als het waait, weten waarvoor te weinig woorden zijn.
Te weinig handen. Denken. Water geven. Zien hoe de stammen
langzaam dikker worden, het leven zich een uitweg bloeit.

Ook hier: goede, omgewoelde aarde en een leven dat zich een uitweg bloeit.

3. Dinsdag 18 juli

Tijdens de eerste van vier cursusmiddagen ‘Filosofie en de moderne kunstenaar 1900-2017’ van de HOVO in Amsterdam behandelt docent Katja Rodenburg het denken van Friedrich Nietzsche in combinatie met het werk van de Noorse kunstenaar Edvard Munch. Ze laat een onbekend werk van hem zien: De bloem van de pijn (1902-1903, zie afb. links). Het beeldt volgens Rodenburg uit hoe Munch de taak van de kunstenaar zag: hij bloedt en uit dat bloed komt een zonnebloem voort. Op zich al een bloem vol symboliek, met een donkere binnenkant en een stralende buitenkant. Hij reikt naar de hemel. Zon. Maan. Allebei, want ze kunnen niet zonder elkaar, zoals je in de voetsporen van Nietzsche mag denken. Het bloed van de pijn. De bloem van de pijn.