De derde bij Blaman en Levinas

Een van de mooiste verhalen uit de Nederlandse literatuur is ongetwijfeld De zwemmer (1957) van Anna Blaman. Naar dit verhaal maakte regisseur Yve du Bois een scenario voor een korte, nog geen tien minuten durende film (2023). Met als spelers Yo de Bo als de cynische Anna, een sterke Andrea van Pol als haar geliefde, ingoede Alie Bosch, Patricia Werner Leanse in de zwijgende rol van zwemster in dit geval. En haar hond Rouge, die een niet onbelangrijke, kleine rol heeft. Het verhaal speelt aan de Côte d’Azur.

Alie voegt zich naar de wensen van Anna, die haar aanraadt te vergeten dat er nog andere mensen op de wereld zijn dan zij. Alleen ziet Alie nog iemand op het strand, die de kleren uitdoet en in de woelige zee gaat zwemmen; de zee was nog rustig, toen ze er in de auto naartoe reden. Ze moet maar niet naar de vrouw kijken, meent Anna. ‘Er is niets meer dat me kan raken’, zegt ze. Maar Alie houdt haar ogen op de zee gericht. Ze is, zegt haar vriendin, ‘altijd weer het slachtoffer van haar fantasie. Je ziet overal drama achter.’ Nee, zegt Alie – ze heeft aandacht. In de Engelse ondertiteling met hoofdletters geschreven: ATTENTION. Anna lacht schamper. ‘Aandacht om elkaar het leven mogelijk te maken bij wijze van menselijk fatsoen’, aldus Alie. Dan lopen beiden richting zee en zien de kleren van de zwemster op een hoopje op het strand liggen …

Het is een prachtverhaal over twee vrouwen en een derde, in het origineel een man. Het doet me denken aan de filosofie van Emmanuel Levinas, wiens werk Blaman op zich wel gekend zou kunnen hebben. Maar niet zijn latere denken over ‘de derde’, zoals in Anders dan zijn of het wezen voorbij (Uitgeverij Ambo, 1974). Met dit begrip verwijst hij naar een breder samenleven dan alleen het ik en de ander. Ik-en-de-ander versus de derde. Geen symmetrie zoals tussen Anna en Alie, maar asymmetrische verantwoordelijkheid, aandacht zou Blaman zeggen. Voor de derde die ook betekenisvol is voor de relatie ik-ander, zoals de zwemmer voor Alie en Anna. Zonder die derde is het verhaal niet af en zou het zijn blijven steken in het samenzijn en gedachtewisseling van de twee vrouwen.

Bij Levinas staat de derde symbool voor de samenleving als geheel, voor de staat, voor instituties, wetten, rechten en plichten, normen en waarden. Of je dat er bij Blaman ook in mag lezen is de vraag, maar haar verhaal legt in ieder geval met terugwerkende kracht de filosofie van Levinas uit, die met de introductie van de derde aan waarde won. Net als Blamans verhaal.

 

Link naar de film: https://vimeo.com/832228104

De Descartes van René Gude

rene_gude_-_photo_sarah_wong_-_rightsfreeFilosofie Magazine kwam met wat zij noemen een ‘extra dik bewaarexemplaar’ (mei 2015): René Gude in Memoriam. Het artikel van Daan Roovers opent met de zin: ‘Ik kan leven met onzekerheid. Dat heb ik van Descartes geleerd.’ Dit brengt mij in gedachten terug bij een college over Descartes, dat René Gude (zie foto) in 2010 gaf voor de Open Universiteit.
Mijn aantekeningen werk ik hieronder uit. Ter nagedachtenis aan een fijne leermeester, ‘de man die de filosofie een gezicht gaf.’

Gude begint te zeggen dat hij bij zijn denken de ‘autobiografische methode’ gebruikt, net als Descartes zelf. Gebaseerd op het thema van de OU-cursus: vrijheid. Het gaat er dus om hoe zij tot het concept ‘vrijheid’ zijn gekomen.

Tijdens zijn studie sociale geografie stelde Gude zich twee vragen:

1. hoe verhoudt deze wetenschap zich ten opzichte van andere vormen van wetenschap
2. wat is mijn statuur als deskundige.

Hij kwam erachter, dat hij gewoon filosofie aan het bedrijven was, want:

1. wat is wetenschappelijke kennis?
2. hoe deel je de wetenschappen in?

Descartes heeft rechten gestudeerd, maar geneeskunde was zijn fascinatie. Die wetenschap was toen nog niet zo ver ontwikkeld als moderne wetenschap. Dat wilde hij verbeteren. Door een opleiding voor artsen te starten die door een betere wetenschap de mensheid beter kan dienen. Pragmatisch dus. En dan pas artsenij in praktijk te brengen.

Descartes kwam naar Nederland, waar de verdeeldheid was georganiseerd, eerder dan dat je kan spreken van tolerantie. De ene na de andere universiteit schoot uit de grond.
Hier dacht Descartes zijn nieuwe methode van wetenschap veiliger en eerder te kunnen slijten dan aan de Sorbonne. Om die reden ging hij later door naar ‘het land van de beren’: Zweden.

Wat houdt vrijheid nu bij hem in? In de eerste plaats zelf denken, een eigen fundament vinden, niet alleen de traditie volgen. Hij wilde een inventieve methode ontwikkelen, die niet alleen van lezen uitging, maar ook het oog op de wereld richtte.
De kern is dan: aansluiten bij de twijfel die je hebt, bij alledaagse vragen die je tot de bodem uit wil zoeken. Dat heet filosofie. Er staan je twee dingen te doen:

1. vallen en opstaan
2. metafysische meditatie loslaten op kennis.

Descartes koos voor de tweede methode. En begon te twijfelen, door in het te onderzoeken probleem te stappen en zich af te vragen: Wat zou betrouwbare kennis kunnen zijn?
Dit is methodisch een enorme breuk in de constatering dat je kennis hebt opgedaan, zonder deze methode of structuur. De vraag is vervolgens: Wat is daarbinnen dan waar en wat niet? Je kunt weer twee dingen doen:

1. doorgaan met positief benoemen wat goed is, omdat …
2. of je afvragen of er inzichten bestaan die 100% betrouwbaar zijn.

Descartes zelf gaat nog harder twijfelen. En wel expres. Hij doet een twijfelexperiment. Het risico bestaat, dat er geen echte wetenschappelijke kennis mogelijk blijkt, neemt hij daarbij voor lief. Een andere mogelijkheid is, dat je ‘iets’ vindt dat je niet onderuit kunt halen.

Descartes presenteert niet zijn bevindingen, maar hoe hij daartoe is gekomen. Dus door van het begin bij de conclusie te geraken, en door van de conclusie weer terug te keren naar het begin. Je kunt de weg (voie) volgen van de

1. orde synthetique (bewijzen)
2. analytique (aantonen).

Je moet alle stappen zelf mee kunnen maken. Of niet …
Descartes wil je mee zien te krijgen: ‘Dat heb ik nu ook.’ Hij biedt tenslotte een methode in zijn Meditationes. Hij twijfelt alles weg: alles dat via de zintuigen is waargenomen, is het meest waarschijnlijk (voorstelling in ons denken), maar tegelijk verdacht:

1. droomexperiment voldoet niet aan criterium van 100% zekere kennis
2. kwaadwillende geest – zelfs wiskunde voldoet niet meer.

Dan ligt de conclusie voor de hand dat alles betwijfelbaar en hoogst onzeker is. Maar één ding staat vast: niet de inhoud is weg, want je weet dat je er moet zijn om überhaupt te kunnen twijfelen (Ik denk dus ik ben). Telkens wanneer je dit zegt, is het waar.

Waarheid is wanneer wat je zegt samenvalt met wat je ermee bedoelt; de voorstelling past op datgene wat je bedoelt (adequate kennis). Er zijn dan twee categorieën:

1. dat wat niet samenvalt met een zaak
2. deel dat wél samenvalt.

Je wilt die delen groter maken. Dat betekent óók dat het niet meer onzinnig is om naar wetenschap te zoeken, naar betrouwbare kennis.
Er is een principe, een vast punt van waaruit je vertrekt: kennis van

1. het denken. Is beperkt, maar maakt deel uit van een deel dat méér belooft. Kom je door eigen inspanning.
2. kennis van lichamelijkheid. Deze geef je aan in termen van uitgebreidheid en gestalte. Het blijft waar als je materiële eigenschappen wegdenkt (lengte, breedte, diepte als berekening van de voorstelling van een lichaam).

Hier begint het dualisme van Descartes zich te ontwikkelen. Met mentale processen (denken) en somatische processen (lichamelijkheid) komt Descartes zo bij de geneeskunde uit. Respectievelijk psychologie en somatiek. De arts onderscheidt deze: heeft iemand mentale problemen of lichamelijke? Eigenlijk was Descartes volgens Gude dus psychiater vanuit de huidige stand van zaken geredeneerd.

Wat is dan uiteindelijk vrijheid? Er is sprake van keuzevrijheid, denkvrijheid en beslissingsvrijheid. Maar: de vrijheid is beperkt. Vanuit jouw perspectief, jouw startpunt, kun je vaststellen of iets betrouwbaar is of niet. Dát is de vrijheid die je hebt. En dat mag je leven noemen.

Dat heeft René Gude ons voorgeleefd. Zijn nagedachtenis zij tot zegen.

Link: https://isvw.nl/picot/
Boek: René Gude over René Descartes (ISVW Uitgevers, ISBN 978-94-92538-48-2, december 2018).