Passie en Pasen 2022 – een drieluik

Voor het eerst na coronatijd kon ik weer de Paascyclus ‘elders’ bijwonen; verandering van spijs doet immers eten. Na Ermelo (de Zendingskerk) en Utrecht (de Dom) was het dit keer in de Oude Kerk, de Pniëlkerk in Zeist (foto ontleend aan de website van deze kerk) en enkele diensten bij de Evangelische Broedergemeente, ook in Zeist. Een drieluik.

1.
Ter voorbereiding volgde ik de vier Passiestonden van de Oude Kerk (van maandag tot en met donderdag in de Stille Week) via de livestream en werd erdoor gegrepen. Aansluitend op de laatste, op Witte Donderdag, beluisterde ik in mijn hotelkamer op de radio een uitvoering van Bachs Matthäuspassion door de Nederlandse Bachvereniging onder leiding van Shunske Sato (zie foto rechts) waarin – een geschenk! – qua sfeer eenzelfde soort accenten mij troffen als in drie van de vier overwegingen tijdens de Passiestonden; op de vierde kom ik in een andere blog, in een ander verband nog terug.

De vier Passiestonden hadden een overkoepelend thema: ‘Passie voor dertigers en anderen’. Maandag stond ‘een zekere vluchtende jongeman’ centraal (Marcus 14: 32-52), dinsdag ‘Petrus begint te huilen’ (Marcus 14: 66-72) en woensdag de ‘spottende soldaten’ (Marcus 15: 16-20).

Ds. J. Minnema legde maandag de nadruk op de ‘lijnwaad omgedaan over het naakte lijf’ van de jongeling (Marcus 14: 52). Is dit dezelfde ‘jongeling, zittende ter rechterzijde, bekleed met een wit lang kleed’ uit Marcus 16: 4? Het wit waarin voorganger en diakenen bij het Heilig Avondmaal op Witte Donderdag bij de Evangelische Broedergemeente gekleed gingen. Het wit van de reinheid.

Dinsdag sprak ds. F. van Roest over het feit dat Petrus in een van de andere Evangeliën door Jezus wordt aangekeken. Petrus weende op het moment dat hij de woorden en tekenen indachtig wordt – wat meer is dan herinneren – door de Heilige Geest. Zoals Jezus Zijn tranen later offerde gelijk het plengoffer in Psalm 56.

Woensdag had ds. G.M. van Meijeren, de wijkpredikant van de Oude Kerk (die ik ken; vandaar dit jaar mijn keuze voor Zeist dit jaar), het over de purperen mantel, de doornenkroon en de rietstok. De doornenkroon hield Hij op, waardoor deze niet alleen wonden in het hoofd achterliet, maar ook een overwinningskroon werd. De mantel werd Hem door de soldaten uitgedaan.
In die wonden mogen wij ons, volgens een gebed tijdens de Gethsemanedienst bij de Evangelische Broedergemeente op Goede Vrijdag, verbergen.

2.
Ook in de uitvoering van Bachs Matthäuspassion waren het de accenten op die plaatsen die de adem even deden stokken.

Het begon al in het openingskoor bij de letter F in mijn klavieruittreksel (uitg. Peters). Opeens werd de muziek verbreed, op het moment dat sprake is van ‘Sehet ihn aus Lieb und Huld’ (liefde en genade), zoals Jezus Petrus aankeek (Lucas 22: 61, ‘De Heer draaide zich om en keek Petrus aan’).
Het tweede moment was in nr. 33, het duet ‘So ist mein Jesus nun gefangen’. En wel wanneer er sprake is van ‘Mond und Licht’.
Het derde en laatste adembenemende moment was in nr. 41, de aria ‘Geduld’ tegen het eind, waar de tenor zingt over ‘der liebe Gott’.
Het program van dirigent/violist Sato is duidelijk en behoeft geen verdere toelichting.

3.
Wat maakt gelukkig? heet het boek met een tekst van Thomas van Aquino dat ik tijdens mijn verblijf in Zeist las (uitg. Damon, 2021). Wel: zulke momenten. Thomas schrijft ‘dat de gelukzaligheid vooral bestaat in die activiteit [van het theoretische verstand, EvS], namelijk in de beschouwing van de goddelijke dingen’, als ‘de beschouwing van de waarheid’ (p. 84-85). Thomas citeert Augustinus, die in Boek X van zijn Belijdenissen schrijft ‘dat de gelukzaligheid de vreugde over de waarheid is’ (p. 93). Niet dat we ‘de volmaakte en ware gelukzaligheid (…) in dit leven (kunnen) hebben’, aldus Thomas.
Misschien zou je het, (over)denk ik dan, voorsmaak kunnen noemen. Of de ‘weerspiegeling van de hemel op aarde’ (Thijs van Meijeren, Goede Vrijdag). Zomaar, even. In liefde. In licht.

Buskes en Kroon – twee dwarsliggers

Uit de nalatenschap van Rie de Kater-Engel, die ik primair kende van ‘mijn’ muziekclubje in het verzorgingshuis waar zij woonde, verkreeg ik de feestbundel voor de vijfenzeventigste verjaardag van ds. J.J. Buskes: Dwarsliggers (uitg. Zomer & Keuning, 1974). Aan hem bewaar ik twee dierbare herinneringen. Op een dag liepen mijn moeder en ik langs een huis dat vol stond met boekenkasten. Mijn moeder liep achteruit om het naambordje te lezen. Buskes dus. De tweede keer was een dienst van de Alle-Dag-kerk in Amsterdam. Een kleine man met een witte haardos en – zag ik later – een slecht gebit stond onder het orgel de kerk in te kijken. Buskes dus.

Het kan niet anders of zo’n boek als dit en de herinneringen aan mevrouw De Kater en mijn wat eerder geboren en gestorven ouders doen je wat. Herinneringen die op een of andere manier verhevigd terugkomen, terwijl ik het boek las, en soms ook in elkaar over lijken te gaan.

Dwarsliggers
Ik zou ze allemaal na kunnen lopen: om te beginnen het hoofdstuk over dr. H.F. Kohlbrugge, die ds. Thijs van Meijeren noemde tijdens de presentatie van mijn boekje Mythe, mysterie, mystiek in de Amsterdamse Thomaskerk. De man die – zo lees ik – met één woord sprak: ‘de rechtvaardiging van de goddeloze’ – het woord dat Henk Vreekamp, over wie mijn boekje gaat, van hem heeft overgenomen.
Zo zou ik kunnen doorgaan, maar ik kies ervoor enkele hoofdstukken te nemen waarin de naam van ds. K.H. Kroon (zie foto rechts) voor komt. Ook zijn naam werd tijdens bovengenoemde presentatie genoemd. Mijn vader, zo meende de middagvoorzitter, zou bij hem in de kerkenraadscommissie Tenach & Evangelie hebben gezeten. Niets is minder waar; hij had zacht gezegd niets met hem en was penningmeester ten tijde van ds. René Venema. Al lezend in het boekje van mevrouw De Kater kom ik er gaandeweg achter waarom mijn vader waarschijnlijk niet zoveel met Kroon op had.

K.H. Kroon
Ik begin met het artikel dat K.H. Kroon schreef over Martin Buber. Ik proef daarin helaas iets van de wat verongelijkte man die ik eens trof. Het woord ‘aanvechtbaar’ valt nogal eens. Hij heeft kritiek op een niet nader genoemde vrijzinnig hervormde theoloog [dat is: professor Pieter Smits] en uit zijn teleurstelling over Buskes’ antwoord. Pijnlijk, voor een feestbundel zou ik zeggen.

Hoe anders van toon is de bijdrage van pater Van Kilsdonk over Kleijs Kroon. Ik snap waarschijnlijk opeens mijn vader, wanneer Van Kilsdonk schrijft: ‘Kroon is een man niet van het schrijft maar van het woord: in die zin ook niet van de Schriften, maar van de Mikrá (het Hebreeuwse werkwoord kara = roepen, denk aan: korán). Dat betekent: hij leest de tekst niet naar binnen toe maar roept hem uit, met mompelende, peinzende, soms ineens lichtgevende stem’.

Ik denk dat het één niet zonder het ander kan; dat heb ik van ds. Sytze de Vries geleerd: ‘Als een mens zich zijn vreugde niet meer uit kan zingen, zich Gods liefde niet meer te binnen kan zingen, heeft hij één van zijn grootste uitingsvormen verloren’ [vet EvS]. Misschien zit daar ook de crux waarom mijn vader geen affiniteit met Kroon had. Het een kan niet zonder het ander, vond deze ‘Psalmenmens’ zoals diezelfde middagvoorzitter hem eens raak omschreef.

Mythe, mysterie, mystiek

Onlangs verscheen mijn boekje over Henk Vreekamp, Mythe mysterie mystiek (uitg. KokBoekencentrum). Tijdens de presentatie daarvan, op 14 juni in de Amsterdamse Thomaskerk (Thomastheater), sprak ds. Thijs van Meijeren (Hoevelaken) enkele mooie woorden. Onder meer over de drieslag die in de titel tot uitdrukking komt:

‘De mythe. Overleven op de rand van angst en duisternis, de dood. De mystiek. Vlucht uit de werkelijkheid. De ziel met God alleen. Versmelten. De liefde, minstens zo sterk als de dood. Het mysterie. Het heilige midden. Als een kiertje licht, een weinigje hoop, stem en tegenstem van Israëls God, de teksten van de heilige Schrift, waardoor de andere twee panelen, mythe en mystiek, op hun plek vallen.’

Alles wat ik na 14 juni las, las ik door de ogen van Vreekamp, met de bril van Van Meijeren. Met name twee artikelen: ‘Verlangen naar mythes’ van Arnon Grunberg in Wordt Vervolgd (juni 2019, p. 9) en ‘De weg van de Stilte’ van Margreet Hogeterp over het gelijknamige boek van Jan de Jongh (uitg. Narratio) in Vredesspiraal (juni 2019, p. 14).

Mythe
Ik begin met het linker paneel: de mythe. Grunberg citeert uit een 4mei-lezing van Caroline de Gruyter, correspondent en columnist met aandacht voor Europese zaken: ‘De prijs die we voor dit systeem betalen, is dat Europa geen helden heeft, geen mythes, winnaars of verliezers’. Terecht, stelt Grunberg, benadrukt zij ‘het verlies van mythes, en dat is een groter verlies dan velen van ons lang hebben aangenomen (…). Het gaat niet om zelfonderzoek of onderzoek naar hoe het verleden echt was [invention of tradition noem ik dat in mijn boekje over Vreekamp, EvS], maar om het vinden van betekenis, en betekenis heeft de eigenaardige onhebbelijkheid de gedaante aan te nemen van een verhaal.’ Grunberg concludeert dat ‘wij met zijn allen de mythes hebben verwaarloosd, hebben gedacht dat vrede zonder mythes kan, en in dat gat is (…) extreemrechts gesprongen met heel specifieke en mijns inziens schadelijke mythes (…). Nu komt het erop aan ons verlangen naar mythes, oftewel betekenis, serieus te nemen.’
Vreekamp heeft ons voorgedaan hoe je dat kunt doen, en daarin is hij niet altijd begrepen. De mens is van den beginne verbonden met de aarde onder zijn voeten. Om dat te voelen liep hij blootsvoets over de heide, een woord waarin niet voor niets het woord ‘heiden’ mee resoneert: ‘de heiden in de oorspronkelijke zin: mens van de heide, het platteland, levend op het ritme van de seizoenen en vergroeid met de natuur’.
Vreekamp herontdekte de mythen van de aarde in Noord-Europa. ‘Midden in de nieuwe wereld begon ik de oude wereld wakker te lezen’, die van de Edda en de Heliand, die ‘Christus als de machtige Held, sterker schildert dan Wodan of Thor’.

Mystiek
Het rechter paneel bestaat uit de mystiek. Hogeterp beschrijft de volgorde van de thema’s in het boek van Jan de Jongh, ‘de weg van verlangen naar de veelal verloren Stilte, die kan uitkomen bij de levensbron van mystieke ervaring’. Het is een andere weg dan die Vreekamp volgde. Voor hem kwam de weg ergens anders uit, waarover straks. Hogeterp citeert het slot van De Jonghs boek:

‘Laten we dat verschrikkelijke en onverklaarbare WAAROM van Jezus en al die andere gemartelden in onze dagen laten staan – en niet vluchten in een theorie over verzoening of iets dergelijks. Het antwoord op de vraag blijft in de mystieke stilte. Want nooit kom ik los van jou, mijn God’.

Vreekamp vond zo’n antwoord niet in de mystiek. Het bleef voor hem een geheim, een mysterie. Een woord dat ook in de bespreking van Hogeterp valt, wanneer ze Kick Bras, theoloog en oud-docent spiritualiteit aan de Protestantse Theologische Universiteit (Kampen) uit het voorwoord citeert: ‘Liturgie is voor De Jongh stil en aandachtig, ritueel en poëtisch omgaan met de levensraadsels en het daarin zich manifesterende goddelijke Mysterie’. De mystiek was voor Vreekamp geen antwoord, zoals bij De Jongh, maar een vermoeden. Een mysterie.

Mysterie
Het mysterie vormde voor Vreekamp het middelpunt, het hart van het drieluik, het wat ik in mijn boekje met H. Berkhof ‘het perspectivisch middelpunt’ noem. Het gegeven midden was voor hem Jeruzalem, het geloof der Vaderen. De liturgie waar De Jongh het over heeft, was voor hem iets ‘tussen mythe en mystiek [in]’, de preek ‘de verkondiging van het mysterie van de Messias’. Zoals God ‘in een tent wil wonen te midden onder zijn volk. Dichtbij de mensen, letterlijk in het midden’. Zó vallen, zoals Van Meijeren zei, ‘de andere twee panelen, mythe en mystiek, op hun plek’.

Lees hier de tekst van Thijs van Meijerens reactie op mijn boek, in twee delen:

Deel 1: https://www.theoblogie.nl/hernieuwde-ontmoeting-met-henk-vreekamp/
Deel 2: https://www.theoblogie.nl/de-drieslag-van-henk-vreekamp/

Boekpresentatie 14 juni a.s.

Mythe, mysterie, mystiek’ door Els van Swol biedt een eerste kennismaking met het werk van Henk Vreekamp (1943-2016), predikant en schrijver van onder meer de Veluwe-trilogie. Hij noemde zichzelf een heidens-christelijk theoloog die uitgedaagd werd door het joodse denken. Dit boek bevat ook de preek die hij één dag voor zijn overlijden hield. Drie thema’s vormen een rode draad door zijn denken: de mythe, waarin het goddelijke en menselijke door elkaar lopen; het mysterie, de genade, waarin hemel en aarde van elkaar onderscheiden worden; en de mystiek, waarin God en mens elkaar ontmoeten.

 

 


Programma

Opening – door Wilken Veen
Wilken Veen is predikant van het Leerhuis Amsterdam Tenach & Evangelie en redacteur van de boekenreeks van de Vereniging voor Theologie en Maatschappij waarin dit boekje verschijnt.

Kort recital – Joanna Rotberg, piano
Joanna Rotberg (geb. 1995) begon op 6-jarige leeftijd met haar pianostudies en studeerde op 17-jarige leeftijd cum laude af aan de 1st Private School of Music in Kielce (2012). In hetzelfde jaar trad ze toe tot de pianoklas van Eugen Indjic aan de Schola Cantorum in Parijs. In 2016 behaalde ze haar Diplome Supérieur met de aantekening ‘Très Bien a l’Unanimité avec Felicitations du Jury’.
Sinds 2016 vervolgt ze haar studie aan het Conservatorium van Amsterdam bij Frank Peters.
Zij speelt achtereenvolgens: de Toccata in e kl.t., de koraalprelude ‘Ich ruf’ zu dir, Herr Jesu Christ’ en de Prelude en Fuga in C gr.t. uit het eerste boek van het Wohltemperiertes Clavie van Joh. Seb. Bach.

Mythe, mysterie, mystiek in de poëzie van Anton Ent – korte inleiding door Els van Swol
Henk van der Ent (geb. 1939) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde, Wijsbegeerte en spiritualiteit aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, en was leraar in Apeldoorn.
Onder de naam Anton Ent publiceerde hij zestien poëziebundels, waarvan de laatste, De gele zweep, dit jaar verscheen. In deze bundel is ook het gedicht ‘Open velden. In memoriam Henk Vreekamp’ opgenomen.
In Anton Ents werk kan eenzelfde drieslag worden aangetroffen als in dat van zijn vriend en geestverwant Henk Vreekamp.

Korte inleiding n.a.v. enkele punten uit het boek – door Thijs van Meijeren
Thijs van Meijeren (geb. 1989) studeerde theologie in Apeldoorn (TUA), Utrecht (UU) en Amsterdam (PThU) en is sinds 2015 predikant van de Hervormde gemeente Hoevelaken, Stoutenburg en Achterveld (PKN).

Overhandiging van het eerste exemplaar namens de uitgever – door Aart de Bonte

Receptie

De Thomaskerk, Prinses Irenestraat 36, Amsterdam, is bereikbaar met de metro richting Station Zuid (uitgang Zuidplein); tram 5 (halte Prinses Irenestraat); bus 15, 62 of 65 (halte Station Zuid).

Wij nodigen u hierbij van harte uit aanwezig te zijn. Aanvang: 15.00 uur.
U hoeft zich niet van tevoren aan te melden.  

https://www.kokboekencentrum.nl/boek/mythe-mysterie-mystiek/