Mijn ouders kochten op advies van de orthopeed een duur bed met een lattenbodem voor me. Op een gegeven moment, toen ik eens ziek in dat bed lag, ging mijn moeder op de rand ervan zitten en zegen wij langzaam naar de grond. Wat bleek: een poot was weggedraaid. Ik heb het bed nog steeds en nog steeds moet ik met enige regelmaat de poten vastdraaien.
Ik moest aan dit beeld denken, toen ik de ‘Exegetische miniatuur’ las van Wout van der Spek, in het laatste nummer van In de Waagschaal (22 augustus 2020). Elke miniatuur, die een A5-pagina beslaat, kiest hij voor een Bijbelse psalm. Dit keer was Psalm 87 aan de beurt, in een eigen vertaling.
De lattenbodem lijkt aan het begin stevig. De Psalm begint in Van der Speks vertaling met de basis van JHWH, op heilige bergen en poorten die Hij liefheeft. ‘Vervolgens’, schrijft hij, ‘worden alle volken in Sion geboren. Zeer bijzonder. De dichter ziet het al voor zich en laat hen aan het slot in vers 7 dansen met de thora, zo lijkt het wel, wat joden tot op de dag van vandaag één maal per jaar op Simchat Thora doen.’
De hoofdredactie (Peter Verbaan en Niels den Hartog) schrijven in hun ‘Van de redactie’, of ‘dat beeld vastgehouden kan worden, is ondertussen nog maar de vraag’. Hierop kom ik later terug.
Hierna heldert Wout van der Spek, in zijn eigen, woorden, ‘nog een paar dingen op’. Zoals over de volkerenwereld die in de Psalm wordt genoemd: Rachab (Egypte), Babel, Filistea, Tyrus en Nubië, wat hij politiek lijkt me niet helemaal correct vertaalt met ‘Moor’.
Daar gaat het al een beetje schuren, maar als klap op de vuurpijl constateert de auteur dat ‘als zo de toenmalige wereld wordt bedacht, dan horen wij er ook bij. Amazing Grace!’.
Daar is het helemaal mis gegaan – de poot waarop mijn bed met lattenbodem rust, is weggedraaid en het geheel is naar de grond gezakt. Dat wil zeggen: Van der Spek is door de bodem gezakt waarop hij stond als predikant, en later gastpredikant van Tenach en Evangelie, eerst kerkenraadscommissie later leerhuis (LATE).
De ironie van het lot wil, dat een andere predikant die deze Psalm eens zo mooi uitlegde, Henk Vreekamp (op 31 december 2015 in de Grote Kerk van Epe) de ‘basis’ zoals Van der Spek vertaalde, vertaalde met gronding, ‘de grond waar je doorheen zakt’. Ironie, omdat Van der Spek in de laatste LATE-dienst waar ik hem hoorde, opeens, ins Blaue hinein de theologie van Vreekamp aanviel. Over de hoofden van de minjan, het tiental (want meer zijn het meestal niet) toehoorders heen, maar mij raakte het als auteur van een boekje over Vreekamp des te meer: waarom in Godsnaam?
Ik ben gaan zoeken of Vreekamp ooit iets over Psalm 87 heeft gezegd. En ja: dat heeft hij dus, twee maanden voor zijn dood (terug te vinden op zijn website onder Preken). Veel komt overeen met de miniatuur van Van der Spek, belangrijke accenten wijken af.
Ook Vreekamp vraagt zich, net zoals min of meer de redactie van In de Waagschaal af, of Sion nog steeds het spirituele centrum van de wereld is. Nee, antwoordt hij: het is de weerglans ervan.
Het belangrijkste is de constatering dat ‘Alle volken in Sion zijn uitgenodigd om het Loofhuttenfeest mee te vieren’. Uitgenodigd – dus niet: wij (alleen het woord al: wij – zij) horen er ook bij. Nee, we mógen erbij zijn. Op uitnodiging wel te verstaan. Want veel christenen hebben er in hun relatie tot het jodendom een potje van gemaakt, zodat – zoals een vriend van mij onlangs weer eens terecht zei – bescheidenheid past. Geen vooraanzitting, maar ook zeker geen annexatie van een Psalm.
Het is verdrietig, maar het moet blijkbaar toch steeds weer worden gezegd. Zoals ik die poot van mijn bed steeds moet aandraaien.