Vangen wat er te vangen valt

Ze zeggen dat het leven soms aan je voorbij trekt als een film. Het gebeurde mij tijdens een kort orgelconcert door de Japanse organiste Yu Nagayama in de St.-Janskathedraal in ’s-Hertogenbosch (29 juli 2023).
De duiding las ik een dag later in een indrukwekkend artikel van filosofe en schrijfster Eva Meijer (NRC, 28 juli 2023, zie foto Bowie Verschuuren op haar website, rechtsboven) en tijdens de eerste lezing (een gedicht van Rutger Kopland, zie link onderaan) tijdens een kerkdienst in de Bethelkerk in Amsterdam.

Het orgelconcert in de St.-Jan
Tijdens het orgelconcert werden wij in verschillende talen welkom geheten door een zogeheten ‘zwarte Franciscaan’, een minoriet in een zwarte in plaats van bruine pij met een wit koord om zijn middel: ‘Vrede en alle goeds’. Daar begon het mee, want toen mijn moeder van mij in verwachting was, nam haar oudste broer boeken over Franciscus van Assisi (afb.: Cimabue) voor haar mee. Zij heeft er iets van meegekregen en op mij overgedragen.

Het koord begon zich verder te ontrollen tijdens het eerste muziekstuk: The Queenes Alman van William Byrd. Ik ken het van opnamen en/of concerten van Gustav Leonhardt en ik heb de melodie ongetwijfeld in bewerkingen voor blokfluit zelf ook gespeeld.
Net zoals ik het volgende stuk kende: het Largo uit Bachs hoboconcert BWV 1056, hier in een bewerking door Dick Koomans. Van blokfluit was ik namelijk overgestapt op hobo – en inmiddels weer terug, omdat het hobospel me te zwaar werd.
Vervolgens speelde Nagayama een koraal uit de cantate Herz und Mund und Tat und Leben BWV 147, eveneens van Bach, beter bekend als Jesu joy of man’s desiring in de bewerking van Myra Hess. Een andere broer van mijn moeder had de opname hiervan op 78-toerenplaat. Hij heeft hem veel gedraaid toen zijn moeder, mijn oma overleed. Als troost voor zijn zus. Ik heb deze en andere platen van hem geërfd.
De organiste sloot af met Bachs Prelude en Fuga in G BWV 541, een ideaal stuk om ons weer opgeruimd de straat op te sturen.

Het artikel van Eva Meijer
Ik lees de volgende dag het genoemde artikel van Eva Meijer, die is getroffen door long covid. Dat is mij gespaard gebleven, hoewel ik vermoed dat de verergering van mijn astma ook te wijten is aan een verder overigens milde covidbesmetting rond Pasen. Een fysiotherapeut helpt mij tussen twee haakjes inmiddels met ademhalingsoefeningen, zodat ik een fout ingesleten, hoge ademhaling weer loslaat en blokfluit kan blijven spelen.
Meijer zoekt haar toevlucht bij de doden, in haar geval geen componisten en herinneringen aan haar moeder en ooms, maar bij filosofen. Ze schrijft – en dat ervoer ik ook in de St.-Jan – ‘dat de nabijheid van de doden ook laat zien dat je eigen leven niet gescheiden is van de dood, dat de tijd zich kan inrollen en uitrollen’. Als in een film, als het koord om het middel van de minoriet.
Het einde van dat koord, van die draad zoals Meijer schrijft, ‘is jouw einde (dat geen einde is). Dat ligt al op je te wachten. En jezelf van vroeger is al een geest in je leven, iemand [of iets, EvS] die [dat, EvS] nog in de tijd bestaat maar er niet meer bij is’.
Ze vervolgt met een alinea over de memoires M-Train van Patti Smith: ‘Kunst is echter dan het leven, zowel haar werk als dat van anderen, maar het vangt alleen wat er was, het brengt het niet terug. Doorleven is altijd een kwestie van loslaten en vasthouden’. Als je adem.
Vasthouden ook op de manier zoals in het slotstuk van het concert dat mij in gedachten terugvoerde naar de talloze zomerorgelconcerten die ik hoorde en voor de Leeuwarder Courant recenseerde. Iets dat ik nog steeds doe, recenseren.

Het gedicht van Rutger Kopland
De verschillende orgelwerken van Bach komen symbolisch terug in de drie strofen van het gedicht Het dorp II van Rutger Kopland. Je ziet om te beginnen uit over een kloof (BWV 1056): loopt het pad in gedachten af en kijkt wat rond.
De helling is kaal en voert dieper, naar een dal, maar er is water dat je lest (BWV 147), er is een overkant. Uiteindelijk voert de weg, het (levens)pad weer omhoog (BWV 541).

 

Link naar artikel van Eva Meijer: https://www.nrc.nl/nieuws/2023/07/28/geef-mij-maar-dode-filosofen-die-geven-nog-altijd-antwoord-a4170575?utm_campaign=share&utm_medium=social&utm_source=twitter&utm_term=in-sidebar
Link naar gedicht van Rutger Kopland: https://www.dbnl.org/tekst/_tir001198801_01/_tir001198801_01_0014.php (Het dorp II).

De keuze van …

Orgelnieuws biedt momenteel op hun website aan organisten en orgelliefhebbers een podium om hun keuze aan mooie orgelmuziek in dito uitvoeringen te delen. Ik doe hier op deze blog ook een duit in het zakje met een handje vol mooie orgelmuziek, voor in de orgelzomer van 2021.

Joh. Seb. Bach (1685-1750) – 1) Erbarm’ dich mein, o Herre Gott (BWV 721)
Een koraal van een grootse eenvoud, als een langzaam, zangerig deel uit een Italiaans concert, hier gespeeld door Leo van Doeselaar op het Schnitger-orgel van de Martinikerk in Groningen, dat ik onlangs nog hoorde in het kader van het Peter de Grote Festival, bespeeld door Theo Jellema. Ik raak elke keer weer ontroerd als ik het koraal hoor, zo troostrijk is het.1)

https://www.bachvereniging.nl/nl/bwv/bwv-721/

Joh. Seb. Bach – 2) Partita ‘Sei gegrüsset, Jesu gütig’ (BWV 768)
Bach is zó groot, dat ik een tweede keus aan bovenstaand koraal toevoeg en wel een partita die mij altijd veel heeft gedaan. Hij wordt hier gespeeld op het Van Hagerbeer/Schnitgerorgel in de Laurenskerk in Alkmaar, door Frans van Wijk. Het is een opname van 8 juni 2015.

https://www.youtube.com/watch?v=YKDd38zg2-0

 

 

Georg Böhm (1661-1733) – Vater unser im Himmelreich
Bach zal achter zijn oren hebben gekrabd, toen hij met dit meesterwerk kennismaakte; het steekt hem zonder meer naar de kroon. Wat een rust, intimiteit en grandeur spreekt uit dit orgelkoraal – als een dans van David voor de ark uit. Hier gespeeld door Hayo Boerema op het Marucssen-orgel van de Laurenskerk in Rotterdam (zie foto hierboven).

https://www.youtube.com/watch?v=rxboMs3xYgo

Joh. Adam Reincken (1643-1722) – Fuga in g kl.t.
Ik kan me nog herinneren dat ik dit stuk voor het eerst hoorde: op het koororgel in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Ik was perplex: een kleine fuga van de in Deventer geboren componist, waarin ratio en gevoel op meesterlijke wijze hand in hand gaan. Hier gespeeld door Sietze de Vries op het orgel in Uithuizen, ook een Schnitgerinstrument.

https://www.youtube.com/watch?v=nB1_lgko2w0

Louis-Nicolas Clérambault (1676-1749) – Duo uit Suite du premier ton
Een stuk waar ik altijd een voorliefde voor heb gehad, zo vrolijk en doorzichtig, is Duo uit de Suite du premier ton van de Franse componist Louis-Nicolas Clérambault. Het wordt hier uitgevoerd door Benoit Dumon op een uitgesproken Frans klinkend orgel in de abdij van Saint-Antoine (vanaf 3’20”).

https://www.youtube.com/watch?v=2p-YYJwnlyM

Morton Feldman (1926-1987) – Principal sound
Deze compositie hoorde ik voor het eerst in de Grote Kerk van Harlingen, samen met mijn vader. Het werd uitgevoerd door Klaas Hoek en werd zonder onderbreking gespeeld na Ich ruf’ zu Dir, Herr Jesu Christ (uit het Orgelbüchlein) van Joh. Seb. Bach. De roep om vrede die uit beider werk opklonk, kon niet indringender zijn dan zó. Hier wordt het gespeeld door Olivier Latry op een niet nader aangeduid orgel (van de Notre-Dame?) in Parijs .

https://www.youtube.com/watch?v=GxW_GgQhbJc

Toegift – William Byrd (1543-1723)
Op een video-opname op YouTube zien we toetsenist Olga Pashchenko achter een klavecimbel. Ze speelt een Fantasie van William Byrd. En hoe. We weten dat ze naast klavecimbel en (forte)piano ook orgel speelt. Dát zou ik wel eens willen horen. Ik zie er nu al naar uit.

https://www.youtube.com/watch?v=5DiebzF-UJ4

  1. Is het toeval dat op de podcast die Rae Milford en Andrea van Pol maakten over de Duitse componiste Johanna Senfter (1879-1961) juist op het moment dat er sprake is van ziekte en een zwakke gezondheid, een fragment klinkt van haar orgelkoraal ‘Vom Himmel hoch, da komm Ich her’? https://podcasts.apple.com/nl/podcast/nooit-van-gehoord/id1569628502?i=1000527609797