Aan de vooravond van het webinar dat NBD Biblion organiseerde voor hun aan de kant gezette, zo’n 700 recensenten (waaronder ik, maar denk ook aan de redacteuren van NBD Biblion die hun baan verloren!) om uit te leggen hoe hun nieuwe werkwijze (‘automatisch metadateren’) in zijn werk gaat, zag ik op televisie een aflevering van de Amerikaanse detectiveserie Mystery 101 die wel heel toepasselijk was.
Het ging over een door de firma McHale Technologies ontwikkelde software, SLOOTH, waarmee de politie kon worden geholpen misdaden op te lossen. Het gevolg zou wel zijn, dat de meeste politiemannen en -vrouwen werkloos zouden worden. Uiteindelijk kwam iedereen erachter, dat het een hoax was, een opzettelijk verspreid, onwaar bericht. Zoals sommige websites hoopten dat de aankondiging van NBD Biblion een vroege 1 aprilgrap was. Dat is het niet, maar er speelt wél iets anders dat tot veel commotie leidde en niet had gehoeven denk ik.
Recensie of aanschafinformatie?
Als recensenten wisten we al langer dat dit eraan zat te komen. Tenslotte is NBD Biblion al ruim drie jaar samen met de firma Bookarang (een dochteronderneming van NBD Biblion) bezig geweest met dit traject. Ondertussen recenseerden wij rustig door (en sommigen blijven dat, begreep ik ook doen voor een vakgebied als theologie) en werden we – directeur Nina Nannini van NBD Biblion gaf het grif toe – een beetje vergeten.
Maximaal 1.100 posities per recensie. Die term heeft NBD Biblion zelf de wereld in geholpen en daar ging het mis. Het was opvallend dat de gespreksleider van het webinar, journaliste Margreet Reijntjes, er pas na een half uur achter kwam, dat het woord recensie in dit verband ‘misschien wat ingewikkeld is’.
Het werd door Victor van Bergen Henegouwen in zijn korte presentatie dan ook niet (meer) gebruikt; hij had het over ‘Aanschafinformatietekst en een aantal schuifjes’ (dat zijn waarden van 1-7 die aan een boek worden toegekend en waar ik hier verder niet op in zal gaan).
Op het formulier dat NBD Biblion per boek meestuurde, stond bovenaan ‘Recensieformulier’ en bij onze naam ‘Recensent’, maar boven de tekst die we in moesten vullen stond: ‘Aanschaf-informatie’. Over duidelijkheid gesproken. AI is ook de term die bibliothecarissen (waaronder ik) gebruik(t)en: ai’tjes. Op de achterzijde van het formulier stonden aanwijzingen waaraan je als recensent in dat desbetreffende veld aandacht diende te besteden. Puur gericht op collectioneurs binnen een Openbare Bibliotheek. Voorts was er nog een annotatieveld en waren er trefwoorden te vergeven.
We hebben zelfs een cursusmiddag in de – toen – nieuwe vestiging van NBD Biblion in Zoetermeer (zie foto rechts) over gekregen, want niet zozeer het veld voor de recensie c.q. aanschafinformatie leverde de meeste problemen op, maar wel het veld ‘Bibliotheekadvies’. En dáár is het toch mede, of misschien zelfs primair om te doen; de recensie c.q. aanschafinformatie is, net als SLOOTH ondersteunend bij de beslissing om een boek al dan niet aan te schaffen.
Nog een vergeten groep?
Want wat de bibliothecaris zelf deed en nog steeds doet als het goed is, is vakliteratuur en recensies in dag- en weekbladen bijhouden. Sterker nog, ik weet dat toen ik mijn Openbare Bibliotheekstage in Haarlem liep, er hele bijeenkomsten met afdelings- en filiaalhoofden werd gehouden om de ai’tjes door te nemen en het aanschafbeleid op elkaar af te stemmen, van hoofdvestiging tot filiaal. Per keer werd er dieper op een Haarlemse schrijver ingegaan. Aan mij viel als stagiaire ook een keer zo’n beurt toe. Ik bewaar er mooie herinneringen aan, aan die ochtenden. Dat dit bij het huidige aantal ai’s (zo’n 300 titels per week) niet meer kan en zal gebeuren is duidelijk. En dat de taak van de bibliothecaris inmiddels is verschoven en, als deze ontwikkeling van NBD Biblion doorzet in het beste geval nog meer zal verschuiven.
Naast zich roerende recensenten zijn er ook auteurs wiens/wier boeken worden aangeboden die minder tevreden zijn dan de wat afwachtende bibliothecarissen. Lisa Weeda bijvoorbeeld heeft in niet mis te verstane bewoordingen al het volgende gevraagd: ‘Hoi @NBDBiblion, hoewel ik iets beters te doen heb deze weken, vraag ik toch even of ik uit de voorbeeldfolder van jullie belachelijke Artificial Intelligence-pakket kan worden gehaald. Boeken worden gelezen door mensen, niet door AI. Leuk, boekpromo, maar liever niet zo’ (tweet, 14 maart jl.) (zie foto links).
Ik denk dat ook zulke reacties van de zogeheten ‘criticasters’ (dit woord nam Reijntjes helaas een paar keer in de mond) te begrijpen zijn. Daarbij vraag ik me namelijk af, of overkoepelende instellingen van auteurs wel bij dit hele proces waren of worden betrokken. Het is waar Martijn Noordam (Openbare Bibliotheek Den Haag), die ook aan tafel zat, na een uur achter kwam: ‘Het heeft allemaal met communicatie te maken’. In eerste instantie met miscommunicatie denk ik.
Een ding is duidelijk: AI staat niet langer meer alleen voor Aanschafinformatie (‘recensie’ moeten we maar definitief vergeten, want dat waren en zijn de ai’tjes niet), maar ook voor Artificial Intelligence. Op zich is daar niets mis mee. Nu nog een uitwerking waar iedereen mee kan leven. Ik ben bang dat we daar nog even op moeten wachten.