‘Het gaat juist om het dichtbij zijn’

Op woensdag 11 oktober jl. vond in de aula van begraafplaats Zorgvlied in Amsterdam een plechtigheid plaats voorafgaand aan de begrafenis van Henk Lensink (1939-2023). Een uur daarvan heb ik via de webcast van Zorgvlied gevolgd. Aan het woord kwamen toen Henks broer, kinderen en kleinkinderen.
Henk Lensink werd zo vooral geschetst als vader en opa, en slechts indirect als de theoloog en predikant die hij ook was. In de laatste hoedanigheid heb ik hem gekend, vooral toen wij een poosje gelijktijdig lid waren van de leerhuiscommissie van het Leerhuis Amsterdam Tenach & Evangelie (LATE) en de vergaderingen daarvan bijwoonden.

Wat mij vooral is bijgebleven, is zijn belangstelling voor vertaalproblemen vanuit de Septuagint. Hij kon voorafgaand aan een vergadering daar enthousiast en met luide stem over vertellen. De laatste keer dat ik hem zag was bij de afscheidsdienst van ds. Hans Hoekert (op 10 mei van dit jaar) in De Thomas aan de Zuidas. Lensink zat voor me en ik hoorde dat hij moeilijk sprak. Hij draaide zich naar mij om en zijn brede lach sprak boekdelen. Gesproken hebben we elkaar verder niet.

Steeds dichterbij
Wat mij vooral raakte in de toespraken tijdens zijn afscheidsdienst, was een opmerking van één van zijn kinderen. Na een ingreep aan zijn stembanden en het steeds dover worden, kwam hij steeds dichterbij. Lief en zacht. Ik geloofde het meteen en moest aan twee dingen denken: aan een vakantie die ik doorbracht met mijn broze vader. Het moet in 1996 zijn geweest en we zaten in een hotel. Aan weerszijden van de gang hadden we elk een kamer met een terrasje. Op een daarvan brachten we de meeste tijd door. Lezend. Ik las, herinner ik me nog goed, De tweeling van Tessa de Loo, dat diepe indruk maakte. Een enkele keer maakten we een uitstapje, maar het is vooral het zwijgzame nabije samenzijn dat me bij is gebleven. Lief en zacht.

Voorwoord, nawoord
Het tweede waar ik aan moest denken, is een gedeelte uit het gedicht ‘Voorwoord’ van Babs Gons, uit haar bundel Doe het toch maar (2021):

… stilte

van gebaren
van even iets niet zeggen
en even niets zeggen
van armen en ogen
en afstand en huid
en lucht en aarde
en botten
die meer zeggen
dan

een taal als een verzoek
een bede
een oproep tot
medemenselijkheid

Ik weet dat de context een andere is, van contact tussen mensen van een andere kleur, maar het gedicht drukt ook iets universeels uit. Immers:

Het gaat juist om het dichtbij zijn, dat weten alle dieren, hoef
ik jou niet te vertellen.

Dat schreef weer een andere dichter, Eva Meijer, in haar gedicht ‘Je noemt het een gesprek’ (in: Het witste woord, 2023). En als iemand een dierenliefhebber was, dan was het wel mijn vader. Van Henk Lensink weet ik dat niet. Ik weet überhaupt weinig van hem. Als ik zijn naam op internet opzoek, kom ik ook eigenlijk maar één boek van hem tegen: Dat ik den ploeg van uw woord mag besturen – bijdragen aan de uitleg van bijbelverhalen (2004). Ook in Bekirbénoe, de periodiek van de Kerkenraadcommissie Tenach en Evangelie vond ik slechts één bijdrage van zijn hand. Maar die lach – die zal me altijd bijblijven.
Zijn nagedachtenis zij tot zegen.

Morton Feldman en Levi van Veluw

In een eerdere blog over de muziek van de Amerikaanse componist Morton Feldman (1926-1987) – gebaseerd op een artikel dat ik schreef in het tijdschrift Mens en melodie (1986) -, vroeg ik me af welke beeldende kunst dezelfde sfeer ademt als diens muziek. Uiteraard ging het in die blog over Mark Rothko, maar het had net zo goed bijvoorbeeld Alexander Calder kunnen zijn. 1)

Er kan nu nog een naam aan worden toegevoegd. Een paar dagen voor de uitvoering van Feldmans laatste werk, Piano, Violin, Viola, Cello (1987) door Nieuw Amsterdams Peil op 17 september 2023 in het Amsterdamse Muziekgebouw 2), kwam het Stedelijk Museum Schiedam met het persbericht, dat Planetary Chapel (2021) van Levi van Veluw (1985) is aangekocht (zie afb. bovenaan, ontleend aan de link in het persbericht). 3) De titel alleen al doet denken aan Feldmans Rothko Chapel (1971). Al hebben beide kunstenaars elkaar uiteraard niet gekend – toch is er ook hier sprake van een zekere geestverwantschap.

Levi van Veluw
Levi van Veluw! Mijn hart maakt een sprongetje. Ik zag zijn werk voor het eerst – met een verkeerd naambordje erbij – jaren geleden, in Galerie Mandos in Amsterdam en het heeft me sindsdien niet meer losgelaten. 4)
Overigens ligt de manier waarop het Schiedamse museum het werk van Van Veluw vanaf 23 september 2023 aan het publiek toont, in het verlengde van wat er in 2019-2020 gebeurde met de een-op-een ervaring die kon worden aangegaan met een werk van – daar is hij weer – Mark Rothko. In het geval van Van Veluw kunnen bezoekers op bepaalde momenten op zaterdag en zondag aansluiten bij de zogeheten ‘stille performance’, waarbij je volgens het persbericht ‘wellicht zelfs een spirituele ervaring beleeft’.

Die link kan zeker worden gelegd, want Van Veluw heeft het in verband met Planetary Chapel over zijn inspiratiebron: de tempel van Salomo, die volledig bekleed zou zijn met dun geslagen, zuiver goud uit Parvaïm.
Rothko Chapel in Houston (Texas, zie afb. hieronder) is een oecumenisch centrum, een kapel waarin mensen van welke achtergrond dan ook rustig kunnen mediteren. Veertien schilderingen van Rothko kunnen daartoe, naast de ruimte zelf, inspiratie bieden.

Morton Feldman
‘Een verstilde en magische ervaring’, zo noemt museumdirecteur Anne de Haij van het Stedelijk Museum Schiedam haar ontmoeting met Planetary Chapel. Een uitspraak die ook van toepassing is op de muziek van Morton Feldman. Op de website van Feldmans uitgever, Universal Edition, is zelfs sprake van muziek als een psalmodie, het op één toon met kleine variaties psalmen reciteren.

Nu is er bij Feldmans laatste compositie niet zozeer sprake van één toon, maar wel van kleine variaties binnen een beperkt bereik die als biljartballen zacht tegen elkaar aan tikken. Tussen de pianopartij en de als één instrument optredende strijkers. In een langzaam tempo, zacht en zich grotendeels in het middenregister bewegend. De piano fungeert als een soort keu, die de strijkers als biljartballen, of liever dus: één biljartbal in beweging zet. Fragiel, in kleine bewegingen, zachte tikjes van de bal. Soms aaiden ze elkaar, soms zaten ze elkaar dicht op de hielen. Tonen die dicht bij elkaar bleven, akkoorden die niet oplossen. Een enkele keer een klein loopje of een vlug ornamentje.

Bij Van Veluw zijn het planeten, bij Feldman biljartballen. Een wereld van verschil, lijkt het, maar dat is niet zo. Ze bewegen vanuit eenzelfde meditatieve, trage gedachte. De kijkers worden er in Schiedam straks vast in meegenomen, zoals de luisteraars in het Amsterdamse Muziekgebouw dat werden.

[1] https://elsvanswol.nl/morton-feldman-hoort-bij-mark-rothko/
[2] https://www.muziekgebouw.nl/nl/agenda/12871/nieuw-amsterdams-peil/morton-feldman-the-last-one
[3] https://stedelijkmuseumschiedam.nl/nieuwe-aanwinst-planetary-chapel-2021/
[4] https://ronmandos.nl/artist/levi-van-veluw/