Molen met een twist

Iedereen zal wel eens een pentekening van een Amsterdams stadsgezicht door Willem Wenckebach (1860-1937) hebben gezien. Hij werd er, naast zijn aquarellen voor de Verkade-albums van Jac. P. Thijsse, bekend door. De tekeningen werden (worden?) driftig nagetekend.
Zo hangt er in mijn gang een ongesigneerde tekening van korenmolen De Gooyer in de Dapperbuurt, nagetekend door een collega van mijn vader naar Wenckebachs origineel uit 1907 (afb. links). Groot was mijn vaders desillusie toen hij ontdekte dat zijn collega die beroemde afbeelding had nagetekend.

Ik had hem kunnen geruststellen, want is dat echter zó belangrijk? In de kunstgeschiedenis bestaat er toch zoiets als de trits translatio – imitatio – aemulatio (vertalen – navolgen – overtreffen)? Ja, de tekening door de collega van mijn vader behoort ongetwijfeld tot het eerste, translatio, maar dan wél heel goed gedaan.
De tekening van De Gooyer door Wenckebach was nagetekend ook te zien op de expositie Tekeningen van Co van Melle, straatarts, pianist, tekenaar, activist en dichter in De Tweede Uitleg. Aangebracht in de rechterbovenhoek van een tekening die Van Melle december 2020 maakte van De Gooyer, gezien vanaf het Zeeburgerpad (afb. rechts).

Hier gaan we een stapje verder: er is niet langer sprake van translatio, maar van imitatio: een navolging van Wenckebach met een eigen twist door Van Melle. De molen is van een andere kant getekend. Of – laten we onze fantasie gebruiken – de molenaar is aan het kruien geweest en heeft het bovenstel van de molen zó gedraaid, dat de wieken weer wind vangen en verder kan worden gemalen. Molen én beeld zijn gekanteld. Dat kunnen tekeningen doen: je beeld laten kantelen.

 

Verscheen eerder in Drieluik, gezamenlijke uitg. van de Ark/Bethelkerkgemeente en de Nieuwendammerkerkgemeente in Amsterdam-Noord. Wordt hier met toestemming geplaatst t.g.v. de 50ste Nationale Molendag (13 en 14 mei 2023): https://www.natuurmonumenten.nl/nationale-molendag

Top-10 tentoonstellingen

De hoofdredacteur Kunst van de website 8weekly.nl vraagt de kunstredacteuren elk jaar om hun Top-10. Onderstaand mijn bijdrage – aangevuld met een nr. 11, na de deadline van deze inzending. Het gaat om gerecenseerde en/of bezochte tentoonstellingen. Waarbij ik bij nader inzien die van Penone in de tuinen van het Rijksmuseum nog vergat (zie ook: https://oudekerk.amsterdam/nieuws/blog-dubbel-zien/) …
De lijst die er uiteindelijk uitrolde staat op de site van 8weekly: http://8weekly.nl/special/beste-tentoonstellingen-2016/

Craigie Horsfield – How the world occurs, Centraal Museum Utrecht

De eerste solotentoonstelling – bestaande uit zo’n veertig werken – van de Engelse kunstenaar Craigie Horsfield, in de voormalige negentiende eeuwse stallen van het Centraal Museum in Utrecht, komt ongenadig hard binnen. Een relevante tentoonstelling.
Lees de recensie: http://8weekly.nl/recensie/kunst-als-grenservaring

Isa Genzken – Mach dich hübsch!, Stedelijk Museum Amsterdam

Prachtige overzichtstentoonstelling van Isa Genzken in het Amsterdamse Stedelijk Museum, dat zich na jarenlang in de luwte te hebben verkeerd, onder andere hiermee, weer nadrukkelijk op de kaart zet.
Lees de recensie: http://8weekly.nl/recensie/invloedrijk-oeuvre-inventief-gepresenteerd/

Ai Weiwei – #SafePassage, FOAM AmsterdamI

Indrukwekkende tentoonstelling met recent werk, foto’s en objecten, van deze controversiële Chinese kunstenaar. Zet danig aan het denken.
Lees de recensie: http://8weekly.nl/recensie/kunst/systeem-versus-individu/

Jheronimus Bosch – Visioenen van een genie, Het Noordbrabants Museum ‘s-Hertogenbosch

Het leeuwendeel van de schilderijen en – minder bekende – tekeningen van Jheronimus Bosch waren te zien in een publiekstrekker in de plaats waar hij geboren werd en werkte: ’s-Hertogenbosch. Mooi vormgegeven tentoonstelling die uitnodigde om je in zijn werk en tijd te verdiepen én er met volle teugen van te genieten.
Lees de recensie: http://8weekly.nl/recensie/hemel-en-hel/

Fra Bartolommeo – De goddelijke renaissance, Museum Boymans Van Beuningen Rotterdam

Prachtige, en soms zelfs wat onbeholpen tekeningen en enkele schilderijen van de Italiaanse tijdgenoot van de grote Leonardo da Vinci, Michelangelo en Rafaël in een fraaie overzichtstentoonstelling in Rotterdam. Neem er de tijd voor om alles te bekijken, en de uitgebreide tekstbijschriften te lezen.
Lees de recensie: http://8weekly.nl/recensie/fra-bartolommeo/

Jan Weissenbruch – De Vermeer van de 19e eeuw, Teylers Museum  Haarlem

Mooi overzicht van het werk van een minder bekende Weissenbruch, wiens werk een januskop heeft: aan de ene kant zijn het rustieke landschappen en stadsgezichten (zie afb.) die je ziet, beïnvloed door 17e-eeuwse Hollandse meesters, aan de andere kant hebben ze een vlakverdeling met horizontale en verticale lijnen die al vooruit lijkt te lopen op de abstracte schilderkunst van later tijd. Daarom des te interessanter.
Lees de recensie: http://8weekly.nl/recensie/fotoshoppen-avant-la-lettre/

Armando – Overmacht. Armando in Bergen, Kranenburgh Bergen

De verrassing van een eerste keer oog in oog met sommige werken van Armando te staan, is er natuurlijk inmiddels af. Maar wat in Kranenburgh als extraatje werd geboden, was de invloed van Bergen op zijn werk. Een tot nu toe onderbelicht aandachtspunt.
Lees de recensie: http://8weekly.nl/recensie/weg-raakt-kwijt/

Wilden. Expressionisme van ‘Brücke’ & ‘Der Blaue Reiter’ – Museum de Fundatie Zwolle

Imponerende tentoonstelling, zeker – en ook –  als je net een week in München, de bakermat van het expressionisme bent geweest.  Zegt iets over de kwaliteit van én het werk én de tentoonstellingsmakers die in Zwolle bezig waren.
Lees de recensie: http://8weekly.nl/recensie/idealisme-verandert-kleur

Karel Appel – Karel Appel Retrospectief, Gemeentemuseum Den Haag

Mooi retrospectief van Appels werk, bekend en minder bekend. Al verwachtte ik er iets meer van. Daarom slechts een negende plaats. Maar toch.
Lees de recensie: http://8weekly.nl/recensie/mag-het-ietsje-meer-zijn

Vincent van Gogh – De waanzin nabij. Van Gogh en zijn ziekte, Van Goghmuseum Amsterdam

Vanwege de relevantie van het onderwerp verdient deze tentoonstelling toch nog nipt een plaatsje in de Top-10. Nipt, omdat het onderwerp al eerder in een museum over het voetlicht werd gebracht (Museum Het Dolhuys in Haarlem). Een plaatsje omdat het je aan het denken zet.
Lees de recensie: http://8weekly.nl/special/vraagtekens-bij-de-ziekte-van-van-gogh/

Paul de Reus – beelden en tekeningen

Een verrassende tentoonstelling op de begane grond en eerste verdieping in het Stedelijk Museum Vianen. Getoond wordt kunst die een uiting is van bezorgdheid om de wereld, én van een Toekomstige droom (tekening, 2016) waarin de mensheid is als een soort Siamese tweeling. De mens als een tweezaam wezen, lijkt de kunstenaar te willen zeggen. De bezoeker van deze expositie mag het hem nazeggen.
Lees de recensie: http://8weekly.nl/recensie/paul-de-reus/

Surfen én de diepte in

Jan Weissenbruch – private collection. Title: View of the Grote Markt, Haarlem, with numerous townsfolk strolling along the statue of Laurens Jansz. Coster in front of the St. Bavo. Date: c. 1856-1870. Materials: oil on canvas. Dimensions: 80.5 x 109 cm. Sold by Christie's, Amsterdam, on October 27, 1998. Source: http://artmight.com/Artists/Weissenbruch-Jan-Hendrik/Weissenbruch-Johannes-Jan-View-on-the-market-of-Haarlem-Sun-252436p.html/(mode)/search/(keyword)/jan+weissenbruchBAL211296 Organ, 1686 (mixed media) by Lairesse, Gerard de (1640-1711) mixed media Westerkerke, Amsterdam, The Netherlands French, out of copyright

In de VPRO Gids #41 (8 t/m 14 oktober 2016) staat een artikel van Rolf Hermsen onder de titel: ‘Surfen of de diepte in?’ Daarin schrijft de auteur onder meer dat ‘de romantische nadruk op het verticale (oorsprong en afkomst, verdieping en verhoging) plaats maakt voor een nadruk op het horizontale (verbindingen tussen dingen en gebeurtenissen die zich, tegelijkertijd, overal ter wereld kunnen voordoen). Oppervlakkigheid in de meest letterlijke zin dus, maar onlosmakelijk verbonden met het begrip oppervlakkigheid, dat staat voor “gebrek aan diepgang”. Alleen is het dan geen gebrek meer, get it?
Laten we in enkele recente, een komende tentoonstelling en een film duiken om te kijken of dit waar is.

Zeker, er valt een horizontaal verband te bespeuren tussen de tentoonstelling van Jan Weissenbruch (1822-1880, zie afb. links) in het Teylers Museum in Haarlem (t/m 8 januari 2017) en die van Gerard de Lairesse (1641-1711, zie afb. rechts) in het Rijksmuseum Twente in Enschede (t/m 22 januari 2017). Weissenbruch wordt wel ‘de Vermeer van de 19de eeuw’ genoemd, De Lairesse ‘de Nederlandse Poussin.’ Allemaal kunstenaars die streefden naar een ideaalbeeld van de werkelijkheid. De één zocht het in stadsgezichten en pleinen die geïdealiseerd werden weergegeven en worden bevolkt door figuurtjes uit het dagelijks leven in een tijd waarin de modernisering oprukte. De ander zocht het in Griekse mythologie met dito schonen en een enkele aan de realiteit ontleende vrouwfiguur uit het dagelijks leven.
De overeenkomst zit ook nog in het feit dat Weissenbruch pleinvrees had en De Lairesse door syfilis een misvormd gezicht. Psychologie van de koude grond kan verder het werk doen.

Een ‘romantische nadruk op het verticale’ vinden we op dit moment terug in de film Florence Foster Jenkins. Een film die verhaalt over het leven van de gelijknamige legendarische New Yorkse erfgename en socialite die een zangcarrière voor ogen had. Door – alweer – syfilis was ze niet in staat zelf te horen dat ze verschrikkelijk vals zong. Haar man, de Engelse aristocraat St. Clair Bayfield, koopt recensenten om dit níet te vermelden. Ze doen het op één na, die zich niet laat omkopen en de waarheid vermeldt. De fantasie kan het werk verder doen.

Hermsen besluit zijn artikel naar aanleiding van een aflevering van VPRO Tegenlicht (zondag 9 oktober, 21.05-22.00 uur) met een korte impressie over het werk van Renzo Martens. Hij is bezig met een grensverleggend kunstproject in Congo, in samenwerking met de architecten van OMA. Hij spreekt volgens de auteur ‘geen ondiepe woorden, een religieuze tekst bijna: weten wat goed en slecht is, ergens in geloven, gevolgd door zendingsdrang en missiewerk. Kunst als religie, daar zit wat in.’

marinus-boezem_oude-kerkMooie voorbeelden van dit laatste biedt sinds enkele jaren het tentoonstellingsprogramma van de Oude Kerk in Amsterdam. Ik waag de conclusie dat hier een verbinding wordt gelegd tussen het verticale (verdieping en verhoging), en het horizontale (tussen dingen en gebeurtenissen). Neem de komende tentoonstelling van Marinus Boezem (1934) (24 november 2016 t/m 26 maart 2017). Hij tovert de kerk om tot een verticaal labyrint en gaat ervan uit dat de architectuur – volgens een persbericht – ‘de mens voor even uit zijn aardse bestaan lijkt op te tillen.’
En laat hij daarbij nu gebruik maken van een gordijn (zie afb.), zo’n repoussoir als De Lairesse veelvuldig schildert om een toneelmatig kader om zijn schilderijen aan te brengen. Een element dat de classicistische schilder lijkt overgenomen te hebben uit de renaissance. Zal er bij Boezem een inhoudelijke connotatie aan worden verbonden? In ieder geval verdelen ze de ruimte zowel horizontaal als verticaal. Wat voor uitwerking dit straks op de bezoeker heeft, is nog even afwachten, maar dat de hedendaagse kunst het onderscheid tussen verticaal en horizontaal doorbreekt (surfen en de diepte in wat mij betreft dus) lijkt me haast buiten kijf.

 

Weissenbruch en Gescinska

alicja-gescinska_allmenschjan-weissenbruch_gezicht-op-de-grote-markt-haarlem

Twee recenseer klussen die met elkaar interfereren: de tentoonstelling met werk van Jan Weissenbruch (in het Teylers Museum, Haarlem) voor de website 8weekly.nl, en het boekje Allmensch van Alicja Gescinska dat ik lees voor NBD Biblion (afb. links).

En daar kwam dan op dezelfde dag dat ik de tentoonstelling in ‘het Teylers’ bezocht, ook nog een artikeltje in Nieuwe Bavo in de steigers bij, dat een vriendin van mij toespeelde nadat we de ramen van Jan Dibbets in de kerk hadden bekeken.

Eigenlijk schildert Weissenbruch allemaal Allmenschen op zijn stadsgezichten: gewone mensen, zoals op de afbeelding rechts bij deze blog (Gezicht op de Grote Markt, Haarlem) die in potentie in staat zijn zichzelf te overstijgen, te ontplooien en de wereld te verbeteren. De wereld van deze Jan Weissenbruch is er bij wijze van spreken heel wat zonniger op geworden in vergelijking tot welke zijn neef Jan Hendrik schilderde. Hierbij moet ik bijvoorbeeld denken aan Regenweer (1890) dat ik onlangs in Museum de Fundatie in Zwolle zag.

Jan Weissenbruch behoort als ik de recensies mag geloven ook tot de mensen die tot – zoals Gescinska het omschrijft – meer in staat is dan je voor mogelijk houdt. Hij schijnt aan pleinvrees te hebben geleden, maar schilderde bij uitstek grote, open pleinen met kinderkopjes waarop het licht speelt of lange schaduwen vallen.
De mensen die erop figureren hebben vaak een wit accent: een kapje op het hoofd of wat dan ook – het licht spat van deze Allmenschen af.

Maar er bestaat ook een verschil tussen het realisme van Weissenbruch en de Allmensch uit het echte leven: bij de schilder zijn ze allemaal wel héél erg statisch en perfect. Soms zelfs, gaandeweg zijn carrière, op het té perfecte af. Bij Gescinska gaat het er toch meer om dat je dynamisch moet groeien. Of, zoals ze met de titel van een boek van Peter Sloterdijk dat ze citeert zegt: Du musst dein Leben änderen.

Het is een mooie tentoonstelling, daar in het Teylers Museum in Haarlem, en het is een mooi boekje van nog geen veertig pagina’s, het eerste in de serie Karakters. Een actieradius die bij wijze van spreken al even klein is als die van Weissenbruch na ca. 1870 moet zijn geweest. Maar pas op: beiden hebben veel te zeggen! Kijk en lees.

Bijvoorbeeld ook het artikel over de nieuwe Bavo in Haarlem dat Bernadette van Hellenberg Hubar schreef in de 5de editie (september 2016) van Nieuwe Bavo in de steigers. Nieuws over de restauratie van de kathedrale basiliek St. Bavo in Haarlem. Daarin heeft zij het onder meer over De Unvollendete: ‘onvoltooide elementen, misbaksels en halffabricaten’ die in een nieuw boek over de Bavo (De nieuwe Bavo in Haarlem) worden behandeld. ‘In dit geval gaat het om een denkbeeld van Thomas van Aquino die hierbij weer steunde op Aristoteles. Kort door de bocht kun je stellen dat alles wat bestaat één grote bulk potentie is (…). De potentie om na het wordingsproces tot een bepaald stadium doorlopen te hebben, iets anders te worden. En dat iets anders maakt deel uit van een eindeloos scala aan mogelijkheden. Al die mogelijkheden zitten in ons, net zoals in de steen direct uit de groeve een eindeloze hoeveelheid beelden zit besloten.’

En dan doemen Socrates en Michelangelo in mij op: je moet ze geboren laten worden, uithakken wat eigenlijk al in de steen verstopt zit.

http://www.teylersmuseum.nl/nl/bezoek-het-museum/wat-is-er-te-zien-en-te-doen/jan-weissenbruch

http://theateraanzee.be/nl/