Echo’s in nieuwe bundel van Jabik Veenbaas

In de bundel Kamermuziek van Jabik Veenbaas – waar ik op deze blog al eerder kort aandacht voor vroeg – staan twee gedichten naast elkaar waarin macro- en microkosmos elkaar in het klein, als in kamermuziek raken: ‘De pianist van Yarmouk’ (p. 40) en ‘Het Nederlands Kamerkoor zingt in de Laurenskerk te Alkmaar’ (p. 41).

In het eerste gedicht echoot de werkelijkheid in het spel van pianist Ayam Ahmad, die speelde midden tussen het puin van het Syrische vluchtelingenkamp. Het filmpje ging viral. De man ontvluchtte Syrië en kwam, zonder zijn gezin, in Duitsland terecht. Hij schreef er een boek over onder dezelfde titel als het gedicht van Veenbaas.

In het tweede gedicht luistert de ik-figuur naar koorzang over lijden en liefde. De borsten van de engelen onder het orgel in Alkmaar brengen hem terug naar de werkelijkheid: de borsten van zijn vrouw. Hij wil de zanger zijn die zich dit herinnert, zoals Ayam als hij niet meer kan spelen wil zingen en als hij dát niet meer kan

zegt hij een stil gebed de zon
de zon

Je kan er Helios, de zonnegod in lezen, maar ook een echo van de zegen uit Numeri 6:24-27:

de HERE doe zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig.

Immers: Syrië grenst zowel aan de Middellandse Zee als aan Israël. In de echo’s in de tekst zelf, aan het eind van elk vers, echoën heden en verleden, hoop en wanhoop, al dan niet geïnspireerd door een koorwerk waarin echo’s klinken (Monteverdi? Bach?). Van de moeder ook die zingt

een bruidslied zijn vader klapt
en al zijn ooms en tantes dansen
dansen

Ik zie een moeder met haar dochtertje voor me, die op een avond op een pleintje in een kibboets in Israël samen dansen. Zo gracieus als ik nooit eerder zag en daarna heb gezien.

In het gedicht over het Nederlands Kamerkoor wordt ook met ambivalenties gespeeld. Van het woord engel, dat zowel slaat op de engelen onder het orgel als de vrouw van de ik-figuur, een sterfelijke engel. Van het koor dat zingt over het voorjaar en de wens van de ik-figuur een zanger te zijn

… die zich de wandeling herinnert
tot diep in de winternacht.

Van ontluikende liefde waarnaar de ziel zoekt

tot in de uithoeken van de kerk

En het warmbloedige antwoord in de kou van degene die al heel lang zijn metgezel is.

Het zijn twee schitterende gedichten die alleen al het aanschaffen van deze nieuwe bundel van Jabik Veenbaas waard maken. Om te lezen en te herlezen en er telkens weer een nieuwe laag in te vinden.

Jabik Veenbaas: Kamermuziek
Gedichten
Wereldbibliotheek, 2024
48 pagina’s
ISBN 9789028453746
Prijs: € 22,99

Lera Auerbach in Den Haag

In Nederland wordt ze steeds bekender. Onder meer door verschillende uitvoeringen van 72 Angels, in splendor lucis door het Nederlands Kamerkoor en het Raschèr Saxofoon-kwartet onder leiding van Peter Dijkstra. We hebben het over de pianiste/compo-niste en, – minder bekend – ook schrijfster en beeldend kunstenaar  Lera Auerbach (1973). In oktober wordt in Den Haag een heel festival aan haar muziek gewijd.

Op het eerste gezicht zou je denken, dat het om 72 minicomposities van ruim een minuut gaat, die allemaal het karakter van een van de engelen verklanken. Maar de Russisch-Amerikaanse componiste wil bewust spreken van een grote boog, als een intens gebed vol passie en hoop. Vooral wanneer de namen van die engelen nog een keer achterstevoren worden gezongen door de bas Gilad Nezer, die tevens chazzan is (voorzanger in een synagoge). Mooier kun je het niet hebben.

Geen ‘engelachtige’ muziek
De namen van de engelen die de tekst van het stuk vormen zijn ontleend aan het Bijbelboek Exodus 14:19-21 op de manier zoals ze in de Kabbala (joodse mystiek) voorkomen. 216 letters, telkens drie per engel wat dus uitkomt op 72. Wie nu denkt in ‘engelachtige’, halfzachte muziek te belanden, komt bedrogen uit of wacht een verrassing. Hoewel het stuk begint met een saxofoonsolo, een instrument dat soms wordt vereenzelvigd met (neo)spirituele muziek uit Rusland, Scandinavië of de Baltische staten, zet Auerbach de klank ervan heel anders in. Niet alleen melodisch, maar ook met gebruikmaking van tal van moderne technieken. Die diversiteit geldt ook voor de koorzang.

Wat ons verenigt
De overmatige secunde (een kleine toonafstand), diverse trillers of het aan de klezmer ontleende glijden van de ene naar de andere toon, zijn invloeden van joodse muziek die als een constante terugkomen in het saxofoon- en kooridioom. Toch moet je met dergelijke omschrijvingen oppassen, want er vallen ook gospelachtig zingende engelen te ontwaren. Net als een koraal à la Bach of andere stijlcitaten waarvan je als luisteraar denkt: ‘Hé, waar kén ik dit toch van?’ Dat kan allemaal kloppen, want Auerbach wil in haar muziek datgene uitdrukken wat ons verenigt en niet wat ons scheidt, over de tijd en verschillende geloofsuitingen heen. Zonder haar eigen joodse achtergrond te verloochenen.

Het moge duidelijk zijn dat zo’n omvangrijk, divers stuk veel van de uitvoerenden vergt. Zowel van de leden van het Nederlands Kamerkoor als het Raschèr Saxofoonkwartet. Het zal gezien hun status niet verbazen dat zij zich onder leiding van Peter Dijkstra allemaal geweldig van hun taak kwijten. Afwisselend zingen en spelen ze mild, krachtig, hard of fluisterend, soms met solistische partijen in een haast golvende zang. Op engelenvleugels zogezegd. Een prachtuitvoering die liveoptredens natuurlijk niet kan vervangen, maar wel een mooi document is. En ook een die aantoont dat muziek – het moet nog maar weer eens worden gezegd – geen ‘hobby’ is maar dagelijks brood.

Deze cd-bespreking verscheen oorspronkelijk (2 mei 2020) op de website van 8WEEKLY: https://8weekly.nl/recensie/op-engelenvleugels/ en wordt hier met toestemming en in iets gewijzigde vorm herplaatst n.a.v. het genoemde Lera Auerbach Festival in Den Haag: https://www.amare.nl/en/pQpL3sN/lera-auerbach-festival
De afbeelding links bovenaan deze blog is aan deze website ontleend.

Op donderdag 27 juli 2023 zendt AVROTROS/NTR in het Zomeravondconcert rechtstreeks een concert uit in het kader van het Radio France Occitanie Festival vanuit La Corum, Opéra Berlioz, Montpellier. Dit concert, door het Radio Filharmonisch Orkest van Frankrijk en het Jeugdorkest van Frankrijk o.l.v. Mikko Franck, begint met Auerbachs Dreams and Whispers of Poseidon.