Minste en meester

Ten gevolge van de maatregelen van de regering met betrekking tot het coronavirus, zijn musea en kerken gesloten. Dat geldt ook voor de Amsterdamse Thomaskerk. Daar zou tot en met 8 april a.s. op dinsdag- en woensdagmiddagen, en rondom de diensten, de expositie Minste en meester te zien zijn geweest (zie foto). Dat wil zeggen de veertien kruiswegstaties zoals Henk van Loenen ze weergaf. Veertien close ups van het gezicht van Jezus, uitgaande van de vraag wie Hij was en wat Hij de mens van vandaag te zeggen heeft.

Gelukkig valt de tweede serie kruiswegstatie in zijn geheel op de website van Van Loenen te vinden: http://www.henkvanloenen.nl/page/beeldKruisweg.html Anders had deze blog niet geschreven kunnen worden, want ik had de eerste serie in de Thomaskerk nog niet gezien. Omdat ook de drie lezingen van Ruud Bartlema over hedendaagse kruiswegstaties (HOVO Amsterdam) ten gevolge van de coronacrisis waarschijnlijk deels of geheel vervallen (maar hopelijk op een andere manier worden aangeboden), heb ik die van Henk van Loenen maar goed op me in laten werken.

De beelden die deze kruiswegstatie II bij mij oproepen, vallen soms samen met die in een IDFA-film, Hidden wounds (link onderaan deze blog). Een korte documentaire van Tomas Kaan en Arnold van Bruggen over Belgische veteranen, met muziek van dEUS. Zoals in de film de figuren soms een schaduw krijgen die dan weer uit beeld verdwijnt. Zo was ook Jezus een man met een schaduw, gelijk van sommige personages in de Leedvermaak trilogie van Judith Herzberg wordt gezegd.

Wat Hij vandaag te zeggen heeft? Misschien dat Hij met ze is, met de mannen (en niet getoonde vrouwen) die gezien hebben (03’10”, 05’24”, 6’22”) zoals Jezus de dood om zich heen zag. Met dezelfde soort naar binnen gekeerde ogen als op de eerste statie (‘Ketter of broeder’).
Wat heeft Jezus vandaag te zeggen? Dat het verdriet van Zijn moeder, Maria (vierde statie), universeel en hetzelfde is van de vrouwen in de documentaire. Zelfs hun oogopslag is universeel (03’16”, 04’11”).

Er zijn natuurlijk ook verschillen tussen de kruiswegstatie van Van Loenen en de film van Kaan en Van Bruggen. Naast de naar binnen gekeerde blik, worden de wonden van Jezus in de film expliciet getoond. Die van de veteranen worden niet in beeld gebracht. In plaats daarvan worden tattoos ervan getoond. Symbolen van machisme. Van Loenen zou er een titel aan hebben gegeven. We mogen zelf bedenken welke, maar dat niet alleen. Ook of dat zou kloppen.

De foto bij deze blog is ontleend aan het Maandbericht Maart 2020 van de Thomaskerk.

https://www.idfa.nl/nl/film/35986703-5e3f-4280-abbe-6ce02d9675b0/hidden-wounds

tekst: https://www.google.com/search?client=firefox-b-d&q=tekst+hidden+wounds+deus

 

De waarheid zien

Perceval_FRONTHet begon in 1975, bijna veertig jaar geleden alweer. Ik was met vakantie in Brugge en had te weinig boeken meegenomen; e-readers bestonden nog niet. In een boekwinkel schafte ik de pocket Vlaamse verhalen van deze tijd aan en was verkocht. Tot op de dag van vandaag houd ik nog steeds bij wat er aan nieuwe Vlaamse verhalen wordt geschreven, met als nieuwste aanwinst de bundel Print is dead met die schitterende bijdrage van de jonge schrijfster Sarah De Mul: ‘Onze-Lieve-Vrouwe’ dat je kunt blijven herlezen (zie elders op deze website).
Maar het is niet bij deze twee boeken, en ook niet bij het Vlaamse verhaal gebleven. De kennismaking smaakte naar meer.

Literatuur, muziek (Philippe Herreweghe en Jos van Immerseel, om maar twee namen te noemen), beeldende kunst, film (La cinquième saison!), toneel en ballet.
Naar het Kröller-Müller Museum om beeldend werk van Jan Fabre te zien, naar Arnhem om Jan Declair eens in levende lijve te zien optreden, naar Rotterdam voor een muziekvoorstelling van Guy Cassiers … Ik deed het allemaal, maar het hoeft steeds minder, want de Vlamingen komen vaker naar Amsterdam.

Die andere Jan, Jan Decorte, zag ik voor ’t eerst in Frascati, producties van Anne Terese De Keersemaeker heb ik in de Amsterdamse Stadsschouwburg leren kennen. En ook toen was ik weer verkocht en gewonnen voor het tot dan toe bij mij braak liggende terrein van ballet. Er is inmiddels geen schouwburg meer ‘waar zoveel Vlaams theater te zien is’, schrijft An Cardoen in het Schouwburg Journaal (september-december 2014) van de Stadsschouwburg Amsterdam. En daar ben ik blij mee!

Blijft wel de vraag waar ik me extra op verheug komend seizoen. En natuurlijk waarom eigenlijk: wat hebben die Vlamingen, wat doen die ‘Vlaamse meesters (m/v)’ toch met me?

Vreemd genoeg heb ik nog nooit iets van de oudere regisseur Luk Perceval (1957) gezien. Zelfs Shakespeares Hamlet (Thalia Theater) niet, terwijl je me toch rustig een Shakespearegek mag noemen. De kans om in oktober FRONT (zie afb.) te kunnen zien, een voorstelling over de Eerste Wereldoorlog, is een mooi vooruitzicht.

Wat voor ’typisch Vlaams’ verwacht ik daar dan aan te treffen, of liever: als meerwaarde erbij te krijgen?
Volgens hetzelfde Schouwburg Journaal heeft dagblad Trouw Percevals werk als volgt ingeleid: ‘In het theater laten we het ons nog toe de waarheid in de ogen te kijken’. Volgens De Morgen is hij ‘een ziener. Een man met een visie die stukken zorgvuldig kiest en ze samen met zijn ploeg kneedt tot de tekst larger than life wordt’.

De waarheid, een ziener. Misschien is dat de sleutel. Ik zie, als op een oud schilderij van een Vlaamse meester, een kamer voor me met halverwege een half weggeschoven gordijn. Daarachter is nog een deel van de kamer te zien. Het zou behalve een kamer, een huis- of een slaapkamer, ook een toneelvloer kunnen zijn, met halverwege (nog) een gordijn.Wat zich daarachter afspeelt is een andere werkelijkheid. Een waarheid, die mensen als De Perceval ons als een ziener willen tonen.

De soms mystieke, dan weer op de actualiteit geënte extra gelaagdheid die zo opdoemt, is kenmerkend vanaf de schilderijen van de Vlaamse primitieven uit de middeleeuwen tot het werk van de jongste garde. Of zouden die verschillende lagen niet gewoon twee kanten van dezelfde medaille zijn, die in je beleving tot een grootse eenheid samensmelten?
Komend seizoen krijgen we veel kansen om hier een antwoord op te zoeken. Onder andere in FRONT. En in Kunsthal Kade in Amersfoort, waar zanger en kunstverzamelaar Tom Barman (van de Vlaamse band dEUS) een tentoonstelling over een eeuw Belgische kunst mocht inrichten. Kunst die volgens hem wordt gekenmerkt door ingetogenheid, bescheidenheid en absurdisme. Dat zou allemaal wel eens kunnen kloppen.

De Vierkantige Rechthoek – Tom Barman ziet alle hoeken van een eeuw Belgische kunst. 28 september 2014 t/m 4 januari 2015, Kunsthal Kade, Eemplein 77, Amersfoort.