Kunst als buurtgenoot

Ene, Gij,
geef mij Jou daar
waar Jij leegte bent en stilte,
voorbij en boven al het zegbare uit.
Psalm 138 uit: ‘Laat mij maar zingen. Psalmen na geschreven’,
Gert Bremer [i]

Soms valt iets je zomaar toe. Een week voordat mijn wijkpredikant ds. Paula de Jong en ik zouden brainstormen om te kijken of er, aan de hand van Bijbelteksten die op zondag 22 september a.s. op het leesrooster staan (zoals Psalm 138), in de Nieuwendammerkerk een ‘kunstdienst’ vorm zou kunnen worden gegeven, kregen we de toezegging om voor deze dienst een ets uit de serie ‘Spinoza’ van Harry van Kruiningen te mogen lenen.

Die toezegging kwam van Neerlandicus en cultuurwetenschapper Annemieke Jurgens, die ik ken vanuit mijn werkzame leven bij Muziek Centrum Nederland. Zij is de biograaf van Harry van Kruiningen (1906-1996), een gerenommeerd schilder, graficus en keramist wiens werk in alle grote musea van Nederland valt te vinden, alleen weinig is te zien, al is er op dit moment een kleine tentoonstelling met zijn werk in het Multatuli Museum (t/m 20 oktober a.s.). In 1975 maakte hij zijn genoemde serie naar aanleiding van het werk van de Nederlandse filosoof Benedictus de Spinoza (1642-1677). Dus enkele jaren voordat God weer in het vizier van literatuur en kunst kwam.[ii] De series over zowel Spinoza als Multatuli zijn ook in boekvorm uitgegeven en nog steeds, in het eerste geval antiquarisch, voor een zeer schappelijke prijs te verkrijgen.

Van Kruiningen kwam op het idee van de kunstwerken naar Spinoza na lezing van de biografie over hem door Theun de Vries (1972), net als Van Kruiningen communist en atheïst.
Past dat dan wel in een kerk(dienst)? Ja – als stem en tegenstem. Kijk maar.

Van Kruiningen ging bij het maken van zijn ets ‘God in een wolkenkolom’ (zie foto hierboven) – die we zullen laten zien – uit van een Bijbeltekst (Numeri 12:5) en een definitie van God uit onder andere Spinoza’s Ethica. De tekst van Numeri gaat over God die afdaalde in een wolkenkolom en in de opening van de tent van Aäron en Mirjam stond. De definitie van de God van Spinoza is die van een God die geen gestalte heeft, maar een eeuwig en oneindig wezen is.

Op de ets zien we rechts een tent met tentstokken en al, en zowel links als rechts wolken. Daartussen staat God. Wat opvalt is Diens lege midden, Diens lege hart. Dit refereert aan Spinoza’s idee dat God geen eigenschappen heeft zoals almachtig, alwetend, barmhartig. Er zit alleen niets atheïstisch in, eerder iets panentheïstisch én iets dynamisch. Immers: God is volgens Spinoza niet aanwezig in de natuur, hij is de Natuur. Hoe vaak citeert hij niet teksten van Paulus over geloven in God (Galatenbrief)?

Het lege midden doet denken aan Karl Barth en het boek Het geheim van het lege midden van de theoloog Theo Witvliet: de ‘onvermoede geheimen die in (…) teksten besloten zouden kunnen liggen’. Niet alleen in teksten, ook in beelden. Al zijn we daar in de protestantse traditie wat minder mee vertrouwd. Reden om een keer een ‘kunstdienst’ te houden. Om ons ook door een beeld wat te laten zeggen en ermee in gesprek te gaan.

Opvallend is de techniek die Van Kruiningen bezigde. Annemieke Jurgens beschrijft het in haar biografie aldus: ‘Zelf bedacht hij de techniek om met behulp van een tandartsboor gaatjes door de [ets]plaat heen te boren. Daar waar gaatjes zaten, ontstonden bij het drukken op papier ronde witte (…) bolletjes. Hierdoor ontstond een patroon in reliëf.’

Tenslotte mag ook niet onvermeld blijven, dat Van Kruiningen zijn Spinoza-serie maakte toen hij in Nieuwendam woonde: aan Het Breed 795, dat ik vanuit mijn raam in de verte zie. Voor de hal daarvan maakte hij een langwerpige mozaïek dat nog steeds valt te bewonderen; hieronder een uitsnede daaruit, van de linkerkant (foto Els van Swol):
 Deze blog werd in verkorte vorm, en samen met een kort artikel van ds. Paula de Jong, gepubliceerd in Drieluik, het nieuwe, gezamenlijke, maandelijks verschijnende  kerkblad van de drie protestantse kerken in Amsterdam-Noord.

De kunstdienst is op zondag 22 september a.s., 10.00 uur in de Nieuwendammerkerk, Brede Kerkepad 6-8, Amsterdam, bereikbaar met bus 35 vanaf metrostation Noorderpark, halte Wervershoofstraat.

 

[i] Zie de website van organist Martien de Vos voor een improvisatie op de Geneefse melodie: http://www.martiendevos.nl/ Tijdens de dienst in de Nieuwendammerkerk zal de cantorij o.l.v. Koos Lith een versie van Psalm 138 zingen.

[ii] God in de hedendaagse kunst. Red. Marcel Barnard en Wessel Stoker (uitg. Boekscout, 2018).

Piet Steenbakkers en Spinoza

spinoza_in_muziekHet is een knappe, retorische truc: zeggen dat je geen oordeel kunt en gaat geven op het bijzonder hoogleraarschap Spinozastudies van Piet Steenbakkers, vanwege het bereiken van diens pensioengerechtigde leeftijd, en het en passant toch min of meer wel doen. Stan Verdult deed het in een blog op zijn website (http://spinoza.blogse.nl/log/het-bijzonder-hoogleraarschap-spinozastudies-van-piet-steenbakkers-komt-ten-einde.html).

Wat ik wil doen is evenmin een oordeel vellen over de vruchten van dit bijzondere hoogleraarschap, en twaalf jaar gewoon hoogleraarschap aan de Universiteit Utrecht, want op het universitaire werk van Steenbakkers en zijn postdoc-medewerkers heb ik geen kijk. Wat ik wél wil doen, is nagaan welk beeld van Spinoza ik dank zij Steenbakkers met name binnen de Vereniging Het Spinozahuis, waarvan ik lid ben, heb opgebouwd.

Korte Verhandeling
Als ik mijn aantekeningen mag geloven, heb ik hem op 19 februari 2005 voor het eerst bij de Vereniging gehoord. In een inleiding over ‘De verschillen tussen de Korte Verhandeling van God, de Mensch en dezelve Welstand en de Ethica.
Steenbakkers vroeg zich onder meer af waarom Spinoza de naam ‘God’ bleef gebruiken in plaats van ‘Natuur.’ En hij gaf het volgende antwoord: Misschien omdat de denker eerst door de studie van het jodendom en het schrijven van de Tractatus Theologico-Politicus (TTP) moest gaan, alvorens hij de Ethica kon schrijven. Spinoza had volgens hem geen probleem met God, maar met de predikanten uit die tijd die het hadden over een wrekende God.

Spinoza’s weg naar wijsheid en geluk
Een jaar later legde Steenbakkers tijdens een zomercursus van de Internationale School van Wijsbegeerte (ISVW) en de Vereniging in Leusden onder de titel ‘Spinoza’s weg naar wijsheid en geluk’ diens kenleer uit.
Hij ging toen nog een stapje verder dan het jaar daarvoor, en meende dat Spinoza de Naam van God in de Ethica nodig had vanwege de affectenleer. Hij bracht ook een nuancering aan bij de opvatting van diegenen die menen dat Spinoza in het vijfde deel van dit boek de deur open zou hebben gezet naar het idee van onsterfelijkheid van de ziel. Hij zag het eerder als een opgaan in een soort Al-geest, een collectief denken. Dat is iets anders dan de hemel, maar een verrijking van de mens(heid) door de twee attributen van God: denken en uitgebreidheid.

Recente ontwikkelingen
Tijdens de herdenking van de 375ste geboortedag van Spinoza, weer een jaar later, in de Mozes en Aäronkerk in Amsterdam, spon Steenbakkers weer verder aan deze draad. Hij sprak over recente ontwikkelingen in het Spinoza-onderzoek, en noemde drie punten:
1. De nog nauwelijks onderzochte Bijbelkritiek van Spinoza
2. De meer onderzochte, hiervoor al genoemde affectenleer (Nico Frijda, Damasio)
3. Het onderzoek van Moreau.

De briefwisseling
Ik sla een paar jaar over, omdat ik niets in mijn aantekeningen over Steenbakkers terugvind, en kom uit bij diens inleiding over ‘Filosofische thema’s in de briefwisseling’ die hij in 2013 voor de Vereniging hield.
Steenbakkers stelt dat een belangrijk thema hierin het meningsverschil tussen Spinoza en enkele theologen uit die tijd over de hiervoor reeds genoemde attributen van God is. Spinoza beperkte deze tot denken en uitgebreidheid. De rest beschouwt hij als modi van God (Eeuwigheid, Alwetendheid enz.). Steenbakkers ziet een overeenkomst in de manier waarop Spinoza over het jodendom en het christendom denkt, en die is gelegen in de liefde. In november 2009 had Steenbakkers dit onderwerp, ‘Spinoza en de liefde’, al aangesneden tijdens een studiedag van de Amsterdamse Spinoza Kring. [1]

Democratie
We spinnen verder. Tijdens Steenbakkers inleiding over ‘Democratie’, het elfde hoofdstuk uit Spinoza’s Tractatus Politicus, mei 2014 en ook weer voor de Vereniging, heeft hij het wederom over collectief denken, net als in Leusden. Hij erkent dat dit beperkingen heeft, en dat God geen geest heeft (antropomorf). Steenbakkers ging ook nu in op recent onderzoek, onder andere op een boek van Martin Saar: Die Immanenz der Macht. Politische Theorie nach Spinoza (Berlijn 2013).
Ik zat in een gespreksgroep die traditiegetrouw na de inleidingen en de pauze samenkomt. Piet Steenbakkers was dit keer de gespreksleider. Ik was ook hier weer geraakt door zijn kennis van de joodse achtergrond van Spinoza’s denken. De opmerking ‘Maar hierover genoeg’, die je in Spinoza’s werk tegenkomt, staat volgens Steenbakkers op één lijn met de ruimte die Farizeeën in hun tekstcommentaren open laten als ze een inconsistentie tegenkwamen.

TTP
Tijdens Steenbakkers’ inleiding voor de Vereniging in 2016 ‘Over het politiek aspect’  in Spinoza’s TTP, merkte ik om te beginnen op dat het interessant is, dat Spinoza het in zijn Ethica zowel over vrijheid als determinisme heeft. Kenners en liefhebbers van de Talmoed zullen dit herkennen als een kenmerkend aspect binnen het Talmoedische denken.
Ook Steenbakkers ziet beide, vrijheid en determinisme, niet los van elkaar en erkent moeite te hebben met een artikel als Free men van Steven Nadler (in: Journal of the American Philosophical Association, januari 2015). Nadler betoogt, in tegenstelling tot gangbare interpretaties, dat de mens wordt geleid door de rede.

Symposium en afscheidsrede
Zowel  Nadler als de eerder genoemde Pierre-François Moreau spraken tijdens het symposium ‘Spinoza research: to be continued’, gisteren in Utrecht. Dit werd afgesloten met een openbare lezing door Piet Steenbakkers, ‘Spinoza, de legende voorbij.’ Hiertoe beperk ik mij tot slot van deze blog.
Meteen al in zijn inleiding tot deze lezing, sprak Steenbakkers de hoop uit dat er eens een solide, omvattende monografie over Spinoza’s kenleer komt. Hij ziet dit eerder in deze blog genoemde epistemologie als het centrum van Spinoza’s filosofische systeem: vrijheid door kennis.[2]
Ook het eerder genoemde gegeven dat Spinoza als atheïst wordt bestempeld en Steenbakkers’ opvatting dat Spinoza God niet ziet als wreker (en hier toegevoegd: als schepper) die in een mensenleven ingrijpt. Wat, aldus Steenbakkers, op zich voor zijn tijdgenoten al genoeg was om hem van atheïsme en immoraliteit te beschuldigen.
Prachtig hoe de draad steeds verder werd gesponnen en genuanceerd binnen het denken van iemand die vanaf 1977, toen hij nog student was, interesse opvatte voor Benedict de Spinoza.

[1] http://amsterdamsespinozakring.nl/images/stories/pdf/lezing_steenbakkers_spinozadag_22-11-2009.pdf

[2] De tekst van deze openbare lezing, en alle tijdens het symposium uitgesproken lezingen, zijn in het Engels uitgegeven door de Uitgeverij Spinozahuis: Spinoza research: to be continued (ISBN 978 94 90250 21 8). Waar ik naar verwijs zijn gedeelten op p. 10 (bovenaan) en 14 (voetnoot 14).