Openheid van geest

Het is en blijft altijd weer een moeilijk punt, als tijdens een studiemiddag van de Vereniging Het Spinozahuis – dit keer over diens Briefwisseling – het onderwerp geloof en bijgeloof van Spinoza aan de orde komt. Zo ook 24 februari jl. weer.

Adrie Hoogendoorn besprak in een inleiding het thema ‘De vrijheid van filosoferen en de vrije wil.’ Op een gegeven moment maakte Hoogendoorn opeens een uitstapje naar Paulus en Augustinus, wat mij wat willekeurig overkwam. Hij citeerde Paulus’ uitspraak ‘Ik doe wat ik wil, maar waar ik een afkeer van heb, dat doe ik, niet wat ik wens, het goede doe ik, maar wat ik niet wens, het kwade doe ik. Derhalve ben ik met mijn verstand dienstbaar aan de wet Gods, maar met mijn vlees aan de wet der zonde‘ (Romeinen 7: 15-25).

In de gespreksgroep na de inleiding, waarvan Hoogendoorn toevallig gespreksleider was, vroeg ik hoe hij dit wilde rijmen met de idee dat de ratio door God is gegeven om te gebruiken, bijvoorbeeld bij het kiezen tussen goed en kwaad en daar dan ook de verantwoordelijkheid voor te dragen. Hoogendoorn verwees eerst naar Brief 58, een brief aan G.H. Schuller, waarin Spinoza schrijft dat, ‘want hoewel de ervaring meer dan voldoende leert dat de mensen tot niets minder in staat zijn dan hun begeerten te beheersen en dat zij dikwijls, ten prooi aan tegenstrijdige aandoeningen, het betere zien en het slechtere volgen, geloven ze toch dat ze vrij zijn, en dan wel daarom, omdat ze bepaalde dingen slechts in geringe mate begeren, zodat de begeerte daarnaar zich gemakkelijk laat bedwingen door de gedachte aan iets anders, dat men zich veelvuldig herinnert.’
Toen ik opmerkte dit geen afdoende antwoord op mijn vraag te vinden, werd vervolgens de tegenstelling tussen ratio (filosofie) en openbaring (geloof) van stal gehaald, maar ook dat voldeed naar mijn idee niet. Daarom ben ik blij inmiddels twee antwoorden te hebben gevonden, die wél tegemoet komen aan mijn vraag.

Het eerste vond ik op de website https://bdespinoza.blogspot.nl/ van Stan Verdult.
Hij verwees hierin naar een in 2017 uitgekomen boek onder redactie van Anna Tomaszewska en Hasse Hämäläinen, The Sources of Secularism: Enlightenment and Beyond. Hierin is een hoofdstuk opgenomen van Henri Krop (foto rechts), die op 21 september a.s. zijn oratie zal uitspreken als bijzonder hoogleraar Spinozastudies aan de filosofiefaculteit van de Erasmusuniversiteit Rotterdam.

Krop gaat uit van das Prinzip des Protestantismus van Hegel, zoals beschreven in diens Philosophie des Rechts (1820). Het principe slaat op menselijke autonomie en vrijheid. ‘Filosofie’, schrijft hij, ‘maakt dit religieuze principe “werkelijkheid” en de Verlichtingsfilosofen en Franse revolutionairen maken het werk af dat Luther begon.’ Vervolgens concludeert Krop, dat ‘Volgens Hegel, Luthers revolte de “seculariteit” (Weltlichkeit) van het christendom impliceerde waarin religie wordt geïntegreerd en deel uitmaakt van ons leven. Hegels concept van secularisatie impliceert een rationalisering van religie en een immanente moraal.’
In de conclusie van dit hoofdstuk, stelt Krop dat Spinoza’s cirkel in de eerste plaats ‘een overeenkomstige visie op religie deelde, die er allereerst vanuit ging dat ware religie kan worden gebaseerd op alleen de rede, eenvoud en gezuiverd van alle mysterie en rooms-katholiek bijgeloof.’

Het tweede antwoord vond ik in een agenda-item van het recente nummer van Vredesspiraal, het kwartaalblad van Kerk en Vrede. Het betrof een aankondiging van de inspiratiedag ‘Bronnen van de Islam’ op 17 maart a.s. in Bilthoven. Een dag die onder leiding zal staan van Tarik Yousif, Nederlands filosoof en bijzonder hoogleraar islamitische filosofie/religie aan de Universiteit van Leuven. Hij meent dat ‘de islam is gekaapt door theologen.’ Filosofie kan volgens hem openheid van geest stimuleren.

Als dat eens waar zou zijn … En áls dat waar is, dan zou het ook moeten betekenen, dat deelnemers aan cursussen over Spinoza méér open zouden kunnen staan voor een visie die bij Luther begon en door Hegel werd voortgezet, zoals Krop meent. Jammer dat ik Krops artikel – met dank aan Stan Verdult – pas na 24 februari las. Maar te laat is het nooit.

 

https://bdespinoza.blogspot.nl/2018/03/een-andere-visie-op-het-secularisme-van.html

Vredesspiraal

Bram GrandiaHet artikel van Bram Grandia (zie afb.) in Vredesspiraal, het orgaan van Kerk en Vrede (december 2014, p. 6-7) past helemaal in het rijtje dat getuigt van slechte smaak die de kerk(mensen) nog steeds c.q. weer heeft/hebben t.a.v. jodendom en Israël: het Gazamanifest in Trouw (13 augustus jl.), de bijna-aanwezigheid van de secretaris van de PKN bij de alternatieve herdenking van de Kristallnacht in Amsterdam, de keuze voor uitgerekend Van Agt door de samenstellers van de serie Preek van de Leek in datzelfde Mokum op dezelfde dag.

Aan dat rijtje kan ik nog ontwikkelingen toevoegen als overwegingen met goede bedoelingen, sympathiek voor een moment, die plaats maken voor een goede exegese op grond van de bronteksten én het bijbehorende gedachtegoed, waarop je een hele week kunt kauwen.
En dan heb ik het nog niet eens over het onuitroeibare beeld van de God van de wrake van het Oude Testament en de God van de liefde uit het Nieuwe, alsof het er twee zouden zijn.

Behoren die constateringen tot een achterhoedegevecht? Misschien, als ik de predikant mag geloven die onlangs tegen mij zei dat de aandacht voor de joodse oorsprong van het christendom inderdaad minder wordt. Maar het is óók dat ik mijn mond niet kan, wil en mag houden én vooral omdat ik de hoop niet wil verliezen. Ook wat de politiek in Israël betreft, waartoe ik mij hier verder beperk.

‘De druk op Israël moet omhoog’ stelt Grandia met een opgeheven vinger in de kop boven, en als een refrein in zijn stuk. Alle bescheidenheid die mensen als professor Rudolf Boon (zijn nagedachtenis zij tot zegen) juist christenen in het spreken over Israël aanleerde en op het hart drukte, is als sneeuw voor de zon verdwenen. Kolommen lang. Ja, zelfs de laatste alinea – met, o gotspe, het woord lef –, waarin de erkenning van de Palestijnse staat uit de hoge hoed wordt getoverd, past in dit kader: de druk moet omhoog. Om de Palestijnen te steunen.

Begrijp me goed: ik ben vóór erkenning van een Palestijnse staat. Maar ik leg de accenten toch anders.
Ten eerste op dezelfde manier als de honderden Israëli’s, waaronder schrijver David Grossman en Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman, die zich in oktober jl. per brief aan verschillende Europese parlementen richtten: ‘Een erkenning garandeert niet alleen het bestaan en de veiligheid van Palestina, maar ook het bestaan en de veiligheid van Israël.’
Ten tweede: ‘Het brengt meer evenwicht in vredesonderhandelingen (…). En dat is ook goed nieuws voor Israël’, aldus Jaap Hamburger (voorzitter van Een Ander Joods Geluid, 26 november jl.). Het biedt perspectief, concludeert hij, kan een stap naar een vredesakkoord zijn en is een reddingsboei.

Laten we die hoop levend houden! In Godsnaam.

http://www.timesofisrael.com/israeli-authors-urge-belgium-to-recognize-palestine/
http://www.sivmo.nl/petitie-erken-palestina.html

http://karlbarth.nl/het-gaza-manifest/