Drieluik: Sacred and Profane

Het is weer eens tijd voor een Drieluik. Drie ervaringen van afgelopen weekend: een concert – inclusief toelichtingen – in het Amsterdamse Concertgebouw, een recensie van de nieuwe dichtbundel van Maria de Groot in de Nieuwsbrief van Meander en de tentoonstelling Unravel in het Amsterdamse Stedelijk Museum.

1. Het Zondagochtend Concert
Het concert waarom het hier gaat, was een coproductie tussen AVROTROS en Het Concertgebouw. Het ging in iets uitgebreidere vorm vrijdagavond 4 oktober in TivoliVredenburg in Utrecht. En op zondagochtend 6 oktober dus in Amsterdam.
De redactie van de VPRO Gids had dit waarschijnlijk niet door en vroeg twee verschillende redacteuren, Mark van der Voort en Martin Kaaij, om voor twee edities (week 39 en 40) een voorbeschouwing te schrijven over deze concerten door het Groot Omroepkoor o.l.v. Benjamin Goodson en m.m.v. de pianiste Nino Gvetadze.

Op het programma stond werk van Françis Poulenc (foto), Johannes Brahms, Franz Schubert en Benjamin Britten. ‘Zowel Britten als Poulenc’, schreef Van der Voort, ‘verenigden wereldse muziek-verlokkingen met een diep doorvoelde religieuze houding’. Kaaij tapte uit een ander vaatje en begint met een ervaring van Simone Weil in het New York van 1942. Hij omschreef haar als filosoof, maar ze was ook activiste en mystica. Waarom dat belangrijk is om te vermelden, kom ik straks terug.

Het meeste hout sneed de toelichting in het programmablad bij het concert van de hand van Alexander Klapwijk, bekend als concertinleider in onder meer Utrecht en Rotterdam. Hij schrijft dat Britten ‘erg gecharmeerd [was] van het seculiere christendom dat de Anglicaanse bisschop van Woolwich, John A. T. Robinson, in zijn boek Honest to God beschreef’.

2. Maria de Groot
Vervolgens de recensie van psycholoog en freelance schrijver Ivan Sacharov van de dichtbundel Klokkenstoel (Uitg. Elikser, 2024) van Maria de Groot.[1] Sacharov begint met wat achtergrondinformatie over haar, waarin hij het een ‘aparte combinatie’ vindt dat de schrijfster, theologe en emeritus-predikante ook ‘actief [was] als feministe’. Dat voert ons terug naar Simone Weil, met wiens mystieke kant De Groot verwant is, net als – meer nog – met Theresa van Avila. Dus zo vreemd is die combinatie zeker niet.

Hierna vermeldt de recensent dat Maria de Groot ‘door de gevestigde orde van literaire critici vooral [wordt] genegeerd’. Dat klinkt negatiever dan hoe Gerrit Komrij haar werk eens karakteriseerde: het is jammer, vond hij, dat ze een religieuze inborst heeft, want ze is een groot dichteres.
Dit gezegd hebbend, citeert Sacharov het gedicht Klokkenstoel. Daarin is onder andere sprake van een

Stoel van stro, bouwsel van gras.

De seculiere pendant van de klokkenstoel bij een kerk; Sacred and Profane heette de cyclus van Britten die het Groot Omroepkoor uitvoerde. Eigenlijk vindt Sacharov het ‘gewoon een goed gedicht’, al zijn ‘de toespelingen op het christelijk geloof (…) in deze tijd niet in alle kringen bevorderlijk om je poëzie over de streep te krijgen’.

3. Unravel
Op de een of andere manier ligt dit bij beeldende kunst anders. Neem als voorbeeld de installatie Gebedswolke van de Zuid-Afrikaanse kunstenaar Igshaan Adams die valt te zien op de tentoonstelling Unravel in het Amsterdamse Stedelijk Museum [foto EvS]. Het werk is geïnspireerd door opstuivende stofwolken door dansende en stampende voeten. Weer die dubbelheid die we al ettelijke keren tegenkwamen.

De expositie laat textielkunst zien. Kunst die bijvoorbeeld tijdens workshops in de kerk in Chili onder Pinochet werd gemaakt. Als protest, maar omdat het binnen de context van de kerk was ontstaan, werd het niet als zodanig (h)erkend. De verlokking van het aaibare materiaal gaat samen met een religieuze houding, net als de werken die het Groot Omroepkoor zong. Activistisch werk als van feministen gelijk Simone Weil en Maria de Groot is het. Uitgerekend in een vorm (textiel) die door mannelijke kunstenaars niet vaak is toegepast of voor vol wordt aangezien.
Of, zoals op het eerste tekstbordje op de tentoonstelling staat – en waarin ook een boek wordt genoemd –: ‘In haar boek The Subversive Stitch (De rebelse steek) uit 1984 beschrijft Rozsika Parker hoe textiel in de westerse geschiedenis onterecht als vrouwenwerk is bestempeld. Ze belicht ook hoe naaien en borduren voor vrouwen zowel een symbool van onderdrukking als een middel voor zelfexpressie zijn geworden.’

Het is gewoon goede kunst, – net zoals dat gedicht van De Groot -, die daar in de kelder van het Stedelijk Museum wordt getoond (nog t/m 5 januari 2025). Luisteren, lezen en kijken dus. Goed luisteren, lezen en kijken. Al dicht zij


omdat ik niet luisteren kan
– ieder is doof

Toch maar proberen.

 

[1] Zie: https://www.bol.com/nl/nl/p/klokkenstoel/9300000179472446/?bltgh=uu-ZrH-WMQPzlNnLLApAbQ.2_6.7.ProductTitle

Stralenkransen in Oudenbosch

Tijdens een uitstapje naar Klundert en Oudenbosch, stonden we tijdens een rondleiding door de basiliek op een gegeven moment voor de apsis (halfronde uitbouw aan het koor). Daar waar in het voorbeeld van de kerk in Brabant, de St.-Pieter in Rome, Bernini’s Gloria valt te zien (1623-’40). Een verbeelding van de Heilige Geest (duif), in het hart van allemaal gouden lichtstralen.

Het viel me opeens op, dat dit beeld van Bernini, de grote Italiaanse architect en beeldhouwer uit de barok (hij leefde van 1598-1680) wel heel erg doet denken aan een ander beroemd werk van hem: De extase van St.-Theresia van Avila (1644-’52, foto links) in een verder minder bekende kerk in Rome, de Santa Maria della Vittoria. Ook hierin zien we de, – overigens nog verder uitgewerkte -, goudkleurige stralen die in dit geval het beeld van de Spaanse mystica omkransen. In de kerk in Oudenbosch staat tussen twee haakjes ook een groot beeld van Theresia.

De architect van de basiliek, Pierre Cuypers (1827-1921), is het misschien ook opgevallen dat beide beelden van Bernini op elkaar lijken. In ieder geval heeft hij door de hele kerk reminiscenties laten aanbrengen aan die stralenkrans, of het nu die uit de St.-Pieter of uit de Santa Maria della Vittoria zijn (foto EvS rechts). Met daarboven een kruis en daaronder twee palmtakjes. Zo bereikte hij een eenheid in verscheidenheid, die we later ook van Berlage kennen, die dat zeker van Cuypers heeft overgenomen.

Niet dat die kleine afbeeldingen nu ook terug te vinden zijn in de St.-Pieter. In de barok ging het namelijk niet om het creëren van zo’n eenheid, maar juist om contrastwerkingen. Het is een vrijheid die Cuypers zich veroorloofde ten opzichte van het origineel. Geheel in zijn eigen trant.

Dat maakt dat hij een stempel op de kerk heeft kunnen drukken. Soms zelfs – zegt men – in algemene zin wel eens wat teveel en verloor hij de originele kenmerken van een bepaalde stijl, zoals de gotiek, uit het oog. Maar de details in Oudenbosch zijn, ook nu we weer thuis zijn, te fraai om niet nog even bij stil te staan.

Verscheen eerder in Drieluik, gezamenlijke uitg. van de Ark/Bethelkerkgemeente en de Nieuwendammerkerkgemeente in Amsterdam-Noord (november 2023). Wordt hier met toestemming overgenomen.

Op dit moment is de kerk hoog nodig toe aan een grote onderhoudsbeurt: https://www.omroepbrabant.nl/nieuws/4409646/basiliek-oudenbosch-heeft-hard-onderhoud-nodig-maar-er-is-te-weinig-geld