Aldo Druyf – Klassiek in zicht

Klassiek in zicht : ontdekkingsreis door de mooiste klassieke muziek / Aldo Druyf ; met tekeningen van John Minnion ; muziekadvies: Juliëtte Dufornee, Rob Overman, Marcel van Tilburg ; redactie: Jolanda van der Toorn-Hoeksma. – [Amsterdam] : Aldo Classics, [2018]. – 377 pagina’s : illustraties ; 20 cm. – Volledig
herziene heruitgave van: Smaakgids klassieke muziek. – Amsterdam : Aldo Classics, © 2009 en: Ken je klassiekers : reis door de klassieke muziek. – Amsterdam : Aldo Classics, © 2013. – Met index. ISBN 978-90-814496-2-5

Deze lees- en luistergids is ingedeeld in vier categorieën (orkest-, kamer-, solo- en vocale muziek) die weer zijn onderverdeeld in genres, zoals symfonieën en filmmuziek, strijkkwartetten en pianotrio’s, orgel- en gitaarmuziek, liederen en opera’s. De auteur is van huis uit gitarist, bekend van luistercursussen en workshops over klassieke muziek. Het boek, een herziene versie van de Smaakgids klassieke muziek (2009) en Ken je klassiekers (2013), is bedoeld voor iedereen die klassieke muziek begint te ontdekken of er iets meer over wil weten. Voldoet in dat opzicht geheel. Gezien de enorme omvang van het onderwerp is enige grofmazigheid in bijvoorbeeld de indeling van de stijlperioden (middeleeuwen, renaissance, barok, klassiek, romantiek, modern) overkomelijk. Bedenkelijker is het op Unico van Wassenaer en Simeon ten Holt na ontbreken van Nederlandse componisten en, anno 2019, het geheel ontbreken van
vrouwelijke componisten. Bevat QR-codes voor luistervoorbeelden, die ook door middel van een meegeleverde inlogcode online vallen te beluisteren. Met lijst van muziektermen.

Cop. NBD Biblion. Mag zonder schriftelijke toestemming niet worden overgenomen.

Morton Feldman ‘hoort’ bij Mark Rothko

Morton FeldmanWelke muziek ‘hoort’ bij de schilderijen van Mark Rothko? Dat is een vraag die ik de afgelopen weken, sinds de grote overzichtstentoonstelling met zijn werk in het Haags Gemeentemuseum is geopend, al vaak voorbij heb zien komen. De suggesties lopen uiteen.1) Maar de meest voor de hand liggende naam, Morton Feldman (1926-1987, zie afb.) ben ik (nog) niet al te vaak tegengekomen. Daarom herplaats ik hier een gedeelte uit het openingsartikel van Mens & melodie (nr. 3/86, p. 106-116), waarin ik op Feldman inging in relatie tot de schilderkunst van onder meer Mark Rothko.

Archaïsch
In het werk van Morton Feldman vallen drie scheppingsperioden te herkennen.
De eerste is de archaïsche. De vroege werken van Feldman kenmerken zich door een zekere zorgeloosheid die voortkomt uit de gehanteerde notatie. Deze geeft niet meer aan dan de grenzen van de toonhoogten: hoog, midden en laag. In een later stadium verlaat Feldman dit procedé omdat het te veel tot improvisatie leidde. Toen ontstonden werken als Intersection (1951), Atlantis (1959) en Out of “Last Pieces” (1961).

Klassiek
De tweede fase is de klassieke. Daarin ontstond Feldmans meesterwerk Rothko Chapel (1971) voor twee gemengde koren, altviool en slagwerk. De compositie is geïnspireerd op de ruimtewerking en de schilderingen in de meditatiekapel die in Houston (Texas) werd gemaakt ter herdenking van de joodse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Mark Rothko maakte voor deze kapel veertien schilderingen in zijn toen al bekende, grote rechthoekige vlakken waarvoor de verf dun en mat was opgebracht en waarvan het licht vervloeiende, tere, subtiele coloriet als het ware een klank suggereert. Het was even hachelijk als tekenend voor Feldman dat hij het aandurfde voor deze kapel muziek te componeren die nog meer verstild lijkt dan de schilderingen van Rothko zelf. Het is muziek zonder tekst, schijnbaar zonder expressie, zwevend, ietwat onwezenlijk maar heel puur.

Maniërisme
Men kan niet voorzichtig genoeg zijn met het overplanten van kenmerken uit de beeldende kunst op die van de muziek. Feldman echter vraagt er als het ware zelf om en niet alleen in het geval van Rothko Chapel. Ik denk aan stukken met titels als For Philip Guston, For Franz Kline en De Kooning, alle drie composities die zijn opgedragen aan en/of geïnspireerd door beeldend kunstenaars met wie Feldman zich verwant voelde. De werken van Rothko, bij wijze van zeggen even groot in oppervlakte als Feldmans composities in tijdsduur, stralen eenzelfde meditatieve sfeer uit. In Den Haag vallen ze te ervaren, want dat is het meest toepasselijke woord ervoor.

1) Na publicatie van deze blog, wees een oud-collega mij op de band Rothko en het nummer This Lake of Hope op het album ‘A continual search for origins’ (2002): http://www.youtube.com/watch?v=Tqu516lu0_A

Arvo Pärt: muziek geworteld in wonden

Arvo PärtDe etiketten zijn weer snel aangebracht: de componist Arvo Pärt, die de Praemium Imperiale 2014 kreeg toegekend, zou een vertegenwoordiger zijn van, of op z’n minst verwant zijn aan de ‘nieuwe eenvoud’ met z’n weinige noten, het ‘post-minimalisme’ met z’n herhaalde motieven, de ‘neo-gotiek’ met z’n kerktoonsoorten, de ‘new age’ met z’n mooie samenklanken (Trouw, 17 juli 2014).
Allemaal etiketten die zijn ontleend aan de composities die wij van deze uit Estland afkomstige componist in Nederland kennen, zoals het schitterende Fratres. Ik wil dit beeld wat nuanceren, en doe dat aan de hand van drie zeg maar In memoriam stukken.

 

Zeker, Pärts orgelwerk Pari intervallo – de eerste van de drie stukken die ik hier noem – is eenvoudig en meditatief van karakter. Maar, zoals wel wordt gedaan, er meteen van uit gaan, dat de dood erin wordt toegedekt als was Pärt een aanhanger van new age- gedachten, gaat mij te ver.

Wat dat betreft kennen wij ook zijn Cantus in memoriam Benjamin Britten, het tweede stuk dat ik wil noemen. Michael van Eekeren heeft dit werk een keer beschreven als bestaande ‘uit louter dalende toonladderfiguren’. Voor hem geen ‘nieuwe eenvoud’ maar ‘de naar beneden biggelende tranen van verdriet symboliserend’ (in: Klassiek, nr. 74/1995).

En dan hebben we het nog niet eens over Pärts Pianotrio, het derde en laatste in memoriam stuk, dat in 1992 in Helsinki in aanwezigheid van de componist in première ging. Het gaat om een werk dat veraf staat van een doorgaande, eenvoudige zo u wilt ‘post-minimalistische’ stijl. Want plotseling stokte de muziek met een heftigheid die elke aanhanger van de new age-ideologie zou hebben doen schrikken.

Pärts muziek is dan ook eerder muziek die, zoals Peter Hamm het in zijn programmaboek van de Warschauer Herbst 1989 omschreef, ‘zijn wortels in wonden heeft’. Pärts muziek doet hem denken aan de vroegchristelijke catacomben. En daarmee is hij denk ik dichter tot de essentie ervan doorgedrongen dan een Elmer Schönberger die bij het luisteren naar de muziek van Pärt ‘uivormige koepels van echte kathedralen’ ziet glanzen (in: De vrouw met de hamer en andere componisten). Geen neo-gotiek dus maar echte, dat weer wel.

Gebaseerd op een stukje dat eerder verscheen in: In formatie, voor en uit de hervormde gemeente rondom de Weerenkapel (februari 1996, p. 9).