Dapper willen worden

De Nederlandstalige jeugdopera Lennox heeft wat weg van het aloude droste-effect: de opera is gebaseerd op het kinderboek Lennox en de gouden sikkel. En dat is dan weer gebaseerd op een echt gebeurd verhaal. Drie verhalen die je, zoals op het blik cacao van Droste, op een presenteerblaadje worden aangereikt.

Het boek, een debuut, is geschreven door Zindzi Zevenbergen en geïllustreerd door Hedy Tjin en Brian Elstak. De opera is een compositieopdracht en coproductie van De Nationale Opera en RIGHTABOUTNOW INC.

 

Sikkelcelziekte uitgelegd
Het verhaal gaat over Lennox Babel, die graag dapper wil worden. ‘En het liefst zo snel mogelijk’. Zijn buurmeisje Aya is minder bang uitgevallen en haalt hem over op zijn vaders laptop in te breken. Zijn vader heeft namelijk zijn geluksketting vergeten toen hij voor controle naar het ziekenhuis moest. Hij heeft een onzichtbare ziekte die zijn ouders voor Lennox geheimhouden. Misschien vinden hij en Aya in de computer de datum waarop vader Babel naar het ziekenhuis moet en dan kunnen ze meteen gaan om hem de ketting terug te geven. En omdat ze wel eens wat meer te weten willen komen over die onzichtbare ziekte.

De vader (in het boek de moeder, die overigens in de opera een grotere rol heeft dan in het boek) vindt het te vroeg om over zijn ziekte, sikkelcelziekte, te praten. Lennox trekt zo nóg meer naar zijn vader toe dan in het boek. Lang verhaal kort (er spelen nog allerlei spannende nevenintriges rond Glimmerik die houdt van alles dat bling bling is): nadat iedereen in het ziekenhuis van de verbazing is bekomen dat Lennox en Aya ook arriveren, legt de dokter ze alles rustig uit en dan blijkt dat Lennox er eigenlijk best klaar voor is.

De bedoeling van het boek is primair om kinderen vanaf zo’n 8-9 jaar in verhaalvorm meer te vertellen over sikkelcelziekte, die gepaard gaat met onder meer erge pijn, medicijngebruik en vaak ook ziekenhuisopnames. Een ziekte die onder zwarte mensen voorkomt. In het Amsterdams Medisch Centrum (AMC) is een Sikkelcentrum dat gespecialiseerd is in de behandeling ervan. De behandelend arts heet dr. Biemond (in de opera Miebond, een vrouw).

De bedoeling van de opera ligt niet alleen in het verbreiden van kennis over de ziekte onder kinderen, maar – misschien sterker nog dan in het boek – ook in het oproepen van meegevoel. En net als in het boek gaat het natuurlijk over moed (‘en het liefst zo snel mogelijk’), vriendschap en dingen te weten komen. Veel kinderen in het publiek zullen ongetwijfeld een klas- of buurtgenootje met de ziekte kennen en sommigen hebben het misschien zelf.

Het verhaal verbeeld, gezongen en gespeeld
Een jongetje dat het operagebouw binnenkwam begon, toen hij het grote videoscherm zag met scènebeelden, overdreven een opera-aria na te doen. Zat hij ernaast? Niet helemaal.
De componist put weliswaar uit jazz, gospel, afro en hiphop met soms heerlijk groovy passages in vooral het combo, maar er klinkt wel degelijk aan de klassieke opera herinnerende zang. Begeleid door keyboard met klavecimbel- en pianoklank en een soms zoet klinkende viool.

Met name Nienke Nasserian (mevrouw Babel, dokter Miebond, tramconducteur, receptioniste) heeft het vibrato van een klassieke operastem. Zij is dan ook zowel geschoold in jazz- en musicalrepertoire als in klassieke zang. De andere rollen zijn allemaal raak gecast: Jonathan Eduardo Brito (Lennox die steeds dapperder wordt), Charlene Sancho (een ondernemende Aya), Ayrton Kirchner (meneer Babel) en last but not least een geweldige Gustav Borreman als Glimmerik.

De goed gevulde zaal met kinderen en hun begeleiders volgt alles aandachtig. Stil (zoals in de geladen stilte nadat Lennox en Aya door de dokter is verteld wat sikkelcelziekte is) en zacht commentaar leverend. ‘Wat naar’, zegt een jongetje. En op de vraag ‘Ben ik een dief?’ van Glimmerik is het antwoord van een meisje zachtjes ‘Ja’.
Maar ook op uitnodiging van de cast om woorden te herhalen (‘hard, harder!’) of mee te klappen op het ritme wordt gretig ingegaan. Slechts een enkele keer als een gedeelte van de doorgecomponeerde voorstelling wat te lang dreigt te worden, verslapt de aandacht even. Maar dat is maar even, want de vaart zit er het hele uur dat de voorstelling duurt helemaal in. Net als in het boek Lennox en de gouden sikkel. Mooi is dat.

Tournee vanaf 12 januari t/m 6 april 2025.

Verscheen eerder op de site 8WEEKLY.NL (eindredactie Lynn Lemory) en wordt hier i.v.m. het komende tournee met toestemming herplaatst.

‘Sublieme verschrikking’

‘Sublieme verschrikking’ kopte The New Yorker aldus presentator Hans Haffmans daags na de voor-generale die we als Vrienden van de Nationale Opera & Ballet samen met die van het Residentie Orkest konden bijwonen van Kaija Saariaho’s laatste opera, Innocence (in: Podium, 4 oktober). [1]
De koppenmaker van de krant zal het woord ‘sublieme’ (sublime) in de gebruikelijke betekenis van het woord hebben gebezigd: ‘schoonheid in haar hoogste vorm of graad vertonend’ (Van Dale), maar de combinatie met ‘verschrikking’ (terror) deed mij meteen denken aan de filosofische betekenis van het woord: het sublieme als iets dat inherent mooi en verschrikkelijk is. Zoals de natuur bijvoorbeeld. Of zoals Edmund Burke het omschrijft: het is datgene dat ons intimideert en bedreigt (in: Een filosofisch onderzoek naar de oorsprong van onze denkbeelden over het sublieme en het schone, Historische Uitgeverij, 2004). Zoals doodsangst dat ten diepste is.

De zang
Het woord gaat zowel op voor Saariaho’s muziek als voor het libretto van de Fins-Estse schrijfster Sofi Oksanen, van wie ook in het Nederlands romans zijn vertaald en verschenen. Het is zeker géén psychologische thriller, zoals in veel voorpublicaties valt te lezen. Want daarin zijn de karakters meestal wat vlak en onuitgewerkt. [2] Dat is hier absoluut niet het geval. Alleen al het feit dat er op traditionele wijze wordt gezongen, gesproken (in negen talen), er Sprechgesang is door de lerares Engels op een internationale school in Finland (een prachtige rol van Lucy Shelton) en dat de geest van een slachtoffer van een schietpartij op die school, leerlinge Markéta wordt gezongen in volkse toonaard (Vilma Jää) zegt genoeg: hoe moet je je uiten na zo’n gebeurtenis, kán je je wel uiten? Is taal wel toereikend?

De orkestmuziek
Ook de klankkleuren die de componiste ontlokt aan het grote orkest en het (onzichtbare) Koor van de Nationale Opera (ingestudeerd door Edward Ananian-Cooper) is zeer rijk, zoals we van ander werk van Saariaho kennen. Wat het Residentie Orkest hier onder leiding van de Zwitsers-Australische dirigente Elena Schwarz voor elkaar bokste, grenst aan het ongelooflijke. Trefzeker leidde zij de grote bezetting door de hondsmoeilijke partituur. Geen wonder dat ze meteen is gecontracteerd voor een symfonisch concert met het orkest, zoals directeur Sven Arne Tepl tijdens een interview voorafgaand aan de voor-generale meldde.

Het libretto
Het verhaal is gebaseerd op twee schietpartijen op scholen in Finland en de nawerking daarvan op de familie van de schutter, waarvan de broer (Markus Nykänen) op het punt staat te trouwen met een Roemeense immigrante (Lilian Farahani), die onbekend is met deze gebeurtenissen.
De context van het decor van Chloe Lamford, een draaiend plateau met een eetzaal, keuken, klaslokalen, badkamer en trappen, hier en daar realistisch besmeurd met vegen bloed op de muur, heeft duidelijk Noordse elementen, zoals de designlampen van de Deense ontwerper Louis Poulsen aan het plafond. Maar los van deze context moest ik vaak denken aan de recente schietpartij in een leslokaal van het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam; de ‘monumentale roep tegen geweld’ (Ross) is universeel.

Net als de gevoelens waarover de sterke cast van maar liefst dertien zangers/acteurs (gebaseerd op het Laatste Avondmaal van Leonardo da Vinci): had ik het aan kunnen zien komen? Ik kan na deze gebeurtenis geen les meer geven. Ik kan nooit meer met mijn rug naar de deur zitten.
Dit alles in een doorgecomponeerde opera die nog geen twee uur duurt, die wij tijdens de voor-generale bijna in zijn geheel zagen. Het slot zal mij altijd bijblijven: vier personages, twee aan twee buiten het decor op de toneelvloer. Als buitenstaanders. Als dragers van een doodskist? Adembenemend, net als de hele opera.

https://www.operaballet.nl/de-nationale-opera/2023-2024/innocence

[1] Alex Ross: The Sublime Terror of Kaija Saariaho’s ‘Innocence’ (The New Yorker, 19 juli 2021).
[2] Zie bijvoorbeeld https://8weekly.nl/recensie/genieten-en-griezelen/