Een plek waar je niet mag komen


Je hebt weleens wat van en over haar gelezen. ’t Laatst in
Politiek zonder partijen van Alicja Gescinska. De filosoof en theoloog Rico Sneller, bij wie ik al eerder (onder meer bij de ISVW in Leusden) cursussen volgde, zoomde een hele middag bij de Vrije Academie op haar in, ‘tussen mystiek en filosofie’ zoals de ondertitel van de cursus luidde. Dat wil zeggen: hij ging in op leven en werk van Simone Weil (1909-1943). Hij opende daarmee de deur verder, maar sloeg die voor mij aan het eind van de middag ook weer met een klap dicht. Over dat laatste wil ik het in deze blog hebben.

 

Simone Weil
Er viel veel wetenswaardigs te horen. Over haar verwantschap met Spinoza en Camus bijvoorbeeld, waarover ook detailstudies zijn verschenen. Telkens een uurtje met 10 minuten pauze ertussen. Aan het eind van de middag loodste Sneller ons in een sneltreinvaart door een opvatting in het verlengde van het denken van Weil. Of – om Sinan Çankaya (November, uitg. Das Mag, 2022) te parafraseren –: Sneller vertaalde haar en ‘zichzelf, waardoor stukjes van hun karakters onbereikbaar bleven voor de ander’ (p. 43), al hoopte de spreker nog dat ik ‘misschien kan aanvoelen’ wat hij bedoelde. Zo word je min of meer uitgenodigd om te reageren, nadat een en ander wat is bezonken.

Ostjuden
Sneller vroeg zich af hoe het kan dat met name de Ostjuden, die volgens hem de meest vrome joden zijn geweest, in de Tweede Wereldoorlog ‘aan de meest grote gruwelijkheden zijn blootgesteld (…), als het ware onder de goddelijke toorn terecht zijn gekomen (…), zijn vergaan in de vlammen van de toorn van het geweld’. Er gingen bij het horen van deze woorden twee dingen door mij heen: de boektitel Als ’t kwaad goede mensen treft van de verleden jaar overleden H.S. Kushner (die tot het masorti-jodendom behoorde, het conservatieve jodendom) en een opvatting die ik eens tijdens een Talmoedgroep uit de mond van een niet-joodse deelnemer hoorde, die zich beriep op een denker wiens naam mij helaas is ontschoten: de Shoah is Gods toorn, Gods straf voor reformjoden omdat ze afstand hebben genomen van de orthodoxie. (Ik noem hier expliciet niet het woord Holocaust, dat brandoffer betekent). De groep verwierp deze opvatting terecht. Hoe poëtisch je het ook wilt verhullen wat de Ostjuden betreft, zoals Sneller het verwoordde: ‘Dichter bij God betekent ook dichter bij de vlammen van de zon’.

Plekken waar je niet mag komen
Daar moest hij aan denken als hij Simone Weil leest: ‘Misschien is het juist de beminde van God die het meest te verduren heeft’. Hij vroeg zich af of onder alle leed niet ‘toch een lichtende kern zit die niet kan worden gezien’ en erkent dat je met zulke ideeën ‘ontzettend voorzichtig moet zijn’. Ik denk echter meer dan dat. Camus (foto rechts), die ik hiervoor al noemde, is de denker van het absurde die er terecht voor waarschuwde om via een achterdeur niet toch betekenis aan iets binnen te laten. ‘Er zijn’, zei Arnon Grunberg tijdens een cursus die ik onlangs volgde, ‘plekken waar je niet mag komen’, zoals de kamers in Blauwbaards Burcht van Béla Bartók. [1]

Het Bijbelboek Job
In de chat konden we als cursisten van de Vrije Academie commentaar leveren of vragen stellen. Iemand schreef dat de gedachten van Weil/Sneller haar aan het Bijbelboek over de vrome Job deden denken. Die associatie had ik ook, maar dan eerder aan de theologie die de vrienden van Job te berde brachten.

Dit brengt mij tenslotte naar een preek op de zondag na deze ZOOM- en Grunbergcursus. Daar ging het namelijk onder meer over Job. En over een beroemde uitspraak van wis- en natuurkundige Blaise Pascal (1623-1662) die me naar een conclusie voert. Het was in een dienst in de Nieuwendammerkerk met ds. Annemarie van Wijngaarden, die ik achteraf als stream bekeek.[2]
Job is alles ontnomen en zijn vrienden maken het eigenlijk nog erger door te zeggen dat hij het allemaal wel aan zichzelf te danken zal hebben omdat God nu eenmaal rechtvaardig is. Een woord dat Sneller ook gebruikte: de rechtvaardigheid van God en die van de mens, en waar ik hier als niet-theoloog niet verder op in zal gaan. Maar er komt in het verhaal een keerpunt bij Job, wanneer hij zegt te weten dat zijn Redder leeft. Een mystieke ervaring, uit ander hout gesneden dan bij Weil en Sneller. Een die mij doet denken aan de joden (Ostjuden?) die in de kampen wilden sterven op het moment dat ze het woord ‘èchad’ (één, uit het Sjema, Deuteronomium 6:4) uitspraken, zodat hun laatste ademtocht samenviel met de adem die God ze had ingeblazen en nu weer ontneemt. Iets dat leidt naar een gedicht van Willem Jan Otten:

Aanvaard haar laatste adem uit,
geduldige, en adem haar dan in.[3]

Blaise Pascal
Daarna ging Annemarie van Wijngaarden verder over een geloofservaring van Blaise Pascal. Op 23 november 1654 schreef deze: ‘VUUR. God van Abraham, God van Isaac, God van Jacob. Niet de God van filosofen en geleerden’. Bij VUUR moest ik weer denken aan dichtregels (de filosofen verdwijnen steeds meer naar de achtergrond …) van Erik Lindner.[4] Over een put in de grond, over

een trein die bijna is
aangekomen waarvan
de slag over de bielzen
vertraagt

 

vuur loeit manhoog op uit de
put
vlammen slaan om elkaar naar
de lucht

Want misschien is het zo – om met zowel een uitdrukking van Sneller als met een personage uit Çankaya’s al eerder genoemde boek November te spreken – dat ‘alleen gedichten en verhalen ons kunnen redden’ (p. 83). Redden van het betreden van plekken, het binnengaan in kamers waar je verre van moet blijven.


Met dank aan meelezer ds. G.J. Venema (Leiden).

[1] Arnon Grunberg, Grunbergs favorieten, eerste van vier HOVO-colleges in de VU te Amsterdam (7 november 2024). Toevoeging m.b.t. Blauwbaards Burcht is van schrijfster dezes.
[2] https://kerkdienstgemist.nl/stations/2194/events/recording/173062440002194
[3] Willem Jan Otten: ‘Gebedje aan sterfbed’ in: Septemberzee. Uitg. Van Oorschot, 2024. [4] Erik Lindner: ‘Klei fluit’ in: Hout. Uitg. Van Oorschot, 2024.

Stefan Paas – Vrede op aarde

De boektitel Vrede op aarde doet in eerste instantie denken aan een kerstlied als Vrede op aarde in de mensen een welbehagen. Maar de ondertitel zet de lezer op een ander been: Over heil en redding in deze tijd. Waar gaat het over?

Stefan Paas schrijft in het Woord vooraf dat zijn boek een kritisch onderzoek is van de manier waarop het westerse christendom heeft gesproken over het goede nieuws van God. Terwijl het tegelijk ook ‘een poging is om dit goede nieuws opnieuw te verbinden met de grote vragen van onze samenleving’.

Paas (1969) is hoogleraar missiologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam en aan de Theologische Universiteit Utrecht. Zijn LinkedInpagina vermeldt dat hij voorheen werkte als gevelreiniger, leraar en in een aantal kerkelijke functies waaronder pionieren in Amsterdam. In 2018-2019 was hij Theoloog des Vaderlands. Dit boek is duidelijk bedoeld voor een in theologie geïnteresseerd publiek. Op X (voorheen twitter) blijkt uit reacties al dat het in gesprekskringen wordt gebruikt. Maar ook voor theologen zal het, mede door de vele uitgebreide voetnoten en verwijzingen naar met name Engelse vakliteratuur gefundenes Fressen zijn.

Gods verborgen omgang vinden
De auteur zoekt het eerder in de hoek van Gods verborgen omgang vinden, afkomstig als hij is uit de Christelijk Gereformeerde Kerken. Voor Paas is het ontmoeten van een persoonlijke God of Jezus Christus een heilzame, bevrijdende gebeurtenis die hij iedereen toewenst. Je kunt je afvragen of het woord ‘gebeuren’ niet beter op zijn plaats is dan gebeurtenis als eenmalige ervaring, omdat het effect van zo’n ontmoeting of bekering je je leven lang bij zal blijven. Paas zal de laatste zijn om dit te ontkennen: ‘Zeggen dat God ons ontmoet in onze ervaring, is zeggen dat God onze verlangens en angsten prikkelt, voorbeeldfiguren op ons pad brengt, ons onrustig maakt en betovert met schoonheid en goedheid – kortom, sporen trekt in onze ervaring’. Zulke zinnen maken het boek tot een rijk boek.

Ervaring is een interactie, een verbond tussen verstand en gevoel. Iets dat lang werd ontkend vanwege de verdeeldheid tussen verstand en lichaam, denken en voelen. Het gaat er volgens Paas om of we kunnen leren aanvoelen wat hier en nu werkelijk heilzaam is. Hier en nu; de auteur laat niet na steeds te benadrukken dat ervaringen en emoties altijd geworteld zijn in plaats en tijd. Geschiedkundige uitstapjes in het boek benadrukken dit.

Zoektochten naar gerechtigheid, naastenliefde en harmonie
De verschillende contexten die Paas schetst, zijn allemaal zoektochten naar gerechtigheid, naastenliefde en harmonie met de schepping, de grote vragen waar hij op doelt. Hij doet dat aan de hand van casestudies: de slavernij in het Amerikaanse Zuiden, missionair werk in een seculiere samenleving en in de wereld als schepping, die om ecologische verantwoordelijkheid vraagt.

Dit alles kunnen we volgens de auteur oefenen in het kerk-zijn. Vrede op aarde is daarbij de richtingaanwijzer voor het christelijk denken, voelen en doen. Ook uit hij zijn bewondering ten aanzien van voorbeelden van mensen die hem voorgingen in het geloof. De auteur gaat daarbij soms nog steeds te werk als een gevelreiniger, die het wezenlijke onder allerlei aankoeksels vandaan weer zichtbaar wil maken.

Stefan Paas
Vrede op aarde. Over heil en redding in deze tijd
KokBoekencentrum Uitgevers | Utrecht
ISBN 9789043540070
€ 29,99

Recensie verscheen eerder in Kerk in Mokum, december 2023/januari 2024, p. 6. Wordt hier met toestemming overgenomen.