Een man die Ove/Otto heet

Het boek Een man die Ove heet van de Zweedse auteur Frederik Backman ligt ten grondslag aan twee films: de gelijknamige uit 2015 met Rolf Lassgård in de hoofdrol en A man called Otto uit 2022 met Tom Hanks in de hoofdrol.

Het verhaal is hetzelfde, de uitwerking door de regisseurs en op de kijkers verschillend.
De bestseller van Backman gaat over Ove, een weduwnaar die in een nieuwbouwwijkje woont dat hij angstvallig bewaakt. Op alles en iedereen heeft hij commentaar: op degenen die zijn straat in een woonerf inrijden, wat niet mag, op degenen die lege blikjes bij oud papier gooien, op de krantenjongen die reclameblaadjes in zijn voortuin gooit en ga zo maar door.

Toch verandert er gaandeweg iets: aan de overkant komt een echtpaar met twee kleine kinderen wonen. In de Zweedse film zijn het de kinderen die het – blijkt in het ziekenhuis grote – hart van Ove doen smelten, in de Amerikaanse versie is het een Mexicaans echtpaar met twee kinderen. Dat is een haast nationaal ingegeven verschil: kinderen worden in Zweden op handen gedragen. Mexicanen en Amerikanen daarentegen staan op gespannen voet. Toch is het de Mexicaanse actrice Martiana Treviño die de Amerikaanse film draagt; wat een actrice!

Natuurlijk, de twee hoofdrolspelers mogen er ook zijn, maar er zit ook hier een groot verschil tussen de manier waarop ze hun rol invullen. Dat heeft alles te maken met zowel hun uitstraling als de herinnering aan eerdere rollen die ze met zich dragen. Lassgård kennen we vooral als politieagent (Gunvald Larsson, Kurt Wallander, Sebastian Bergman) en Hanks voornamelijk als mopperkont. Lassgård speelt zijn rol meer als een melancholicus na de dood van zijn vrouw. Hij werkt daardoor minder op de lachspieren en is ook ingetogener dan Hanks, die meer op het sentiment speelt.

Ook hier kun je zeggen dat de film met Hanks op-en-top Amerikaans is. Sentimenteel op z’n tijd, komisch en moralistisch ook. Ik kan me herinneren dat ik bij Een man die Ove heet soms heb moeten glimlachen, maar dat is iets anders dan de vele lachers die Hanks op z’n hand had bij de filmvoorstelling die ik onlangs zag.
De doodstrijd van Otto is in de remake langer uitgerekt dan die van Ove en past in het rijtje melodramatisch mislukte zelfmoordpogingen – een hartafwijking (tot grote hilariteit van zijn buurvrouw; had hij dan een hart?) – bureaucratie en een tegenwerkende zoon bij een ook al door ziekte geplaagd echtpaar in de buurt. En dan blijkt Otto opeens, veel sneller dan Ove, zijn (te grote) hart op de goede plaats te hebben.

Het is leuk beide versies te zien, maar als ik zou moeten kiezen, dan toch liever die met Lassgård. Nee – dat is geen goodfeel movie, maar minder gepolijst, geloofwaardiger en langer beklijvend.

Jona de Nee-zegger

Bij het overlijden van Karel Deurloo (1936-2019)

Willem Breuker – maker van mensenmuziek heet een boek van Françoise en Jean Buzelin over de veelzijdige Willem Breuker: saxofonist, componist, directeur van één van de interessantste cd-labels in Nederland (BVHaast) en nog veel meer. En de God die Karel Deurloo in het muziektheaterstuk Jona de Nee-zegger neerzet, is volgens dirigent René Nieuwint in een interview voor A4 vooral een ´menselijke God´. Voorwaar – de inspanningen van Breuker en Deurloo moesten zo wel op elkaar rijmen. En dat deden ze ook wonderwel.

Een gedicht van Cowper (Hound of Heaven) dat opdook in de tekst, en het ene (stijl)citaat na het andere dat door de muziek heen was gevlochten. Ze hadden al eens eerder samengewerkt die twee – Marcel Barnard heeft de loftrompet over hun Psalm 122 gestoken (in: Interpretatie, jan. 2003; p. 11). Maar dit muziektheaterstuk leverde een feest op, zoals iemand in de pauze zei. En meer dan dat.

‘Bij elkaar’ zouden ‘die stijlcitaten voor een wat amusante, licht-ironische en subtiel-parodistische sfeer’ zorgen volgens Kasper Jansen, recensent van NRC Handelsblad. Soms ja, zoals een dodecafonie-achtig (piep-knor) stukje op het moment dat Jona (een fraaie rol van Marcel Beekman) eraan twijfelt of God het schip wel kan redden. Of tijdens de kort daarop volgende scène waarin God (een al even sterke rol van Jasperina de Jong) zich afvraagt waar z/hij zo gauw een vis (een schitterende rol van Pieter Hendriks) vandaan haalt. Op dat moment klinken flarden van het bekende kinderliedje.

Het zou bij ‘leuk’ blijven, als het, vooral na de pauze, niet veel dieper ging. Een flard Tsjaikovsky komt voorbij (zak en as oproepend), even later een citaat à la de Internationale (120.000 mensenkinderen weten nog niet van links of rechts), gevolgd door de Treurmars van Chopin (het failliet van het dogmatisch communisme) – ofwel de clou van het verhaal dat gaat ‘over iemand die in de veiligheid en de dogmatiek van zijn geloof wil blijven en daardoor geheel zwart-wit tegen de wereld aan kijkt’ (Deurloo in een interview n.a.v. Jona de Nee-zegger).

Het enige minpuntje betrof af en toe de regie van Lodewijk de Boer. Op een gegeven moment bijvoorbeeld voelt Jona zich voor joker gezet nu zijn profetie niet uitkomt. In het orkest (het Willem Breuker Kollektief en de Mondriaan Strings, die samen met het Koor Nieuwe Muziek een bewonderenswaardige bijdrage leverde) klinkt de oplossende dissonant uit het slot van Bachs Matthäuspassion. En Jona staat erbij alsof hij Jezus aan het kruis is – een nieuw-testamentische duiding die typologisch weliswaar in het Nieuwe Testament voor komt  (Matth. 12: 39-41) maar die mij althans, zo zonder meer, tegen de borst stuit.

Maar als gezegd: voor de rest rijmde alles wonderwel op elkaar. En vooral op het boek Jona zelf, waarover Karel Deurloo in Bekirbénoe, één van de voorlopers van Quadraatschrift, eens heeft geschreven: ´Hilariteit en ernst, grote vrees en grote blijdschap zijn in 48 verzen in een verbazende mengeling bijeengebracht (…). Het ene thema buitelt over het andere heen en dan blijkt er nog een derde te zijn´ (maart 1995).

Deze recensie verscheen eerder in Quadraatschrift (januari 2004) en wordt hier in herinnering aan de op 1 juni jl. overleden Karel Deurloo herplaatst. Om zijn naam levend te houden.
Op vrijdag 7 juni a.s. vindt om 14.00 uur in de Thomaskerk (Prinses Irenestraat 36) te Amsterdam de gedachtenisdienst plaats. De begrafenis vindt plaats in besloten kring.
Zie ook: http://www.kareldeurloo.com/about/