‘Larmoyante kitsch’

Ik zag het niet aankomen, maar achteraf had ik zó kunnen uittekenen wat er gebeurde. Zeker na het essay van Maaike Meijer afgelopen zaterdag in Tijdgeest, de nieuwe weekendbijlage van dagblad Trouw.

Het gebeurde op dezelfde dag dat Louise Glück de Nobelprijs voor de literatuur won. Ik volgde ’s middags een college via ZOOM, toen iemand – het was kort daarvoor bekend gemaakt – meedeelde dat de Nobelprijswinnaar bekend was. ‘Nobelprijs’ snoefde de docent, dat was allemaal maar onzin en de beste schrijvers wonnen nooit. Hij noemde enkele namen van schrijvers die de prijs volgens hem ten onrechte hadden gewonnen; namen die ik in de gauwigheid niet heb opgeslagen. ‘Heeft iemand wel eens van haar gehoord?’ was zijn vraag. ‘Nee’, antwoordde ik, ‘maar het is wél mooie poëzie’, want wat ik tussen de bekendmaking en het begin van het college van haar in gauwigheid even had gelezen vond ik mooi. Al weet ik ook wel dat als je zoiets zegt, dat je dit eigenlijk moet onderbouwen. Zoiets als: ‘Sombere emoties beschrijft ze op een koele, heldere, soms bijna luchtige toon, waarbij ze afstand neemt van wat anders misschien ondraaglijk zou zijn’, zoals Julie Phillips in Trouw van vrijdag 9 oktober jl. schreef. In NRC Handelsblad stonden soortgelijke woorden, over een dichter die eerder wil analyseren dan emotioneren. Wat ik in de gauwigheid had gelezen, waren enkele vertalingen die Erik Menkveld van een paar gedichten had gemaakt. Ze werden deels ook in dat artikel van Phillips geciteerd.

Maar er was iemand mij te vlug af en die begon in het Engels een strofe voor te lezen. De docent vond niet dat ze uitnodigden om méér van haar te gaan lezen. Ook in het befaamde televisieprogramma Das Literarische Quartett schijnt haar poëzie, als ik een tweet mag geloven, afgedaan te zijn als ‘kitsch’. Daar zit je dan met je goede gedrag. Bah.

Dit voorval past helemaal in wat Maaike Meijer in haar bovengenoemde essay onder de titel ‘De eeuwige prijzenkloof’ schreef. Nee, het gaat niet over de Nobelprijs en toch ook weer wel. Ze komt met andere voorbeelden. Onder meer Sander Kollaard, die met zijn Uit het leven van een hond afgelopen juni de Libris Literatuurprijs won, boven wat te verwachten was Manon Uphoff met haar Vallen is als vliegen.
Even verderop schrijft Meijer, over de ‘dubbele kritische moraal in de reacties op autobiografische teksten die de rouw om een gestorven kind of geliefde thematiseren. Die werden prachtig gevonden als P.F. Thomése of A.F.Th. van der Heijden ze geschreven hadden, maar gelabeld als larmoyante kitsch [vet, EvS] als er Anna Enquist of Connie Palmen op stond. Het cliché ligt kortom nog altijd klaar in ons culturele DNA’.

Dat bleek ook maar weer tijdens de ZOOM-cursus afgelopen week. En toch ben ik nog steeds nieuwsgierig naar het werk van Louise Glück. Volgens haarzelf zou je het beste kunnen beginnen met Averno. Ik denk alleen niet dat er een ZOOM-cursus over komt …

Link naar het genoemde artikel van Maaike Meijer: https://www.trouw.nl/cultuur-media/schrijven-vrouwen-nu-echt-slechter-dan-mannen~b022ed7d/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.bing.com%2F

Zie ook: https://www.groene.nl/artikel/alles-wat-ze-aanraakt-verandert-in-muziek-en-legende

Top-10 concerten 2017

Hieronder de tien concerten uit het afgelopen jaar die mij het meest zijn bijgebleven.

150 Psalms
Tijdens het Festival Oude Muziek Utrecht, dat ik praktisch elk jaar voor een of meer concerten ‘aandoe’, werd een tweede, klein festival georganiseerd: de 150 Psalmen uitgevoerd door vier verschillende koren: het Nederlands Kamerkoor (foto: Foppe Schut), het Amerikaanse Choir of Trinity Wall Street, de Tallis Scholars en de publiekslieveling Der Norske Solistkor. Een geweldige ervaring om meegemaakt te hebben.

Fiumarathon
In het kader van November Music in ’s-Hertogenbosch, stond een hele dag de muziek van oud-collega Anthony Fiumara centraal. Ik blogde er op deze site al over. Een belevenis van jewelste!

Mariavespers
Tijdens het Holland Festival werd in de Gashouder van de Amsterdamse Westergasfabriek dit meesterwerk van Monteverdi uitgevoerd in een coproductie met De Nationale Opera. Niet alleen de uitvoering op zich was geweldig, door Pygmalion o.l.v. Raphaël Pichon, maar ook de sculptuur van Berlinde De Bruyckere waaromheen alles zich afspeelde.

Abdel Rahman El Bacha
Deze meesterpianist, die naar mijn idee veel te weinig bekend is, speelde op 1 april in de Serie Piano van het Muziekgebouw aan het IJ 72 preludes van Bach, Chopin en Rachmaninov. Een marathonconcert met twee pauzes, maar voor mij had het nog wel even door mogen gaan!

Chiaroscuro Kwartet
De kennismaking met dit kwartet was er een van de hoogste orde: op oude instrumenten speelden zij werken van Haydn, Fanny Mendelssohn en – met Ronald Brautigam aan de fortepiano – Schumann. Een verrassing, na het tegenvallende eerste concert in de serie Kleine Zaal Melange in het Amsterdamse Concertgebouw.

Budapest Festival Orkest
Wat een orkest, dat speelde in de serie Wereldberoemde Symfonieorkesten van het Concertgebouw in Amsterdam. Ook nog eens onder leiding van Iván Fischer, die ik zeer hoog heb. Zoevende contrabassen – waar hoor je dat nog meer? In werken van Bach, Mozart (met pianist Emanuel Ax) en Tsjaikovski.

Koninklijk Concertgebouworkest
Ik heb in deze column niet onder stoelen of banken gestoken, dat ik blij ben met de nieuwe chef-dirigent van het KCO: Daniele Gatti. Tijdens de Robeco Summer Nights speelde het orkest onder zijn leiding een programma met Wolfgang Rihm (IN-SCHRIFT), een groot hedendaags componist wiens carrière ik zo goed mogelijk probeer te volgen, en Anton Bruckner (Negende symfonie). Grandioos.

Akademie für Alte Musik Berlin
Tijdens de Robeco Summer Nights, in het kader waarvan ik altijd wel enkele concerten bezoek, speelde de door mij zeer geliefde violiste Isabelle Faust met de Akademie für Alte Musik Berlin een heel Bachconcert. Inclusief een Sinfonia van Carl Ph. Emanuel.

De troost van Stabat Mater
In de Serie Oude Muziek van het Muziekgebouw aan het IJ voerden PRJCT Amsterdam met Rosemary Joshua (sopraan) en Maarten Engeltjes (countertenor) onder meer het Stabat Mater van Pergolesi uit, afgewisseld met een voordracht van P.F. Thomése uit diens boek Schaduwkind. Het werk van Pergolesi blijft indrukwekkend.

Glen Dempsey
Tijdens de zomer mag ik altijd graag overal en nergens orgelconcerten bezoeken. Eén sprong er dit jaar voor mij uit: door Glen Dempsey uit Cambridge, op 12 juli in de Basiliek van de H. Nicolaas in Amsterdam. Hij speelde er met veel stijlgevoel werken van Joh. Seb. Bach, Mendelssohn-Bartholdy, Reger, Franck en Brahms.