Ken Hem in al uw wegen

SpinozaWim Kayzer zegt in het tv-programma Boeken van Wim Brands voor de VPRO (herhaling, 23 augustus 2014) over zijn roman De laatste tafel op een gegeven moment dat bij de vier keer dat de dood hem werd aangezegd, na de paniek op een gegeven moment kalmte over hem kwam. En dan, vervolgt hij, ‘kom je iemand tegen die je zelf niet kent’. Hij bedoelt, als atheïst, iemand als zichzelf. Ik herken die kalmte, maar die Iemand is bij mij toch een Ander dan mijzelf.

Het doorlopen van je leven, waarvan men zegt dat je dat pal voor de dood doet, is zoiets als in het kort een soortgelijke weg afleggen zoals Dante in zijn Divina Commedia beschreef.

Dante verdwaalt in een woud, waar een leeuw, trots en hoogmoedig, hem de pas afsnijdt. Maar dan spreekt Vergilius, gezegend met een gezond verstand, tot hem. Beatrice, de goddelijke liefde, begeleidt hem op zijn weg.
Op de louteringsberg aangekomen, omgordt Vergilius Dante met een bies, met deemoed, omdat hij moet leren in nederigheid te zien; horende doof en ziende blind zijn is één van de ergste zonden die je bij jezelf kunt ontdekken. Zeven hoofdzonden moet Dante uitboeten op de zeven omgangen van de berg. De deuren ertoe worden geopend met een zilveren sleutel (inzicht) en een gouden sleutel (het ontsluiten van het hart voor de liefde).
Samen met Beatrice beweegt Dante zich door de hemelsferen en wordt bewogen door de Liefde, de barmhartigheid, het meeste van alles, zoals Co ’t Hart dichtte:

Maar wie in liefde hoedt en weidt
en met verdrukten medelijdt
en niet om eer zal vragen,

die acht zich als Gods eigen knecht heel klein,
die wil alleen maar dienstbaar zijn
en groeit in kracht door dragen.

De uitweg uit die zeven omgangen vind je ook in de manier waarop Spinoza (zie afb.) in zijn Ethica ‘kennis’ omschreef. Eerst als ratio, de eerste sleutel van Dante: inzicht. Dan in het intuïtieve weten. En uiteindelijk in het kennen van God, in de betekenis van liefde (de gouden sleutel van Dante), omgang hebben met (jada in het Hebreeuws). Het gaat erom niet jezelf, maar om Hem te kennen in al je wegen, want Hij je paden recht maken (Spreuken 3:6). Dan wordt het mogelijk ‘uit de eigen spelonk’ te stappen, over de ‘eigen schaduw heen’ (Sytze de Vries), waardoor je je gekend weet door Iemand, door God.

Seamus Heaney

Seamus HeaneyHalf juni 1988 leerde ik zijn werk kennen, door de bundel Spiegel Internationaal, die nog zoveel moois biedt en die ik kreeg van een oud-collega.
In een vertaling van Peter Nijmeijer heette het:

 

Wankeling in licht,
alsof een taal hier
te kort schoot, kunst-
greep van vleugels.

Het geblaat van de snip,
de nestgrond ontvluchtend

Seamus Heaney heet de dichter die in dit gedicht op een haast mystieke toon hemel en aarde met elkaar verbindt.

In 2011 kwam ik zijn werk weer tegen, tijdens een dag van het helaas op sterven na dood zijnde Shakespeare-Genootschap van Nederland en Vlaanderen. Hier waren het niet de vleugels van een snip die om me heen vlogen, maar – uiteraard, zou ik haast zeggen – citaten van Shakespeare:

I am Hamlet the Dane
(Viking Dublin, nr. 23)

Lorenzio and Jessica in a cold climate
(Glanmore Sonnets, nr. 42)

And willowed like Ophelia in Millowy
(The Real Names, nr. 47)

Twee jaar later overleed Heaney. De dichter die aan de hemel hing en in de aarde wortelde. Met in zijn hoofd de (literaire) geschiedenis, zoals hij die omspitte in de bundel Digging. Zoon van een Iers boerengezin die Engels studeerde en met de pen streed voor een humane samenleving.

Wim Brands schreef ter gelegenheid van het Poetry International Festival Rotterdam 2014 in een bijlage van de VPRO Gids (10 mei t/m 16 mei 2014) dat het werk van Heaney ‘het onomstotelijke bewijs is dat je op een doodnormale manier kunt schrijven over zo iets als een mystieke ervaring’. Terwijl ‘zijn gedichten altijd geaard blijven’:

Van alle gereedschappen raakte de
hooivork het dichtst

aan hoe hij zich volmaaktheid
voorstelde:
als hij zijn opgeheven hand balde en
ermee mikte,
voelde ze als een speer, doeltreffend
en licht.

Speer – Shakespeare. Het kan niet missen. En ook nog zóveel meer.

Ode aan Seamus Heaney, vrijdag 13 juni 2014, 18.30-19.30, Grote Zaal van de Rotterdamse Schouwburg in het kader van het Poetry International Festival Rotterdam 2014.