Half juni 1988 leerde ik zijn werk kennen, door de bundel Spiegel Internationaal, die nog zoveel moois biedt en die ik kreeg van een oud-collega.
In een vertaling van Peter Nijmeijer heette het:
Wankeling in licht,
alsof een taal hier
te kort schoot, kunst-
greep van vleugels.
Het geblaat van de snip,
de nestgrond ontvluchtend
Seamus Heaney heet de dichter die in dit gedicht op een haast mystieke toon hemel en aarde met elkaar verbindt.
In 2011 kwam ik zijn werk weer tegen, tijdens een dag van het helaas op sterven na dood zijnde Shakespeare-Genootschap van Nederland en Vlaanderen. Hier waren het niet de vleugels van een snip die om me heen vlogen, maar – uiteraard, zou ik haast zeggen – citaten van Shakespeare:
I am Hamlet the Dane
(Viking Dublin, nr. 23)
Lorenzio and Jessica in a cold climate
(Glanmore Sonnets, nr. 42)
And willowed like Ophelia in Millowy
(The Real Names, nr. 47)
Twee jaar later overleed Heaney. De dichter die aan de hemel hing en in de aarde wortelde. Met in zijn hoofd de (literaire) geschiedenis, zoals hij die omspitte in de bundel Digging. Zoon van een Iers boerengezin die Engels studeerde en met de pen streed voor een humane samenleving.
Wim Brands schreef ter gelegenheid van het Poetry International Festival Rotterdam 2014 in een bijlage van de VPRO Gids (10 mei t/m 16 mei 2014) dat het werk van Heaney ‘het onomstotelijke bewijs is dat je op een doodnormale manier kunt schrijven over zo iets als een mystieke ervaring’. Terwijl ‘zijn gedichten altijd geaard blijven’:
Van alle gereedschappen raakte de
hooivork het dichtst
aan hoe hij zich volmaaktheid
voorstelde:
als hij zijn opgeheven hand balde en
ermee mikte,
voelde ze als een speer, doeltreffend
en licht.
Speer – Shakespeare. Het kan niet missen. En ook nog zóveel meer.
Ode aan Seamus Heaney, vrijdag 13 juni 2014, 18.30-19.30, Grote Zaal van de Rotterdamse Schouwburg in het kader van het Poetry International Festival Rotterdam 2014.