Rijk weekend met hedendaagse muziek

Het afgelopen weekend was een rijk weekend voor liefhebbers van hedendaagse muziek waarvan de noten nog nat waren. Bijna dan, in het geval van Sfera voor groot orkest van de Nederlandse componist Robin de Raaff (1968). Er zijn een paar overeenkomsten tussen de drie stukken die ik hoorde: een verhalend element, klankschoonheid, een emotionele laag en een grote rol voor de vrouw c.q. vrouwen.

Sfera van Robin de Raaff
Het eerste stuk was het al genoemde Sfera. De première hiervan was oorspronkelijk gepland voor 21 november 2020, maar werd ten gevolge van de toen geldende coronamaatregelen uitgesteld. Nu was het dan zo ver: op 14 januari in de NTR ZaterdagMatinee in het Amsterdamse Concertgebouw door het Radio Filharmonisch Orkest onder leiding van chef-dirigent Karina Canellakis.

De titel Sfera slaat op bolvormige tijd, waarin verleden – heden – toekomst als expressies van het nu samenvallen of – in de klankeruptie van het begin van het stuk – als facetten uit elkaar spatten. Tijd als distentio animi, uitzetting van de geest zoals Augustinus (354-430) het beschreef. Dan weer zijn het vluchtige, ijle glinsteringen en dan weer voortdurende, donkere tonen, onderbroken door stiltes.
De Raaff had bij het componeren drie vrouwen in zijn hoofd: zijn moeder, vrouw en dochter.

Het op zijn stuk volgende Vioolconcert van de Canadese componiste Helen Grime (1981) laat ik binnen de context (verhalen, klank, emotie) van deze blog rusten; ik wil door naar het volgende werk dat mij gedurende het rijke muziekweekend trof:

L’élue van Bram Kortekaas
Dit stuk (De Uitverkorene) is een prelude voor orkest dat voorafgaand aan de zonder onderbreking uitgevoerde Le sacre du printemps van Stravinsky werd gespeeld en inhoudelijk ook als zodanig fungeerde. Deze compositie van Bram Kortekaas (1989) stond onder meer geprogrammeerd tijdens het Zondagochtend concert in het Amsterdamse Concertgebouw van 15 januari en werd uitgevoerd door het Nationaal Jeugdorkest onder leiding van Antony Hermus.

Ook dit werk was gebaseerd op een verhalend element, een verhaal dat vooraf gaat aan het ballet over de lentewijding van Stravinsky. Kortekaas richt zich op de emoties van de vrouw die dreigt geofferd te gaan worden.
Kortekaas’ compositie begint met een impressie van de donkerte, de nacht. De vrouw (verbeeld door de altfluit) ziet de zon opkomen en ervaart de naderende lente. In een visioen ziet zij zichzelf als de Uitverkorene, maar dat idee verwaait wanneer Le sacre start.

Aino van Jimmy López Bellido
Het derde en laatste werk waarop ik hier kort inga, is Aino van de Peruaanse componist Jimmy López Bellido (1978) dat dezelfde zondag ’s middags op de radio werd uitgezonden; een live opname van de première die op donderdag 12 januari jl. ook plaatsvond in het Amsterdamse Concertgebouw.

Ik hoorde het voor het eerst, want tijdens de generale repetitie op de ochtend van 12 januari, die de Vrienden van het Concertgebouw en het Concertgebouworkest tegen een vriendenprijs konden bijwonen, werd het stuk door het Koninklijk Concertgebouworkest onder leiding van Klaus Mäkelä niet doorgenomen.[1]

Het gaat hier om een symfonisch gedicht; hoe romantisch wil je de insteek hebben! Ook hier gaat het, net als bij Kortekaas, om het verhaal over een vrouw, Aino, die de verdrinkingsdood sterft, zo wordt verteld in het vierde gedicht van de Kalevala, het Finse nationale epos. Wat je in de compositie verklankt hoort, zijn de snikken van Aino, de haas die door het bos rent om het verdrietige nieuws aan de bewoonde wereld te gaan vertellen, Aino’s huilende moeder, de watervallen en drie (!) koekoeken die klaaglijk zingen in de bomen.
Ook hier spelen drie vrouwen, meisjes eigenlijk een rol, hetgeen wordt verklankt door twee violen en een altviool.

Alle drie de componisten, De Raaff, Kortekaas en López Bellido vertellen kortom een verhaal. Op hun eigen manier, in hun eigen klankidioom. De een meer geworteld in de romantiek (López Bellido), de ander met een been in het modernisme (De Raaff) of met knipogen naar Stravinsky (Kortekaas). Wat een rijk weekend en wat een rijkdom, die hedendaagse muziek!

 

De foto’s bovenaan deze blog (links De Raaff en rechts Kortekaas, Malou Kranen) zijn net als die van Jimmy López Bellido (foto van Franciel Braga) ontleend aan de websites van de respectievelijke componisten.

[1] Zie voor een impressie: https://8weekly.nl/special/verhalende-muziek/
Zie voor een recensie van het concert o.a.: https://bachtrack.com/de_DE/kritik-strauss-bloch-makela-gabetta-concertgebouw-amsterdam-januar-2023

Fie Schouten: twee kanten van het spectrum, en meer

Fie SchoutenBij het luisteren naar het eerste stuk op de cd van basklarinettiste Fie Schouten, Schattenklänge (1995) van Mauricio Kagel, moest ik onwillekeurig denken aan de rol van de klarinet in de compositie Schädelstätte öffnen sich Gottes goldene Augen van Huub Kerstens. Op een gegeven moment, op het woord ‘Garten’, speelt de klarinettist een guirlande waardoor het woord oplicht als een vonk, een paradijselijk moment te midden van de verder nogal massieve instrumentatie van het stuk.

Het is raak, zoals Kerstens voor de verklanking van dat moment heeft gekozen voor de romantisch Angehauchte klarinet. En daar lag de overeenkomst, de associatie met het solostuk van Kagel: het is raak hoe hij voor de donkere kanten van de romantiek (Schatten = schaduwen) het lage broertje of zusje van de klarinet, de basklarinet koos.

Totaal aan de andere kant van het spectrum zit het tweede stuk: Harmonien uit de Klang-cyclus van Karlheinz Stockhausen (2006). Stockhausen (en Schouten!) genieten duidelijk van de klank van de basklarinet, van hoog tot laag. De componist is alleen niet, zoals Kagel, uit op de donkere kant ervan, maar op licht; de titel van het werk zegt het eigenlijk al.

Het wordt haast vervelend, maar ook het derde (lange) stuk op de cd ‘gaat’ over klank: Article 7 (seven ways to climb a mountain) van Rozalie Hirs (2012), dat Fie Schouten in 2012 in première bracht. De klank verschiet telkens van kleur, van lyrisch naar geagiteerd, waarbij elektronica er een extra dimensie aan toevoegt.

De tweedeling die ik hiervoor beschreef, van donker naar licht, van donker én licht, komt ook terug in het werk Contradictie IVa (1998/2013) van Robin de Raaff. Het is niet zo’n bekend werk, maar het is de cd-serie ‘Ladder of escape’ eigen, om ons een verrassing voor te zetten. Dat geldt niet in het minst ook voor het laatste stuk: Advice from a Caterpillar (2007) van de Zuid-Koreaanse componiste Unsuk Chin, uit haar opera ‘Alice in Wonderland’.

Zo biedt deze nieuwste release in de als altijd interessante serie van het label Attacca (de eerste was ook aan de basklarinet gewijd) een prachtig beeld van hedendaags repertoire voor dit veelzijdige instrument. De componisten konden zich geen betere pleitbezorger wensen dan Fie Schouten, die alle elementen gedreven tot hun recht doet komen.

De cd is ook nog eens mooi opgenomen, haast fysiek nabij, waardoor zelfs de ademhaling soms hoorbaar is. Wat je echter mist, is de beweging die volgens het informatieve tekstboekje essentieel is voor enkele stukken. Maar er moet iets te wensen overblijven!

(Ladder of escape 11 – Fie Schouten, basklarinet. Attacca ATT 2014140).

www.fieschouten.nl
www.youtube.com/watch?v=-EIFPgUd2A0
http://www.attaccaproductions.com/