‘Wanneer iets schitterend én pijnlijk is, laat het gelijk zien dat het niet klopt’ zei Erno Eskens tijdens de Summerschool ‘Filosofie in de Lage Landen’ van de Internationale School voor Wijsbegeerte (ISVW) in Leusden.
Het is een opmerking die me bij is gebleven en weer boven kwam, toen ik de tentoonstelling ‘Let’s be honest, the weather helped’ met werk van de Palestijns-Libanese kunstenaar Walid Raad bezocht in het Stedelijk Museum Amsterdam (nog t/m 13 oktober a.s.). Of, zoals Roos van der Lint in haar recensie hiervan in De Groene Amsterdammer (23 mei 2019) schreef: ‘Mooie beelden met kernen van lelijke waarheden’.
Schaduwen zou ik het misschien eerder noemen. Neem het portret van de vrouw dat in de eerste zaal hangt (zie linker foto, Els van Swol). Het zou zomaar een Palestijns-Libanese vrouw kunnen zijn, maar evengoed een Madonna – een schaduw van de christelijke bevolking in oostelijk Beiroet, waar Raad opgroeide als zoon van een christelijke moeder.
Het is misschien ook de schaduw van de westerse kunst in het oosten, iets essentieels dat je niet mag wegsnijden uit de geschiedenis van Libanon, net zomin als je islamitische invloeden mag wegsnijden, want dan krijg je iets dat verwrongen is (foto rechts).
In het westen wordt (eindelijk) een inhaalslag gemaakt door niet-westerse kunst te tonen. Het oosten loopt volgens Raad nog achter, in die zin dat tentoonstellingsmakers daar proberen de vorm van de westerse kunstgeschiedenis aan te nemen, met al zijn periodisering en labels (-ismes) van dien.
‘Is dit de vorm die Arabische kunstgeschiedenis moet aannemen, vandaag?’ vraagt Raad zich op de audiotour en in het interview met Van der Lint af. Degenen die zijn expositie in het Stedelijk Museum hebben gezien, zullen antwoorden: Nee, dat is het niet. Hoe dan wel? Raad geeft zelf een antwoord.
https://www.stedelijk.nl/nl/tentoonstellingen/walid-raad