Op duizend poten van geluid

Zoals de film The ancient woods een gedicht is, zo is Sound een beeldend kunstwerk. Dat komt door de spiraal van Noam Ben-Jacov die om de musici, die een werk van Rocco Havelaar spelen, heen draait. Maar dat niet alleen; er zijn naast verschillen tussen de film en het kunstwerk méér overeenkomsten.

Eén van de verschillen ligt in het feit dat de film geen muziek, geen tekst of voice over nodig heeft. Het geluid wordt gevormd door dat van de dieren en een enkele houthakker. Havelaar heeft wel tekst nodig; hij zette het gedicht ‘Er is een doorwaadbare plaats in mij’ van Toon Tellegen op muziek (uit: Gedichten 1977-1999, p. 143). Voor sopraan, viool, cello, piano en accordeon.

Maar door de installatie die de van origine Isräelische, in Nederland wonende beeldend kunstenaar Noam Ben-Jacov erbij maakte, doet het geheel mij wonderbaarlijk genoeg ook, misschien zelfs wel eerder, denken aan het gedicht ‘Geen wind’ van Paul Rodenko. En dat is vreemd, want waar Tellegen het juist heeft over

en vraag de zon niet om iets glinsterends,
de wind niet om iets kabbelends

heeft Rodenko het juist over geen wind. Hoe zit dat?

Het kunstwerk van Ben-Jacov werpt schaduwen en licht over de vloer, over de musici. Schaduwen die dan weer verhullen en dan weer onthullen, als een gordijn op een schilderij uit de Gouden Eeuw dat opzij is geschoven en ons een inkijkje in een vertrek gunt:

Een ver gerucht komt langs het raam gekropen.
Geen wind.
Een smalle schaduw is verlengd.

Zo opent de muziek zich als het ware, zoals een Noors fjord zich bij een zwenking van een schip opeens kan openen:

De horizon gaat als een schuifdeur open.

Dan kantelt het zicht op de musici weer en rolt het geluid ongefilterd, als een golf op je toe, waardoor het geluid – net als in de film The ancient woods bijna tastbaar wordt:

Een beeld valt om.
Een houten vogel slaat.
Wie heeft geschreeuwd?
De kamer staat
op duizend poten van geluid.

De musici komen langzaam op ons toe,

Dan kraakt het middendoor.
Het licht is schraal.

Plots is het stil.

De muziek zwijgt. Schitterend zoals het een met het ander samenvalt. Noam Ben-Jacov is er een meester in om zoiets op te roepen.
Het is te hopen dat we volgend jaar, na de sabbatical van afgelopen jaar, weer mooie tentoonstellingen of uitvoeringen met zijn werk tegemoet mogen zien! Hou zijn (nieuwe) website in de gaten!

https://noamben-jacov.nl/installations/sound/

 

Schetsen als schaduwen

Kabinetten, galerijen en museaBinnen het wetenschapsgebied Cultuurwetenschappen kun je bij de Open Universiteit Nederland een cursus volgen onder de naam Kabinetten, galerijen en musea. De cursus ‘behandelt de uiterst gevarieerde geschiedenis van het verzamelen in Europa van circa 1500 tot heden.’

Op de één of andere manier doet het werk van kunstenaar Noam Ben-Jacov dat te zien is op de tentoonstelling Een dier, een nacht, een schreeuw, een mens in Kranenburgh (Bergen) mij denken aan afbeeldingen bij deze cursus: een kabinet met allerlei schilderijen naast, boven en onder elkaar (zie afb. boven).

Maar dat niet alleen. Het is de bedoeling van de curatoren van de tentoonstelling met werk van leden van het KunstenaarsCentrum Bergen (KCB), om een eerbetoon te brengen aan de kunstenaar Constant, eens lid van het centrum. Deze tentoonstelling sluit bovendien aan bij twee grote Constant-tentoonstellingen die gelijktijdig te zien zijn in het Cobramuseum in Amstelveen en het Gemeentemuseum Den Haag.

Ben-JacovIk heb de OU-cursus Kabinetten, galerijen en musea niet gevolgd, maar ik kan me zomaar voorstellen dat de behandelde voorbeelden in essentie een portret van hun tijd zijn. Zoals het door Constant geïnspireerde werk van Ben-Jacov dat in Bergen valt te zien (zie afb. rechts) weliswaar sterk doet denken aan zijn voorbeeld, in wezen overkomen als een zelfportret, naast, boven en onder elkaar en ook nog eens schaduwen werpend op de muur. Een titel als Shadow of black verwijst daar ook naar.

We herkennen er ander werk van de kunstenaar in, waarover ik eerder berichtte op deze blog (https://elsvanswol.nl/?p=1001). Hij beschouwt de kleine schetsen die worden getoond volgens een statement op zijn website als een verzameling ervaringen, beelden en situaties. Alle elementen en invloeden gaan een spel met elkaar aan en vormen uiteindelijk één geheel – een zelfportret.

Sommige bezoekers liepen er snel langs, maar het loont echt de moeite om er de tijd voor te nemen ze allemaal te bekijken en op je in te laten werken. Het kan nog tot en met 18 september a.s..

www.noamben-jacov.nl

‘Zulke dingen gebeuren gewoon’

TsoupakiOp een gegeven moment, tijdens een voorstelling in 1999, vouwt danseres Andrea Brugger de ‘body-sculpture’ Room van Noam Ben-Jacov open. ‘Oh’, klinkt het achter mij, dwars door de gelijktijdig uitgevoerde fluitsolo heen. Het mag niet hinderen, want het ís verschrikkelijk mooi.
Om te beginnen doet de body-sculpture van Noam Ben-Jacov mij denken aan het werk van Agam, uit de jaren zeventig van de vorige eeuw. Terwijl Dirk Scheper, die een inleiding schreef in een catalogus bij een tentoonstelling met werk van Ben-Jacov, weer aan de Bauhaus-dansen van Oskar Schlemmer moet denken. Ook de door fluitiste Eleonore Pameijer even later gespeelde compositie Calliope (1998) van Calliope Tsoupaki komt mij verwarrend bekend voor.

Orpheus
Het ene kunstwerk roept het andere op en schept een sfeer van heimwee, als een Lied ohne Worte waarin het verlangen tastend zijn weg zoekt. Kwamen de muzen niet voort uit Mnemosyne, de herinnering? En was Calliope, met de schone ogen, niet de muze van de epische poëzie en de moeder van Orpheus?
Bezingt het lied van Orfeo niet het onherkenbaar herkenbare, het lied dat nooit iemand heeft gehoord maar in het onbewuste sluimert en ons ooit eens ter ore zal komen?
Het klopt allemaal, volgens de componiste Calliope Tsoupaki wanneer ik haar mijn verwarring voorleg.
In haar Lucas Passie is dit Orfisme helemaal uitgewerkt. ‘Dat wil je toch als componist? Het is een diepte in de muziek. Niet eclectisch. Het is eigenlijk andersom: de muziek roept je in plaats van dat jij de muziek kiest.’ Zo ervoer ze het eerder al, bij het schrijven van Her voice voor harp uit 1994. Toen ze dit stuk af had, hoorde ze harpmuziek uit Mali die aan haar muziek verwant bleek.
De ornamentiek in de Lucas Passie doet oosters aan of roept herinneringen op aan de muziek van trouvères en troubadours, zoals E guerra e morte voor koor en barokensemble (1997) die doet aan Monteverdi. Deze samensmelting is altijd een droom van Tsoupaki geweest. En als het goed is ook van ons, als luisteraar.

Herplaatsing van een gedeelte uit een interview met de componiste in Mens en melodie (2008/nr. 3) n.a.v. ‘De week van Calliope Tsoupaki’ (29 september t/m 4 oktober 2014) in het Korzo theater te Den Haag.