Muziek die over de dood praat

Via een tweet van het Joods Historisch Museum (JHM) in Amsterdam kwam ik op het spoor van de Art Based Learning methode. ‘Dit is’, lees ik op de website van het JHM, ‘een waardevolle en beproefde methode om aandacht te besteden aan jezelf, tot nieuwe inzichten te komen en je creatieve vermogen te stimuleren. Hoe? Door te kijken naar kunst. Echt zien. Langer kijken. Door te associëren, te fantaseren, uzelf te verplaatsen in het kunstwerk. En door die ervaring weer te verbinden met uw persoonlijke vraag.’

We gaan afpellen. Zou je kijken naar kunst ook kunnen vervangen door luisteren naar muziek? Goed luisteren. Door verbanden te leggen tussen stukken op één concertprogramma, door jezelf daarin te verplaatsen? Ik ga het proberen en ga daarin verder dan de recensie die ik van een concert dat ik hier tot uitgangspunt neem (zie link onderaan deze blog).

En wat is dan mijn persoonlijke vraag in dit geval? Die wordt ingegeven door de recente vervolging van een arts die euthanasie toepaste op een demente vrouw van 74 jaar, gelegd tegen een artikel van de theoloog G.H. ter Schegget (foto links, Damon De Backer) over euthanasie dat ter voorbereiding voor een studiemiddag in oktober ter lezing werd aanbevolen (zie link onderaan). En waarom deze vraag? Omdat ik me er nauw mee verbonden weet, aangezien onze huisarts mijn moeder ‘hielp sterven’, zoals hij zei. Ik schreef erover in het boekje over mijn moeder (zie link onderaan).

Persoonlijke vraag
Eerst de context. In 2016 pleegde een arts euthanasie op een 74-jarige dementerende vrouw. Daarvoor wordt zij nu vervolgd. De officier van justitie ziet het als ‘moord en doodslag’, hoewel ze – volgens het Openbaar Ministerie (OM) – ‘grotendeels uiterst zorgvuldig’ te werk was gegaan. En toch wordt ze vervolgd – omdat het OM graag jurisprudentie wil, omdat de grens tussen zelfbeschikking en wilsonbekwaamheid dun is; de desbetreffende arts had niet tot euthanasie over mogen gaan, omdat de patiënt haar in 2012 opgestelde en in 2015 bekrachtigde wilsverklaring niet mondeling niet meer kon bevestigen.
De vraag is dan, zoals de directeur van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE), Agnes Wolbert het in Trouw (27 augustus jl.) verwoordde: ‘Je tekent een euthanasieverklaring als wilsbekwaam persoon en je wilsonbekwame-ik kan dat teniet doen. Willen we dat?’ De vraag stellen is hem beantwoorden.

Artikel G.H. ter Schegget
Ter Schegget stelde om te beginnen, en dat deed hij eigenlijk ook in een lezing die ik eens van hem hoorde in een bovenzaaltje van de Amsterdamse Thomaskerk, dat ‘de ander eerst’ gaat: ‘Zij hebben er ook iets over te zeggen als het je te zwaar wordt’. Dat is in het onderhavige geval ook gebeurd, aangezien de dementerende vrouw het zelf niet meer kon: de arts besprak haar wens met de echtgenoot en de dochter, zoals dat in het geval van mijn moeder ook gebeurde; wij moesten het zelfs op schrift zetten, voor het geval het eventueel tot een vervolging zou komen.
Ter Schegget heeft het in het geval van een gesprek met degene die een doodswens heeft, over ‘veel meer houvast, omdat de patiënt wordt gezien en gehoord: zijn lichaamstaal, zijn gebaar, zijn stembuiging, zijn emotie enz.’ Nu heeft de arts geen gesprek in de gangbare zin van het woord met de vrouw kunnen voeren, maar zij heeft haar wel gezíen in de Bijbelse betekenis van het woord. De arts heeft, volgens nogmaals Trouw, ‘de vrouw uitgebreid geobserveerd en zelfs gefilmd. Ze zag dat de patiënte op muren bonkte, door het verpleeghuis dwaalde en riep dat ze dood wilde.’
Tegen het eind van zijn artikel, stelt Ter Schegget dat ‘een wet niet wordt gemaakt voor de goeden maar voor de kwaden’. Hij vraagt zich af of ‘er voldoende afschrikking en bescherming uitgaat van deze euthanasiewet’. Geconcludeerd kan worden dat de arts die euthanasie pleegde, niet tot de tweede groep behoort; de commissie van deskundigen oordeelde eerder, dat zij ‘naar eer en geweten’ de euthanasie had uitgevoerd. Het gevolg zou kunnen zijn dat er weer naar de wet zal worden gekeken, hoewel er al een Handreiking schriftelijk euthanasieverzoek bestaat. Een andere praktijk is al gaande: in plaats van euthanasie zal er door de arts worden gekozen voor palliatieve sedatie (versterving).

Twee muziekstukken
Tijdens de prelude voor het Festival Oude Muziek Utrecht (FOMU) 2019, gaf het Hueglas Ensemble onder leiding van Paul Van Nevel (foto rechts, Tom Philips) in de Jacobikerk drie korte concerten van ongeveer drie kwartier. Tijdens het tweede concert gebeurde het: het slot van een madrigaal van Scipione Lacorcia, ‘morte’ (dood), werd net zo lang en zacht aangehouden als ‘pacem’ (vrede) in het Agnus Dei van Rocco Rodio. ‘Heden en verleden, werkelijkheid en verlangen vielen erin samen. Hoe actueel wil je het hebben!’, schreef ik op de website muziek-recensie.nl.
Die vrede, die rust is het antwoord dat iemand met een doodswens verlangt. Die rust wens ik de arts, de echtgenoot en de dochter ook toe. En dat bereik je niet door een arts voor de rechter te brengen met een aanklacht voor moord, alleen om jurisprudentie te krijgen. Die rust bereik je alleen door te luisteren. Naar de signalen die iemand die niet meer de cognitieve vaardigheden heeft om zich verbaal te uiten.
De twee muziekstukken maakten mij weer eens duidelijk dat het muziek is die over de dood kan praten – met of zonder woorden. Ja, Art Based Learning. Door echt te zien, goed te kijken en jezelf de verplaatsen in een ander.

Link naar concertrecensie: http://muziek-recensie.nl/index.php/17-nieuwsartikelen/1535-prelude-tot-het-festival-oude-muziek-utrecht-2019

Artikel ‘De nieuwe euthanasiewet nader bezien’ van G.H. ter Schegget op de website www.ghterschegget.nl, onder het kopje BOEKEN EN TEKSTEN online.

Boekje over mijn moeder: https://www.boekscout.nl/shop2/boek.php?bid=2689

Het leven is een (be)weg(ing)

sjef-laenenAfgelopen weekend volgde ik de Leeftochtcursus De zin van ons dagelijks leven van Sjef Laenen (zie foto) op buitengoed Fredeshiem (Steenwijk-De Bult). Het was voor mij de eerste keer dat ik hem hoorde, en ik kan ook niet meteen zeggen dat alles me aansprak. Dat hoeft ook niet. Maar de zondagochtend maakte veel, zo niet alles, goed. Tijdens de toen gehouden lezing was het onderwerp ‘Zelfvertrouwen en depressie’ en ging het over David (de levenslustige) en Saul (de melancholieke). Eerder her en der bijeengeraapte mozaïeksteentjes werden tot een geheel samengevoegd. Iets daarvan geef ik hieronder weer.

David is de danser, wat tijdens de Nederlandse Dansdagen een mooi, ons toevallend verhaal is. Het hele leven is volgens Laenen een (be)weg(ing). Het is het numineuze in de dans dat ons beweegt, ontroert. David heeft vertrouwen, pistis noemde prof. Ter Schegget het eens in een preek die ik voorafgaand aan een uitvoering van Bachs Matthäuspassion in het Amsterdamse Concertgebouw hoorde zeggen. Als een rode draad, een refrein door zijn preek heen, zodat ik het nooit vergeten heb. David weet het niet zeker, maar vertrouwt erop.

Saul is van dit alles niet overtuigd, net als de hedendaagse cultuurpessimist. In tegendeel. Maar er komt een doorbraak, die in de Bijbel al inzet met het gegeven dat de aartsmoeders allemaal onvruchtbaar zijn en tóch een kind baren. En weer hoor ik een stem opklinken: van mijn geschiedenisdocent De Rek, die mij eens meenam naar de Joodse Begraafplaats in Ouderkerk aan de Amstel en onderweg niet ophield te herhalen dat het eens goed zal komen met de wereld. Daar geloofde, daar vertrouwde hij heilig in.

Er zijn mensen die met dat pessimisme niet meedoen en op weg gaan naar herstel van de eenheid in de schepping. Naar die mensen moet je luisteren. Of naar de harpmuziek van David. Volgens de overlevering hing zijn harp aan het raam en werden de snaren ’s nachts door de noordenwind bewogen. Hij hoorde het in zijn slaap en speelde de melodieën overdag voor koning Saul, die zich er dan weer aan over gaf en dan weer een speer naar David wierp. Misschien omdat hij er moeite mee had dat er iets groter was dan hijzelf. Ik zie weer twee hoogleraren voor me waarvan de één zegt de ander in zijn zak te kunnen steken. Een gênante vertoning, en ook helemaal niet nodig, los van elkaar bouwden ze aan de wetenschap.

Zoals tijdens het Feest van de Nederlandse Dans (zaterdag 8 oktober, Theater aan ’t Vrijthof in Maastricht) vier grote Nederlandse dansgezelschappen samen een avond verzorgden. Onder andere Maaike Bos berichtte maandag 10 oktober in dagblad Trouw over een weekend dans en film op de televisie: College Tour met ballerina Igone de Jongh, Dance dance dance dat dans voor een groter publiek bereikbaar maakte. Er was sprake ‘van een maakproces vol worstelingen en zelfoverwinning.’ Zo waren we weer terug bij respectievelijk Saul en David, en bij (be)weg(ing). Het was al met al een rijk met dans gevuld weekend.