Groeten uit … – een drieluik

1. Groeten uit …
Meteen al op het eerste paneel van de tentoonstelling Groeten uit… (3 juli
t/m 29 november 2009 in het Tropenmuseum, nu Wereldmuseum in Amsterdam) was destijds een foto te zien van een man met ernstige scoliose (nr. 23).

In eerste instantie waren zulke foto’s bedoeld als een ziekteportret. Daarna werden ze ook als afbeeldingen in algemene tijdschriften afgedrukt en slopen zo de amusementsindustrie binnen. Uiteindelijk werden dergelijke foto’s als ansichtkaart verstuurd, als een ‘bedelbrief’ voor zending en missie (1890-1930). Of om aan het thuisfront te laten weten dat het allemaal héél erg is, maar dat de afzender gelukkig heelhuids, gezond en wel in de tropen is aangekomen.

De ansichtkaarten op de tentoonstelling kwamen uit de verzameling van hoogleraar farmacie Peter de Smet, die over zijn verzameling vertelde in de televisie-uitzending De wereld draait door (3 juli 2009). Volgens hem zijn er twee manieren om naar zulke foto’s te kijken: naar het afwijkende of naar een medemens.

2. france 1987
Deze opmerking brengt mij naar twee voorbeelden. Om te beginnen naar een artikel van Jan Postma in De Groene Amsterdammer (23 mei 2024) naar aanleiding van het boek france 1987 (Nazraeli Press, 2024) – honderd jaar later dan dat de foto in het museum werd uitgebracht.
Er staat een foto bij het artikel van Mark Steinmetz. Postma vroeg aan zijn kinderen wat ze aan die foto was opgevallen. Eentje had het gezien: het korset dat een kind draagt. Zelf was het hem pas later opgevallen. Hij schrijft:

En dat dat de reden was voor die vreemde, robotachtige houding. Dat er aan de achterzijde niet alleen leren riempjes zaten, maar een ijzeren exoskelet dat zich ter hoogte van de nek splitste. Ik heb geen idee of zoiets een normale verschijning in het straatbeeld was, in 1987. Kan het te maken hebben gehad met polio?

Ik weet het niet, maar ik zou eerder – net als bij die de man op de foto in het museum – in de richting van scoliose hebben gedacht, hoewel een korset voor post-poliopatiënten niet ongebruikelijk was. In de film Forrest Gump (1994) bijvoorbeeld loopt de hoofdpersoon als kind met stalen beugels om zijn benen, ter bescherming van zijn rug.

3. Debuut van Joyce DiDonato bij het KCO
Het derde en laatste voorbeeld gaat ook over kijken en je, net als de kinderen van Postma, afvragen wat je ziet. Het voert ons in dit geval naar het debuut (!) van de 55-jarige Amerikaanse mezzosopraan Joyce DiDonato bij het Koninklijk Concertgebouworkest, 8 januari 2025. Frederike Berntsen schreef in haar recensie in Het Parool (11 januari 2025):

Waarom niet innig gearmd de lange artiestentrap van de Grote Zaal aflopen? Dirigent Antonio Pappano en mezzosopraan Joyce DiDonato zijn goede bekenden van elkaar en kwamen gezellig samen het podium op.

Wie wat beter het verloop van het optreden volgde, zal zijn opgevallen dat het niet om de gezelligheid ging, maar dat DiDonato de steun van Pappano soms meer dan nodig had. Ze is ziek c.q. lijdt aan een ziekte. Maar er was geen zieke maar een medemens aan het zingen. En hóe! Zowel orkestmusici als het publiek braken de zaal na haar uitvoering van Jake Heggies Camille Claudel zowat spreekwoordelijk af. Terecht. Daar waren ze voor gekomen: een soliste met orkest die op het podium een ontroerend mooi concert gaven en mensen in de zaal om die muziek aandachtig te beluisteren. Onvergetelijk.

 

Deels gebaseerd op mijn column in Wervelingen (uitg. van de Vereniging van scoliosepatiënten), winter 2009/2010, p. 27.