In een interview in het NicolaasNieuws van de Basiliek van St. Nicolaas, tegenover het Amsterdamse Centraal Station, liet Michael Hedley (zie afb.) zich nog niet zo lang geleden uit over wel of geen stilte tijdens een kerkdienst. Hij was er niet zo voor, bleek, want helemaal stil wordt het toch nooit. Dat is natuurlijk zo, maar erg hoeft dat op zich niet te zijn. De proef op de som was onlangs bij de andere Nicolaaskerk, de Oude Kerk, te ervaren tijdens de intocht van de Sweelinckcantorij. Meestal zingend, maar nu niet, waardoor het geruis van de pijen en het lopen op de stenen vloer een extra accent gaf aan wat later gezongen zou worden: over gaan.
Nee, dit gebeurde tijdens het introïtus van de Choral Evensong op 11 januari in de St. Nicolaas niet: het Collegium kwam, weliswaar ook niet zingend maar wel onder orgelbegeleiding naar voren voor de Coventry Carol van Kenneth Leighton. Nee, het gebeurde in Psalm 122:6: O pray for the peace of Jerusalem. Een moment van stilte, een Luftpause, al klinkt dat in het kader van een Engelstalige Choral Evensong wat raar. Tussen ‘O’ en ‘pray’. In de tekst op de orde van dienst stond die niet, in de muziek misschien wel, en zo niet: dan was het een gouden greep van dirigent/organist Michael Hedley. Want in die ene (halve) tel gebeurde iets dat alleen in muziek te vangen is.
Even werd hoorbaar wat de Israëlische schrijver Ari Shavit in de ondertitel van een recent boek over Het beloofde land omschreef als ‘De triomf en tragedie van Israël’. Beide noties vielen in dit moment samen, op een manier die in een gesproken gebed nooit zo’n impact zou hebben. Want overal waar verder in de dienst ‘O Lord’ of ‘O worship the Lord’ (slotlied) werd gezongen, ging dat in één vloeiende boog. Het was zoals Nathan Lopes Cardozo onlangs in het Ojec Periodiek schreef: ‘Muziek is de kunst van taal-exegese’. Zelfs, of misschien vooral, in een moment van stilte, de meest waar-achtige muziek.
Link naar het NicolaasNieuws: http://www.nicolaas-parochie.nl/index.php?menu=1&page=30