In de bijlage Letter en Geest van Trouw van 9 januari 2016 verwoordt Erik Boekesteijn (zie foto), de Beste Bibliothecaris van Nederland, zijn droom. Die is ook de mijne, en ik verwoordde deze eerder onder andere tijdens een lezing voor de Nederlandse Vereniging van Muziekbibliotheken, Muziekarchieven en Muziekdocumentatiecentra (NVMB) op 25 mei 2000 – nog steeds actueel, (b)lijkt wel. Daarom neem ik gedeelten van een gedeelte uit deze lezing, over de sociale functie van de bibliotheek, hier over.
Ik zou het me makkelijk kunnen maken en de sociale functie uitwerken aan de hand van een veelgebruikt beeld: de agora-functie van de bibliotheek. U weet: de open plek waar burgers van een Griekse polis bijeenkwamen, en politieke en culturele bijeenkomsten, lezingen en discussies plaatsvonden. De agora is de voorloper van wat een brochure van Centre Céramique in Maastricht anno nu omschrijft als de ‘drempelloze ontmoetingsplaats (…) waar een open uitwisseling van ideeën uit verschillende culturen tot stand komt.’
Zo’n uitwerking zou bijvoorbeeld kunnen bestaan uit het enerzijds kritische kanttekeningen plaatsen bij het agora-begrip; het waren immers alleen vrije mannen die binnen de polis mochten discussiëren, en anderzijds het me afvragen hoe zo’n open uitwisseling tussen verschillende culturen in om het even welke bibliotheek tot stand komt: van bovenaf, omdat de regering dat zo graag wil, of door vertegenwoordigers van die cultuur gedragen en omdat het ons raakt.
Dan had u er misschien op gewezen, dat je de agora in de context van de tijd moet zien waarin vrouwen en slaven ‘nu eenmaal’ niet mee deden omdat het ze volgens Plato ontbrak aan rationaliteit en zij daarom niet of nauwelijks tot de menselijke soort behoorden – en dan had ik weer gezegd niets van cultureel relativisme te moeten hebben.
Nee, ik wil het begrip ‘sociaal’ opvatten in de vijfde betekenis die de Van Dale eraan toekent: ‘gevoel of begrip hebbend of tonen voor de belangen en noden van de medeleden van de maatschappij waarin men leeft.’ Als verlengde van de marketingvisie van Pine, Jensen en Mintzberg: het is voor alles het je kunnen inleven. Niet alleen in je klanten, die geen categorie zijn, maar ook in je personeel, dat je niet instrumenteel moet benaderen maar die het bedrijfskapitaal vormen. En voor u nu gaat denken dat ik mij ga verliezen in een beschouwing over incentives (stimulansen en beloningen), zal ik u snel uit de droom helpen. Ik wil de sociale functie van de bibliotheek opvatten in Talmoedische zin: de binnen- en de buitenkant moeten hetzelfde zijn, zich aan elkaar spiegelen.
Ik zal dit uitwerken aan de hand van één voorbeeld: de oudere bezoeker, de oudere werknemer.
Onlangs verscheen een interessant boek van de onderzoeker Paco Underhill onder de titel Waarom we kopen en wat we kopen; de wetenschap van het winkelen. De voorbeelden die daarin staan, zijn heel gemakkelijk te vertalen naar het doelgroepenbeleid van een openbare bibliotheek. Dan blijkt dat we het helemaal nog niet zo gek doen. Underhill doet bijvoorbeeld de volgende suggesties: ‘Maak zithoekjes, pas het licht aan en vooral: pas de belettering aan (…). Ouderen haken af, als ze het niet meer kunnen lezen en dan ben je een klant kwijt.’
Maar hoe zit het met ons personeelsbeleid? Waarbij de categorie (ecxusez moi le mot) kan worden vervangen door elke willekeurige andere bevolkingsgroep.
De bibliotheek zou met andere woorden meer ruimte moeten bieden aan wat in de moderne filosofie ‘differentie’ wordt genoemd, voor het ‘andere’ en de anderen binnen dezelfde soort (vergelijk met ‘het’ voorbeeld: gewervelde dieren zijn: vissen, amfibieën, reptielen, vogels, zoogdieren). Voor mijns inziens de zwakkeren in de samenleving.
De bibliotheek doet dit per definitie door middel van haar collectievorming die immers het referentiepunt is en zal moeten blijven voor zowel de fysieke als de virtuele bibliotheek, die meer moet zijn dan een distributiekanaal.
Het is zaak die toekomst van veranderingen vol vertrouwen tegemoet te zien. Het gaat niet aan om alleen maar een ode te brengen aan de ‘oude’ bibliotheek, zoals Ilya en Emilia Kabokov in hun installatie The Old Reading Room laten zien, hoeveel bewondering ik ook heb voor deze grote Russische kunstenaars die tegenwoordig in Texas wonen.
Het kon ook niet kloppen, want er waren maar vijf in plaats van zes ramen waardoor de gordijnen heen-en-weer waaiden; zes staat immers symbool voor wijsheid, zoals prof. Dequeker eens uitlegde aan de hand van het beroemde retabel Het Lam Gods in de St. Baafskerk te Gent, waar zes mensen bij de levensbron staan. Met vier boeken …