Sjoerd Buisman

In Haarlem is momenteel (t/m 14 oktober a.s.) een tentoonstelling te zien onder de titel De Zwarte Madonna en de Troost. Op twee plaatsen pal bij elkaar: in De Vishal en in de Grote of St. Bavokerk. ‘Het zien van de tentoonstelling in De Vishal’, schrijft curator Alet Pilon, ‘moet een onverwachte ontmoeting worden met persoonlijke beleving en interpretatie’. Niet dat dit niet voor de Bavo geldt; daar is, aldus een bordje bij het uitsluitend nieuwe werk dat op dit thema is gemaakt – de Zwarte Madonna niet meer werkzaam. Ze ligt als schoonmaakster uitgeteld op de grond. Haar schoenen, haar laarzen zwerven door de kerk. Haar jas hangt aan een kapstok.

Daarentegen lijkt ze in De Vishal nog wel degelijk rond te zweven. Of haar geest tenminste. Ik ontmoet haar, waar Pilon toe uitnodigde. Onverwacht en vol vreugde. Met name twee tegenover elkaar gehangen werken van Sjoerd Buisman doen me wat: Egelantier Ouroboros (2017) en Aralia Spiraal Ouroboros (2018).

Het lijken op het eerste gezicht kleine versies van Ouroborus Arborum (aan de Amsterdamse Bijlmerdreef, foto links) of De Brug (foto rechts), maar door de context van de tentoonstelling – De Zwarte Madonna en de Troost – roepen ze andere emoties en ideeën op. Het is om te beginnen niet toevallig dat ze uit doornstruiken zijn gemaakt. Het eerste en oudste werk doet denken aan een doornenkroon, en in de verte zelfs aan de vorm van een Jodenster. Het tweede is ook vierkant gebogen, maar heeft een leeg midden.

Zo vult het eerste voor mij in wat onlosmakelijk met elkaar verbonden is: Jezus als jood, Jezus die lijdt en Zijn moeder Maria als degene die om hem weent, zoals Jezus met de lijdende op aarde méélijdt. En zo vult het tweede niets in, laat in het midden open als een soort hortus conclusus, de omsloten tuin waarin Maria verkeert. Ik heb het hier wel vaker over gehad, over dat lege midden, over die open plaats in het bos (tra), de ruimte die je opeens ziet als het cruiseschip waarop je zit zwenkt en een fjord zich voor je opent. De plaats waar volgens Philipp Blom de hoop zetelt. Of de troost. Of, zoals iemand anders eens zei, de nieuwsgierigheid, de barmhartigheid, de compassie en de empathie Dat is wat je er zelf in mag leggen, in dat lege midden of die open plaats en in De Vishal in Haarlem.

En voor wie er geen genoeg van krijgen: in het Kröller-Müller Museum is nog t/m 18 november a.s. een tentoonstelling met het schitterende werk van Sjoerd Buisman te zien.

Sjoerd de Vries (2)

Sjoerd de Vries_2Kunstenaar Sjoerd de Vries, hoorden en zagen wij tijdens een televisie-uitzending van zo’n tien jaar geleden alweer, bewerkt zijn portretten met een strijkbout aan de achterkant, waardoor de beenderlijm loslaat. En met een mes aan de voorkant, waarmee hij de verf lostrekt. Op die manier ontstaat een soortgelijk gehavend gelaat als dat van de Zwarte Madonna, het icoon dat door Hussieten werd verminkt.

Sjoerd de Vries ging tijdens de uitzending in op een moeilijk leven, waarvan hij het lijden daaraan een tijd lang heeft onderdrukt met alcohol, en een slechte gezondheid ten gevolge van diabetes. Hij schildert tegen alle klippen op, zoals de Jezusfiguur op het schilderij Het Laatste Oordeel van Hiëronymus Bosch, gekruisigd op een harp (Groeningemuseum, Brugge), zingt tegen het donker in.
In die losgetrokken verfstreken kan hij wonen als in een fragiele mensenschelp van de Belgische keramist Piet Stockmans, ‘platgedrukt en beschadigd (…), verloren gelegd op de grond.’

De schelp die mij ook voor ogen komt, is die waarmee Jezus in het zand schreef:

Hij bukte zich en schreef in ’t zand, wij weten
niet wat Hij schreef. Hij was het zelf vergeten,
verzonken in de woorden van Zijn hand.

Waarbij ik in plaats van ‘woorden’ in deze strofe van Gerrit Achterberg (1947) bijna wonden (stigmata) had getypt. En voor lief neem dat Achterberg Jezus met een vinger liet schrijven. Het is zoals Guillaume van der Graft dichtte, in datzelfde jaar als Achterberg:

Hij schreef zichzelf in ’t zand.

Zoals De Vries zichzelf schildert. Niet met een penseel, maar met een mes.

Van 16 augustus t/m 9 november 2014 zijn in het Museum Belvédère (Westvleugel) in Heerenveen zelfportretten van Sjoerd de Vries te zien.