Redouan Ait Chitt

Het is wat je noemt helemaal ‘in’: praten over determinisme, voorgeprogrammeerd zijn en wat dies meer zij. Mede door een boek als Wij zijn ons brein van Dick Swaab en discussies daarover.

Neem een opmerking van de Franse schrijfster en filosofe Sylvie Germain, gemaakt tijdens één van de Vrijheidslezingen zo’n zeven jaar geleden in de Amsterdamse Nieuwe Kerk. Het ging over mensen met een beperking of ziekte die daardoor ‘voorgevormd’ zijn. Maar, zei ze hoopvol, ook buiten de kaders daarvan kunnen treden.
Een mooi voorbeeld daarvan is de breakdancer Redouan Ait Chitt  (foto hierboven), over wie later meer.

Maar eerst Germain. Zij blijkt de mosterd van haar interessante opmerking te hebben gehaald bij de Zwitser Maurice Zundel (1879-1975). In diens boek Die God, deze mens (uitg. Gooi en Sticht, 1978) heeft hij het over het ‘onderworpen zijn aan een geprefabriceerd ik’ (p. 40). Maar dat determinisme is volgens hem gelijk de bron van bevrijding uit gevangenschap van fysieke begrenzingen.

Verderop in het boek komt een passage voor waaruit duidelijk wordt wat Zundel bedoelt: ‘Het is in de natuur van de mens om die natuur te overstijgen (…): om over te gaan van gegeven naar geven (…): van het geprefabriceerde dat hij in zijn lijfelijke afkomst met zich draagt, naar de scheppende autonomie van een nieuwe geboorte’ (p. 172).

Dit uitgangspunt werd ongeveer in dezelfde tijd als Germain haar lezing hield, onderstreept door een concert door Lou Reed in Amsterdam: een broze man die nauwelijks meer zong maar eerder declameerde, zijn criticasters stil makend en leidend op de weg van een nieuw muzikaal pad.
Of zoals Zundel schrijft: in een concert kunnen mensen ‘zich voor een moment voor zichzelf bevrijden in de stille ontmoeting met de aanwezigheid die elke grote artiest voelbaar maakt, wanneer zijn spel [of zang, vS] van zichzelf (…) de mededeling van een persoon wordt’ (p. 182).

Als voorbeeld noemt Zundel de pianist Dinu Lipatti, die, hoewel hij aan leukemie leed, door bleef spelen. Ik denk ook aan een andere Roemeense pianist, Clara Haskil, die in 1913 een gipsen korset kreeg aangemeten in de hoop daarmee de toename van haar scoliose tegen te gaan. Ze bleef spelen, worstelend met kussentjes op haar pianokruk en het steeds maar bijstellen daarvan, zoals iemand die haar eens live heeft horen spelen me eens vertelde.

Maar ik denk nu, zoals gezegd, vooral aan de breakdancer Redouan Ait Chitt (30) die met zijn solo REDO tijdens de Nederlandse Dansdagen 2019 in Maastricht een Zwaan van de VSCD won. Hij werd geboren met een kortere rechterarm en –been, mist vingers aan beide handen en heeft geen rechterheup, waaraan hij nu een prothese draagt. En hij kan voor alles breakdancen als de beste. ‘No excuses, no limits’ is zijn motto. Het resultaat is dansen in een eigen stijl, een nieuw pad volgend, een nieuwe geboorte. Of, zoals hij zelf zegt: ‘We [ILL-Abilities, EvS] zetten gewoon een hell of a show neer waar je mond van open valt’. Hij heeft de stap gemaakt van gegeven naar geven.

Verscheen eerder o.d.t. Out of the box in Wervelingen (winter 2012) en wordt hier, in een aan de ene kant ingekorte en aan de andere kant uitgebreidere vorm, met toestemming overgenomen n.a.v. de toekenning van de Zwaan aan Redouan Ait Chitt.

En dan is het niet verder aan jezelf

[#Beginning of Shooting Data Section] Nikon D3X 2010/09/07 12:35:09.86 World Time: UTC+1, DST:OFF RAW (14-bit) Image Size: L (6048 x 4032), FX Lens: 14-24mm F/2.8G Artist: Peter Cox Copyright: Naamsvermelding verplicht Focal Length: 20mm Exposure Mode: Manual Metering: Matrix Shutter Speed: 1/125s Aperture: F/9 Exposure Comp.: 0EV Exposure Tuning: ISO Sensitivity: ISO 100 Optimize Image: White Balance: Direct sunlight, 0, 0 Focus Mode: Manual AF-Area Mode: Single AF Fine Tune: OFF VR: Long Exposure NR: OFF High ISO NR: OFF Color Mode: Color Space: Adobe RGB Tone Comp.: Hue Adjustment: Saturation: Sharpening: Active D-Lighting: OFF Vignette Control: OFF Auto Distortion Control: Picture Control: [NL] NEUTRAL Base: [NL] NEUTRAL Quick Adjust: - Sharpening: 2 Contrast: 0 Brightness: 0 Saturation: 0 Hue: 0 Filter Effects: Toning: Flash Mode: Flash Exposure Comp.: Flash Sync Mode: Colored Gel Filter: Map Datum: Image Authentication: OFF Dust Removal: Image Comment: [#End of Shooting Data Section]

‘Een wereldstad in de zomer’, schrijft Sjoukje Wartena in een bijdrage over een Weekje Parijs aan het winternummer 2005 van Wervelingen, ‘betekent mensen uit de hele wereld, zoveel soorten lijven, zoveel variatie in maten, kleuren, lengte, levensgeschiedenissen. Dat heeft een speciale werking. We zijn allemaal anders en allemaal hebben we ons eigen lijf en ons eigen leven en ons eigen levensverhaal. Maar dát hebben we allemaal, daarin zijn we allemaal hetzelfde.’

Daarom gaat de film Trying to kiss the moon van Stephen Dwoskin wel in op diens jeugd in het ziekenhuis, maar wordt polio niet met naam en toenaam genoemd; het gaat om het universele van zijn ervaringen, gelegd naast die van anderen. Maar Marjan Teeuwen, van de prachtige architectonische installaties van verwoeste en weer door haar opgebouwde huizen (zie afb.: Verwoest Huis op Noord, 2014), doet dat wel. Voor beide is wat te zeggen. Teeuwen is aan de ene kant daardoor gewend met tegenslagen te leven, en dergelijke transformaties van gebouwen dat óók zijn, en aan de andere kant omdat ze zelf veel struikelt en de bezoekers van de gebouwen na haar ingreep moet oppassen dat ook niet te doen.
Het is in beide gevallen, van Dwoskin en Teeuwen ‘pogingen iets van dat gemeenschappelijke individueel uit te drukken, of iets van het individuele op een gemeenschappelijk herkenbare manier uit te drukken’.

‘Na al te veel mooie jonge meisjes en vrouwenlijven in brons, marmer en op schilderijen’ had Sjoukje Wartena behoefte aan ‘Degas, die vooral veel vermoeide danseresjes schilderde, backstage, met pijnlijke voeten en zo.’ Of aan ‘grijnzen bij Toulouse Lautrec’, de zelf ook lichamelijk beperkte kunstenaar ‘die zich ook uitleefde in lelijkheid.’

Ik moest hierbij denken aan de ‘Face Farces’ van Arnulf Rainer, de beeldend kunstenaar die zichzelf met drugs en alcohol in een zekere staat van waanzin bracht en vervolgens foto’s van zichzelf bekraste, met grijns en al.

Zou dat de diepere zin zijn van het Bijbelverhaal waarin God tegen Mozes zei: ‘”Leg je hand in je boezem” en toen Mozes haar eruit trok, was zijn hand melaats, wit als sneeuw’ (Ex. 4:8): om hem even te laten voelen hoe het is om melaats te zijn?
Hans den Hartog Jager ging er in een recensie in NRC Handelsblad van 23 december 2005 mijns inziens ten onrechte ervan uit dat je uit de schilderijen van Jörg Immendorff niet zou kunnen opmaken dat hij de dood in de ogen kijkt. En al die schaduwen dan? Ze zeggen voor, en volgens mij, genoeg – zelfs als je niet weet dat Immendorff de spierziekte ALS heeft.

Alle genoemde kunstenaars doen, zoals Sjoukje Wartena tot slot van haar mooie stuk schrijft, net als wij zouden moeten wel alles ‘wat je kunt doen en alles waar je wat aan kán doen: uitgaan van feiten als gezinssamenstelling, verlangens en interesses, serieus nemen van je beperkingen, grenzen daarvan zoeken, je goed voorbereiden, voorwaarden scheppen, je ervaringen delen met je geliefden. En dan is het niet verder aan jezelf.’

Blog op basis van een column in Wervelingen (lente 2006) die ik hier met toestemming (her)plaats n.a.v. een portret van Marjan Teeuwen in Kunstuur, 17 april 2016 op NPO 2.

www.marjanteeuwen.nl