… In elke letter
zit een nieuw heelal (Ester Naomi Perquin)
1.
’s Ochtends hoor ik in een preek in de Amsterdamse Oude Kerk, door ds. Jessa van der Vaart, over het omslag van de folder die de Nexus-conferentie 2016 aankondigde. Daarop staat een foto van een pianist die tussen de puinhopen in Syrië zit te spelen. De vernietigingen daar en elders zijn geen aankondiging van het laatste der dagen, maar de pianist zit in, te midden van het geweld, en doet er inbreuk op. Zoals bidden dat kan doen, maar dan op de manier zoals die op wandschilderingen in catacomben in het oude Rome werd afgebeeld: met het hoofd ten hemel gericht, en zowel de handen als de ogen open, ontvangend.
En dat te midden van de tentoonstelling met werk van Marinus Boezem dat momenteel in de Oude Kerk wordt tentoongesteld. Alsof meteorieten dwars door het dak naar binnen zijn geslagen en als spiegels op de grond uiteen zijn gevallen (zie foto Robert Glas).[1]
2.
’s Middags bezoek ik de performance A prayer door Snejanka Mihaylova en Lisa Holmqvist in het kader van Amsterdam Art in de Amsterdamse Thomaskerk (curator: Dorothé Orczyk). Een gebed zoals wij nu gewend zijn te bidden: ingetogen, de ogen geneigd, in stilte. De kunstenares Mihaylova spreekt een gebed uit, en geïnspireerd op het Holy Book of the Great invisible spirit oftewel het Koptische evangelie van de Egyptenaren. Er zijn alleen klinkers uit overgebleven. Langzaam klinken ze door de ruimte, waarbij de uitvoerenden onder de koepel in het dak tegenover elkaar zitten. In de nieuwe spirituele muziek van Lisa Holmqvist weerklinken de klinkers ook, van de hoge a (in de sopraan) tot de lage e (in de bas). Gezongen door drie vrouwen en drie mannen en met één dwarsfluit (in plaats van de origineel twee (blok?)fluiten die volgens de partituur zijn voorgeschreven). De componist, die tevens dirigeert, houdt haar handen open naar boven gericht op de manier zoals we, sinds ik vanmorgen weet, uit de catacomben in Rome kennen. Op z’n tijd de losse letters tot woorden aaneen te rijgen; transformation, transliteration. In trance ook.
De morgen en de middag gaan een gesprek met elkaar aan.
3.
En dat gaat ’s avonds nog zo even door. Thuisgekomen lees ik in NRC Boeken, die iemand in de kerk altijd voor me meeneemt, een recensie van Toef Jaeger van het boek Het valse seizoen van Christiaan Weijts (NRC Boeken, 25 november 2016).
Het begint met een beschrijving van een vrouw die altviool speelt, daags na de aanslagen op de redactie van Charlie Hebdo, terwijl een duif neerstrijkt op de krul van het instrument. Weijts vraagt zich volgens Jaeger af of die viool troost biedt of weerstand oproept, kunst is of kitsch. Volgens Jaeger komt Weijts uit op ‘het idee van interventie, al dan niet maatschappelijk, als voorwaarde voor kunst.’ Inbreuk doen in de werkelijkheid, al wil volgens haar de vrouwelijke hoofdpersoon uit Weijts’ boek aan de puinhopen betekenis geven.
Die betekenis wilde Jessa van der Vaart, als ik haar goed heb begrepen, niet in het spel van de pianist in Syrië leggen. Doodeenvoudig omdat die betekenis er niet is. En inbreuk doen, Senkrecht von oben zoals de spiegels van Boezem, des te meer.
Bidden – met de ogen open, om die gebroken spiegels, de gebroken wereld heel helpen te maken. Dat misschien?
[1] Recensie: http://8weekly.nl/recensie/kathedraal-van-de-verbeelding/
https://oudekerk.nl/programma/marinus-boezem-vanaf-24-november-in-de-oude-kerk/