Denkers zeggen dat je voorzieningen zo dicht mogelijk bij mensen moet brengen. Doeners willen hier en daar in het land bibliotheekfilialen schrappen.
Denkers zeggen dat je aan volksverheffing moet doen. Doeners willen Volksuniversiteiten hun subsidie afnemen.
Denkers zeggen dat je bed, bad en brood moet bieden. Doeners korten op schuldhulpverlening en daklozenopvang.
Denkers zeggen dat zorg toegankelijk moet zijn voor kwetsbare groepen. Doeners kopen geen zorg meer in voor kleine klinieken.
Denkers denken een Bibliotheekwet uit. Doeners in gemeenten draaien bibliotheekwerk de nek om, en kunnen dit doen omdat de wet de bibliotheek in gemeenten niet beschermt en alleen basisvoorwaarden verwoordt: http://www.debibliotheken.nl/belangenbehartiging/bibliotheekwet/naar-een-bibliotheekwet/
Wat is die wet dan waard?
Denkers zeggen dat we in Nederland wel degelijk racisme kennen, dit onder ogen moeten zien en er wat tegen ondernemen. Doeners roepen voor hun beurt en menen dat dit onmogelijk is in een land als Nederland.
Denkers hebben een geheugen dat ver terug gaat en een toekomstperspectief, doeners kijken niet verder dan hun neus lang is.
Denkers zeggen: woorden en daden vormen een eenheid, zoals het Hebreeuwse woord dabar ons leert. Doeners zeggen zonder een moment na te denken: ‘Geen woorden maar daden.’
Denkers zeggen: laat je verrassen door de liturgie. Doener gaat de gemeente voor in een gebed in de voetsporen van de PVV. Verrassend of wat anders?
De vraag is dan: wat kan ik bijdragen aan het doen kantelen van deze beelden?