Twintig denkgereedschappen : samen filosoferen in de klas / Philip Cam ; vertaling [uit het Engels] Coen Hilbrink. – [Utrecht] : Levendig Uitgever, [2020]. -103 pagina’s : illustraties ; 31 cm. -Vertaling van: Twenty thinking tools. – ACE Press 2006. – Tot stand gekomen in samenwerking met Centrum Kinderfilosofie Nederland, www.kinderfilosofie.nl. – Met literatuuropgave. ISBN 978-94-917407-3-2
De twintig denkgereedschappen (vaardigheden) zijn, na een uitgebreide introductie in theorie en praktijk, systematisch ingedeeld in drie niveaus: basis (blauw), aanvullend (groen) en gevorderd (rood). Op deze manier kan het boek de hele basisschool door worden gebruikt en eventueel nog in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. De auteur is universitair hoofddocent aan de School of Philosophy aan de Universiteit van New South Wales. Hij baseert zich op de traditie van het zogeheten reflectief onderwijs en bezigt een wat academische schrijfstijl. De bedoeling is dat leerlingen onderzoekgesprekken voeren om te leren helder te denken. De gereedschappen die worden gebruikt, zijn bijvoorbeeld gedachte-experimenten (basis), criteria (aanvullend) en redeneren (gevorderd). De doelgroep bestaat uit docenten in het basis en voortgezet onderwijs. Een boek dat veel vraagt van de docent, en waarin filosoferen wordt gezien als een basisvaardigheid, net zoals lezen en rekenen. Volle bladspiegel. Met een overzicht van louter Engelstalige literatuur.
Cop. NBD Biblion. Mag zonder schriftelijke toestemming niet worden overgenomen.
In haar boek Filosoferen over emoties (uitg. Nelissen, 1995) gaat filosofe en sociologe Miriam van Reijen onder meer in op de manier waarop de filosoof Spinoza over emoties dacht. Spinoza maakte onderscheid tussen goede en slechte emoties. ‘Emoties zijn goed als ze bijdragen aan werkelijk inzicht, en zo aan effectief zinvol handelen, dus aan ons lichamelijk en geestelijk zelfbehoud (…). Negatieve gevoelens als droefheid, angst, haat, spijt, wraak, verontwaardiging, wanhoop, schaamte en dergelijke zijn altijd slecht, omdat ze onze kijk op de werkelijkheid vertroebelen, en in strijd zijn met ons werkelijk belang’ (p. 68).
Een mooi voorbeeld van dit laatste levert ons de beschrijving van het personage Charles Lee door Albert Helman in zijn roman De G.G. van Tellus (uitg. In de Knipscheer, 1994). Lee is een scherp van de tongriem gesneden corrector bij een drukkerij, ‘hetgeen ze weten aan zijn enigszins hoge rug – een bochel kon men het eigenlijk niet noemen’ (p. 86). Een paar pagina’s verder bleven mijn ogen hangen op de volgende omschrijving over ‘het onopvallende, lichtgebogen mannetje’ waarin ‘een machtige haat [leefde], tegen zichzelf en alle anderen’ (p. 95). ‘Een haat die misschien de meest egoïstische vorm van medelijden is’ (p. 96).
En toen kwam Spinoza om de hoek kijken, die zo’n houding destructief vond en uit wilde gaan van ons werkelijk belang, onze zelfverwerkelijking of conatus zoals hij dat noemde. Een filosoof uit later tijd die veel sympathie voor Spinoza op kon brengen, was Nietzsche. Nietzsche concludeerde in zijn Ecco homo dat we onszelf moeten vormen in plaats van uit te gaan van zelfmedelijden, zoals Charles Lee. Het lot is iets dat we moeten nemen zoals het is (Amor fati). Het kan ons leiden – in plaats van dat het lijden brengt.
Dat laatste wordt op schitterende wijze omschreven door Amos Oz in een interview met Inez Polak in Trouw (24 september 2005). Oz kon de roman Een verhaal van liefde en duisternis pas schrijven toen de woede in hem was verdwenen. Woede en wellicht ook zelfmedelijden na de zelfmoord van zijn moeder. In ieder geval negatieve gevoelens die niets uitrichtten. Hij kon het verhaal aan het papier toevertrouwen toen hij, zoals hij het zei, het vredesproces met zichzelf had voltooid. ‘En zo heb ik het boek kunnen schrijven, met een mengeling van empathie en ironie, met compassie en humor’ – en niet uit haat of zelfmedelijden, met een scherpe pen. Het schrijven heeft bijgedragen aan zijn geestelijk welbevinden, en heeft voor zijn lezers tot een meesterwerk geleid.
Deze column schreef ik oorspronkelijk voor het tijdschrift Wervelingen (zomer 2006) en neem ik hier met toestemming over in het kader van zowel de tentoonstelling Emoties. Geschilderde gevoelens in de Gouden Eeuw in het Frans Halsmuseum te Haarlem (11-10-2014 t/m 15-2-2015) als de avond over Spinoza en muziek van het Leerhuis Amsterdam Tenach & Evangelie (zie de pagina LinkedIn, twitter, agenda en links) op 28 mei 2015. De afbeelding is een ets van Rembrandt: Man met opengesperde ogen (http://www.franshalsmuseum.nl).