Rust vinden

Eind vorig jaar zag ik twee films die als de raderen van een uurwerk in elkaar grepen. De Groene Filmclub trakteerde abonnees op de film The Quest for Tonewood, NPO2 Extra kwam met de film Poulet aux prunes. Respectievelijk een recente Noors-Nederlandse film en een al wat oudere Frans/Duits/Belgische coproductie uit 2011.

In beide films staat een viool centraal. In The Quest for Tonewood zoekt vioolbouwer Gaspar Borchardt, die samen met zijn ook viool bouwende echtgenote woont in dé stad van de viool, Cremona, naar hout dat de ultieme viool kan opleveren na Stradivarius. Violen die volgens Janine Jansen, voor wie hij die viool wil bouwen, zich meer naar het karakter en de wensen van de violist voegen dan bijvoorbeeld de violen van een Guarneri die meer een eigen wil hebben.
Poulet aux prunes vertelt het fictieve verhaal van de Perzische violist Nasser Ali Khan, een violist die leeft voor zijn viool en, nadat zijn vrouw Faringuisse zijn viool heeft stukgegooid, op zoek is naar de ultieme viool die dit gemis kan goedmaken. Wellicht een Stradivarius.

Regisseur Hans Lukas Hansen vertelt in zijn film het verhaal door middel van klank. Borchardt beklopt stukken hout, van beneden naar boven en weer terug, om te horen hoe het klinkt. Marjane Satrapi en Vincent Paronnaud vertellen hun verhaal in visualia, van animaties (ze werden bekend door de zwart-wit animatiefielm Persepolis), flashbacks en vooruitblikken tot sprookjesachtige scènes. Sprookjes met een zwart randje.

Herinneringen
Beide filmers gaan in wezen uit van wat een herinnering kan zijn. Herinneringen aan ‘de’ klank van een viool, zoals die van een Kalliope in de Griekse mythologie. In Poulet aux prunes versmelt die herinnering met de liefde van Nasser Ali Khans leven, die hij op straat tegenkomt en die hem zegt hem niet te herkennen. Wat natuurlijk niet waar is, getuige het feit dat ze op straat een hoek omslaat en in huilen uitbarst; ze mochten niet met elkaar trouwen, maar konden elkaar nooit vergeten.

Borchardt keert zijn herinnering aan de esdoorns in Bosnië, waar hij eens als twintigjarige een fietstocht maakte, om ten goede. Hij gaat op zoek naar dé esdoorn om uiteindelijk zijn ultieme viool van te kunnen maken. Een zoektocht die niet zonder gevaar is en die vijf jaar duurt, al wordt die tijdsspanne in de film niet helemaal inzichtelijk gemaakt.
In tegenstelling tot de acht dagen die Nasser Ali Khan uiteindelijk nog leeft nadat hij heeft besloten te willen sterven, nu zijn zoektocht naar de ultieme viool op niets is uitgelopen. Hij wendt zijn herinnering met andere woorden niet ten goede aan.

Zoektocht
Even lijkt ook de zoektocht van Borchardt op niets uit te lopen. De bomen die hij tegenkomt op zijn tocht zijn ofwel te jong ofwel wil hij ze niet kappen, omdat hij dit uit liefde voor de boom niet kan opbrengen. Een keer komt hij een louche handelaar tegen die ‘de’ boomstronken lijkt te hebben, maar hij verbrandt ze nadat hij hoort hoeveel violen Borchardt ervan kan maken en hoeveel die per stuk kosten, zodat de stronken uiteindelijk aan Borchardts neus voorbij gaan. Maar dan vindt hij, alles met behulp van een tussenpersoon, stronken die aan zijn verwachtingen voldoen. Hij bouwt zijn ultieme viool en Janine Jansen is er helemaal verrukt van. Op het eind van de film wandelt hij met vrouw en hondje door het bos bij Cremona. Hij heeft rust gevonden, zijn doel is bereikt. Op het eind van Poulet aux prunes sterft de violist. Ook hij heeft rust gevonden, alleen op een andere manier.