Mooie opvoering van Die Zauberflöte

Er is nog een kans om de mooie opvoering van Mozarts Die Zauberflöte bij De Nationale Opera in Amsterdam te zien – en die is de moeite van het grijpen meer dan waard.
Het is een herneming van de voorstellingsreeks uit 2012 in de regie van de Engelse schrijver en regisseur Simon McBurney. Hij staat bekend om zijn herinterpretatie van klassieke teksten voor Broadway, maar hij heeft het libretto van Emanuel Schikaneder nagenoeg in takt gelaten.

Het is niet zoals Lotte de Beer die het libretto wilde ontdoen van vrouwonvriendelijke, seksistisch en/of racistische uitingen. Het was de dramaturgie (McBurney samen met Klaus Bertisch) die zijn werk deed en vaak tot gelach uit de zaal aanleiding gaf; iedereen snapte de toespelingen en that sit.

Ook in de vormgeving waren sommige personages soms omgekeerd, wat tot denken aanzette. Neem bijvoorbeeld Monostatos, de moor bij Schikaneder/Mozart, hier gezongen door de Oostenrijkse karaktertenor Wolfgang Ablinger-Sperrhacke. Een witte zanger, gekleed in een keurig pak. Gaandeweg de voorstelling  veranderde hij in een monster.

Ook de koningin van de nacht, de Armeense sopraan Nina Minasyan, liet haar karakter groeien. Van een ingetogen begin tot de beroemde/beruchte aria die haar wat moeite kostte, maar dat viel weg tegen de mooie opbouw van haar karakter.

Omgekeerd waren ook de rollen van de drie knapen (spat zuiver zingende solisten van het jongenskoor van de Chorakademie Dortmund) en de drie dames (Judith van Wanroij, Rosanne van Sandwijk en Helene Rasker). De knaapjes waren namelijk drie oude heertjes met wandelstokken geworden. Zó oud, dat hun ribbenkast te zien was en ze op sterven na dood leken. De drie dames waren jonge dames die steeds meer sexy gekleed gingen doordat ze zich ontdeden van hun camouflagepakken. De kostuums waren overigens van Nicky Gillibrand.

Een vondst waren ook de acteurs van Complicite uit Londen (het gezelschap van McBurney) die klapwiekende vogels nadeden door met gevouwen witte A4-tjes te klapperen, daarbij soms de solisten tot zeer dichtbij naderend.

Fluitist Hanspeter Spannring mocht zijn solo op de bühne spelen, net als de Glockenspiel-bespeler Jan-Paul Grijpink. Aparte vermelding verdient ook fagottiste Margreet Bongers, die de klank van het Nederlands Kamerorkest onder leiding van Antonello Manacorda (chef-dirigent van Het Gelders Orkest) prachtig kleurde. Opvallend waren de soms lage tempi die werden genomen, maar vanaf de ouverture was al duidelijk dat hier iets moois ging gebeuren. Niet in de laatste plaats ook door de geestige videobeelden van Finn Ross, de geluidseffecten van Gareth Fry en het effectieve decor van Michael Levine. Gaat dat (nog) zien!

 

In mijn boekje Dialoog in muziek ga ik in een hoofdstuk over Die Zauberflöte uitvoerig in op de achtergronden van deze opera (p. 33-38).