De inwoning van …

Suus SchellerTijdens een cursus bij de Internationale School voor Wijsbegeerte (ISVW) in Leusden, kwam jaren geleden tijdens de laatste sessie van docente Miriam van Reijen de aap uit de mouw: het behandelde boek, Het gelijk van Spinoza van Antonio Damasio moest het uiteindelijk ontgelden, omdat het lijkt of hij in het laatste hoofdstuk volgens Van Reijen de onsterfelijkheid bezingt.

 

 

Ik zeg met nadruk: lijkt, want dat zegt Damasio helemaal niet. Hij vraagt het individu, met Spinoza, ‘na te denken over zijn leven in het perspectief van de eeuwigheid – van God of Natuur – en niet zozeer in het perspectief van de onsterfelijkheid van het individu’ (p. 242).

Van Reijen heeft het later bij mij weer een beetje goed gemaakt, door uit te leggen wat Spinoza in het vijfde, korte en laatste deel van zijn Ethica waar ook Damasio op doelt, volgens haar eigenlijk bedoelt: wat wij wellicht nu collectief bewustzijn zouden noemen, waarin het denken van hen die ons zijn voorgegaan dóór blijft gaan en ons bezielt.

Dat denken over leven en dood in het perspectief van de eeuwigheid, deed onder meer ook Jürgen Moltmann in zijn boek In het einde ligt het begin. Op een bepaald moment lijkt hij te refereren aan Spinoza, maar hij geeft er toch een andere invulling aan: ‘”God zal zijn alles in allen” (I Kor. 15:28). Dat is het visioen van het rijk van God in zijn heerlijkheid. Het goddelijke en het wereldlijke worden niet vermengd. Het goddelijke gaat niet pantheïstisch [bij Spinoza panentheïstisch, vS] in alle dingen op, maar het goddelijke en het wereldlijke doordringen elkaar wederzijds: ongemengd en ongescheiden. Dat is het visioen van de inwoning van God in het hiernumaals’ (p. 164).

Het schoot gisteren door mij heen, toen ik een kort gesprek had met beeldend kunstenares Suus Scheller. Op haar website (http://www.suusscheller.com) vraagt zij zich af: ‘Een vriendin sterft. Waar is haar ziel nu? Boven haar geliefde boerenland van Noord-Holland?’ En ze schildert drie figuren, met een leeg gelaten, witte of een gele figuur in één ervan (zie afb.): de inwoning van God, van de ziel van haar vriendin? Wie het weet – en wie weet het – mag het zeggen. Maar te denken geeft het wel, en indrukwekkend is het.