Gelijktijdigheid

Rembrandt_Man in oosterse kledingOnlangs boog ik me samen met iemand over een artikel met betrekking tot videokunst. Daarin werd transcendente ‘relikitsch’ (waaronder Bill Viola werd verstaan) geplaatst tegenover aards gebonden kunst (zeg maar van een Fiona Tan, zoals die nu bij de Rabobank in Utrecht valt te zien). Is het wel zo zinnig, dit tegenover elkaar plaatsen?

Ik moest daaraan denken toen ik op dezelfde dag een ‘vertelling’ van Geert Mak hoorde. Hij had het over laatmiddeleeuwse, religieuze schilderijen waarin Bijbelse figuren in de kleding van de middeleeuwen worden afgebeeld. Dat kwam, zei Mak, omdat men toen niet of nauwelijks reisde en nog geen totaal anders geklede mensen kende, zoals Rembrandt later (zie afb.).

Terwijl ik me altijd graag in een theologische duiding van zulke schilderijen als van de Vlaamse primitieven kan vinden: het naar het hier en nu halen, het in de eigen tijd plaatsen, het actueel maken van de Bijbelse boodschap.

Net zoiets valt de St. Walburgiskerk in Zutphen ten deel. Volgens de één maakt de kooromgang een knik, omdat de bewoners van de belendende huizen geen ruimte voor de kerk wilden maken. Letterlijk en wie weet ook wel figuurlijk. Volgens een andere, symbolische uitleg, maakt het koor een knik, omdat het treurt. Een treurend kruis.

Waarom zouden beide gezichtspunten, ofwel naar de hemel gericht (Viola) ofwel meer naar de aarde gericht (Tan), ofwel realistisch ofwel symbolisch, niet samen op kunnen gaan? Wordt de wereld, worden wijzelf daar niet beter van?

Dit idee werd bevestigd door rabbijn Elisa Klapheck. Zij had het tijdens een studiedag over Margarete Susman & Martin Buber (Pardes, 16 juni 2014) over ‘gelijktijdig denken’. Susman heeft daar het fundament voor gelegd. Transcendentie en immanentie gaan gelijk op in de tijd. Als bondgenoten. Daar kan alleen maar vrede van komen. In hoofd en hart. En wie weet in de wereld van alledag.

Tentoonstelling met werk van Fiona Tan, ‘Options & Futures’, in de Rabobank, Croeselaan 18, Utrecht. Tot en met 19 september 2014, op werkdagen van 8.30-18.00 uur.

Geen tittel of jota

jodEerst maakte de IJslandse, sinds een jaar of vijftien in China wonende kunstenaar Sigurdur Gudmundsson er een foto van: Earth, water (1974). Later, omdat hij het tastbaarder wilde maken, zette hij het op een sokkel.
Op die foto, op die sokkel ‘staat’ een leesteken. Volgens een bijschrift heet het kunstwerk ‘Zonder titel.’ Volgens de audiotour is het een komma. Een leeg object, hoor ik, een abstract symbool. Maar toch. Je mag er als toeschouwer vast een inhoud aan toekennen. De tour geeft een bepaalde richting aan. Die noemt  de ongepolijste steen een altaar.

Zou je die komma ook anders mogen ‘lezen’? Als de jod van het Hebreeuwse leesplankje? (zie afb.) Als die onooglijk kleine letter waarmee de Naam van God begint: JHWH? Waarmee ook de tien scheppingswoorden beginnen (de jod staat immers ook voor het getal tien). Het weinige dat het vele vasthoudt en verbindt. Zo heet het. Of dit nu een komma of de kleinste Hebreeuwse letter is. Geen tittel of jota mag immers verloren gaan.

Bij de tentoonstelling in de Rabobank Utrecht (t/m 21 maart 2014).