Tussen Pasen en Pinksteren

Celestial teapotTwee dagen na Pasen namen we in de Amsterdamse Oude Kerk afscheid van Riet Schilling (1926-2014). We kunnen niet om haar moeilijke laatste levensfase heen, terwijl ook Pasen nazindert en ons voorgaat. Beide vinden hun parallel in de Evangelietekst die wordt gelezen, en in de manier waarop ds.
Ietske C. Jansen deze uitlegt.

Het is Johannes 20:11-18, een tekst die rust op twee pijlers: ‘Maria stond buiten bij het graf en weende’ aan het begin, en: ‘Maria van Magdala kwam bij de leerlingen en bracht hun de boodschap: ik heb de Heer gezien!’ aan het eind. Een tekst die als een wolk schuift van donker naar licht, van niet zien naar zien, van ongeloof naar geloof.

Armando
Als geen ander, maak ik een paar dagen later op uit een lezing van Everdien Hoek, heeft Armando dit verbeeld. ‘In het licht van het voorafgaande’, heette die lezing. Op zijn doek Melancholie (1986, Centraal Museum Utrecht) schilderde hij een witte onderzijde met zwart erboven. De donkerte lijkt het wit weg te willen drukken. Twee jaar later schildert Armando op Schuldig Landschaft (1988, Lakenhal Leiden) het omgekeerde: een zwarte onderkant met wit erboven. Met een vleugje rood als teken van hoop, als een adertje levensbloed.
In een volgend schilderij dat werd getoond, Blau (2010) lijkt de strijd tussen licht en donker te zijn opgeheven. Nog weer later schildert hij Der Engel (2012, Cobra Museum Amstelveen) dat de spreekster doet denken aan een uitspraak van Walter Benjamin: ‘Zijn vleugels vangen de wind die uit het paradijs waait’.

Nog weer een paar dagen later leest een vaste groep mensen mee met de predikant van diezelfde Oude Kerk, Eddy Reefhuis. Dit keer ligt onder andere 1 Petrus 2: 1-10 op tafel. We lezen over een mens die moet groeien naar het licht, die met uitgestrekte handen naar de bevrijding reikt. Weg is de donkere onderkant van het schilderij. Het is de hemel waaraan wij hangen. Het Blau van Armando. Het is de omgekeerde wereld, de omgekeerde werkelijkheid.

Joris Landman en Bertrand Russell
Zondag moet blijken of de kerkdienst, het ritueel het kader kan scheppen waarin alles een andere kleur krijgt, waarin de wind van het paradijs door de kerk kan waaien, waarin een  project van Joris Landmand de rol kan spelen van stem en tegenstem, zoals kerk en kunst dat kunnen doen, elk zichzelf blijvend als het even kan.
Landmans project Celestial teapot hangt op een andere manier aan de hemel en bevraagt zo de dienst. Landman wil door middel van een poëtische omkering Russels theepot  (zie: http://www.oudekerk.nl/nl/programma/kalender/from-dust) ‘echt’ proberen te maken. Er zal een zwarte doos staan, met een theepot erin. Maar die zie je niet. Je moet het geloven, zonder meer.

Bertrand Russell stelde dat het zinloos is te denken of te spreken over het gegeven dat een porseleinen theepot in een baan rond de aarde en Mars kan draaien. Landman wil proberen het wel te realiseren en heeft contact gelegd met de NASA. Wat zal het effect zijn? Of zien we liever de bijna zeven meter hoge Celestial teapot van Lily van Stokker op het dak van Hoog Catharijne in Utrecht  (zie afb.), die even is neergedaald?
Het verschil is misschien als dat tussen de twee pijlers in het verhaal van Johannes 20. Allebei ‘bestaan’ ze. Het verhaal legt er een verband tussen. Daardoor worden we bewogen, en in beweging gezet. Zondag en alle dagen van de week. ‘Wenn ihr wollt, ist es kein Traum’ (Yael Bartena, 2012).