‘Er is niets waar ik echt blij van wordt’, zegt iemand die tegenover mij aanschuift met een broodje brie en een flesje. Misschien is dat ook wel zo: echt blij is inderdaad nog wat anders dan een glimlach om de lippen krijgen bij de assemblages van mannetjes op een spijker, mannetjes op een stukje hout, mannetjes op een rij. Toch is een gedempte vreugde niet ver weg.
Aan de ene kant van het spectrum, de niet vrolijk stemmende actualiteit, kom je op de kunstbeurs For Real (nog t/m 22 januari a.s.) in de Passenger Terminal Amsterdam elementen tegen die je al vaker her en der hebt gezien: een vierkant met allemaal gezichten die je aankijken, een meer dan levensgrote man in een pak dat van reddingsvesten gemaakt lijkt te zijn (zie afb. links: Mathieu Klomp, Herdenking 3). Dit geeft echter ook de kracht én de urgentie van dergelijke iconische verbeeldingen aan.
Aan de andere kant: waarom zou een schilderij als Rozen en Wijn van Juane Xue (zie afb. rechts) me niet blij mogen, en kunnen maken? Natuurlijk: het heeft wat decadents over zich, die al wat verwelkende rozen. Net als het potje op een schilderij van Walter Elst dat gelijmd is. Maar toch.
Het is werk dat zowel je hart als je verstand aanspreken, net zoals het de als boomtakken wandelende beeldjes van zowel Barbara Perquin als Iris Le Rütte. Ook haast een iconisch beeld, dat me in gedachten wegvoert naar het wandelende bos in Shakespeare’s Macbeth.
Gaat het uiteindelijk niet om de bril die je opzet, om de context van waaruit je naar kunst kijkt? Misschien wil Marc Janssens dat zeggen met zijn Viewmaster. ‘Wat het oog ziet en het hart raakt’, noemt één van de galeriehouders het op de website (http://www.forreal.nu). Speechless noemt Tim David Trillsam een bronzen beeld (zie afb. links). Sprakeloos – oké, maar die grote handen die werkeloos neerhangen, kunnen toch ook – juist, omdat ze zo groot zijn – veel aanpakken?
Ook de beelden van Jesús Curiá, vertegenwoordigd door een Spaanse galerie die dit jaar nadrukkelijk op de kunstbeurs vertegenwoordigd zijn, drukken dit laatste op één of andere manier uit. ‘His work is not only a tribute to the beauty of the human body, but first of all a tribute to the human being itself, to his essential needs, ideals and worries.’ Daar mag je op z’n tijd ook echt blij van worden. Toch?