Holisme, dialectiek?

Maarten van RoozendaalBij de afwijzing van een artikel kreeg ik eens de vraag voorgelegd of ik misschien holist was. Of het de reden van de afwijzing was, of een nieuwsgierige vraag naar iets dat eigenlijk toch wel interessant is, bleef in het midden. En dat heb ik ook maar zo gelaten. Het vraagteken staarde me wel aan, en het antwoord weet ik eigenlijk zelf ook nog steeds niet.

De vraag komt weer bovendrijven in de week waarin zanger Maarten van Roozendaal (zie afb.) overlijdt. Hij wordt geprezen omdat hij met zijn tekst en muziek zowel het hart als de hersens aanspreekt.

De vraag komt weer boven wanneer ik lees hoe Sofie Messeman (in: Trouw, 6 juli 2013) probeert een verklaring te vinden voor het succes van Scandinavische thrillers: “Misschien vormt de afwisseling tussen het knusse binnen en het gure buiten (…) wel een bijkomstige aantrekkingskracht van het genre.”
De vraag komt boven wanneer ik in dezelfde bijdrage van Trouw een interview lees met de filosoof Jan-Hendrik Bakker. “Stad en land horen elkaar aan te vullen”, meent hij. En de vraag is op de achtergrond aanwezig, wanneer ik tenslotte een statement van filosoof Ad Verbrugge lees (in: Filosofie Magazine, juli-augustus 2013, p. 59): “lichaam en ziel [moeten] in hun samenhang worden begrepen.” Het is mooi als dit gebeurt in “een spirituele confrontatie” met “de wijsheid van het Oosten.”

Het antwoord op de vraag van de redacteur die mijn artikel afwees, geven de artikelen niet. Wel geven ze een richting aan. Of, zoals iemand laatst tegen mij zei: “Blijf jij maar lekker geïnteresseerd in dialectiek. Daar is niets mis mee.” Maar zelfs dat weet ik niet zeker. En dat is misschien maar goed ook; zo mag het vraagteken nog even blijven staan (!).