Als je Oscar Wilde (in: The critic as artist) mag geloven, is een kunstwerk niet compleet totdat de criticus er een bijdrage aan heeft geleverd, de open plekken heeft ingevuld, het werk heeft afgemaakt. Zou dat ook gelden voor het op elkaar betrekken van een film en een essay?
Laat ik het proberen met de Canadees-Spaanse film Enemy van Denis Villeneuve en het essay De Rus als dubbelganger van de slavist Sjeng Scheijen (in: De Groene Amsterdammer, 12 juni 2014). De thematiek is immers dezelfde: jezelf en de ander, of: de ander en jezelf.
In de film draait het om Adam Bell, hoogleraar geschiedenis, en Anthony Clair, een bijrolacteur die sprekend op hem lijkt (zie afb.). In het essay gaat het over ‘de stereotiepe Rus’ die op ons, Europeanen lijkt en daarom ‘zo’n dierbare schurk’ is.
Scheijen begint met het beschrijven van die archetypische Rus in Hollywoodfilms: met een lelijke kozakkenkop of drankneus, in staat de moraal van de Amerikaan te ondergraven. In de laatste minuut van de film is het de Yank gelukt die Rus de plek te wijzen waar hij hoort: onder de zoden’. Maar voor het zover is, heeft de Rus zichzelf al opgeblazen. Hierbij moet Scheijen denken aan Miron, een Russische bijrolacteur voor krimi’s, die altijd eindigt ‘in een plas bloed’.
De moraal van het verhaal is, dat die ‘archetypische Ander eerst werd getypeerd, daarna gereduceerd, en tot slot vernietigd’. Net als Adam en/of Anthony in Enemy: ze hebben zelfs identieke handen en beiden een litteken op de borst, maar zijn toch net even anders waar het de ringvinger betreft. Adams leven eindigt met de vrouw van Anthony bij een auto-ongeluk, Anthony staat in het laatste shot oog in oog met een meer dan levensgrote spin in de badkamer.
Ergens halverwege de film vraagt één van de bebaarde mannen zich af of hij, vanwege de hitte, zijn baard niet beter af kan scheren. De ander gaat zich kleden zoals de dubbelganger. Of, zoals Scheijen schrijft: ‘gaat hij [de Rus, vS] zich kleden zoals wij, stopt hij zijn shirt in de broek, scheert hij zijn baard af (…), dan voelen wij ons bedreigd’.
De moraal van zijn verhaal, en wellicht ook van de film Enemy is, dat de eigenheid van de ander wordt ondergewaardeerd. Zo zitten Adam en Anthony, Europa en Rusland ‘verstrengeld in een debiliserende omhelzing van gefrustreerde ambitie’. Wie zal deze omhelzing ontvlechten? Wie ‘draagt de sleutel tot verandering bij zich?’ Een van de symbolen in de film die vaak opduikt, net als de naaldhak die haast zou kunnen verwijzen naar Rosa Klebb uit de film From Russia with love: de schoen met een scherpe punt vol gif. Zou het, vraag Scheijen zich af, ‘niet zinvol zijn dat Europa eens naar zichzelf kijkt?’
De film bedoelt het vast niet zo concreet als Scheijen. Maar ik zag het erin. En zoiets mag volgens Oscar Wilde.