Vertelde iemand dat hij tijdens de Biënnale van Venetië (nog t/m 24 november 2013) een boot had zien varen, met daarop zes koperblazers waarvan het Wagneriaanse geluid over het water verwaaide. “Zó prachtig, zó mooi, je moet gewoon niet eens willen wéten wat het betekent.”
Ik betrapte me erop dat ik meteen de boot bij Wagner probeerde te plaatsen (Das Rheingold) en pas daarna de boot op de Amstel bij Carré zag waarop tijdens het traditionele concert op 5 mei een eenzame trompettist en paukenist de Toccata tot Monteverdi’s Orfeo (of, zo u wilt, tot diens Mariavespers) spelen; seculier of geestelijk, het is om het even.
Het is zinnenprikkelend, die S.S. Hangover van de IJslandse kunstenaar Ragnar Kjartansson met muziek van Kjarton Sveinsson. Het water draagt de boot en de muziek, woordloos. Net als wat bij Monteverdi aan de opera of de vespers vooraf gaat. En toch kan ik het niet laten: waar doet die boot veder nog aan denken? Aan wat Homerus beschreef, aan een Vikingboot, een Venetiaans schip? Ach nee, aan een vissersboot waarvan op z’n tijd de netten worden uitgeworpen, zoals in Venetië op z’n tijd een musicus afstapt. Het is een dagend wonder, of het zich nu op het meer van Tiberias afspeelt of op het water bij het Arsenale in Venetië. Spijziging van oor en oog:
RAGNAR KJARTANSSON, S.S. HANGOVER
O, hoe bijzonder troostend de trage
klanken van koper onder
het dak van de oude loods. De lage
tonen een dagend wonder
dat een woordeloos leven ook slagen
kan,
volslagen,
volmondig.
(Adriaan Deurloo)