In Wordt Vervolgd (maart 2013) staat een mooi In Memoriam van oud-minister Peter Kooijmans door Daan Bronkhorst. De kop luidt: ‘Het gaat erom wat je iemand in het oor fluistert.’ Dit slaat op wat Bronkhorst omschrijft als ‘het rechtzetten van wat zijn voorgangers werd aangerekend.’
‘Zo had Hans van den Broek de Indonesische president Soeharto, berucht vanwege massamoord en marteling omhelsd. Kooijmans: “Het gaat erom wat je iemand tijdens zo’n omhelzing in het oor fluistert”.’
Dit citaat resoneerde mee toen ik in een ander blad, het katern ‘Inzicht’ in Kerk & Israël onderweg (maart 2013) in een artikel van Hans Schravesande een voorbeeld las van wát je zou kunnen fluisteren. In andere omstandigheden, maar toch.
‘Elie Wiesel vertelt in zijn memoires hoe Buber een gesprek had met rooms-katholieke priesters en zich afvroeg: “Wat is het verschil tussen Joden en Christenen? We verwachten allemaal de Messias. Jullie geloven dat hij al gekomen is en weer gegaan is. Dat doen wij niet. Ik stel daarom voor dat wij hem samen verwachten. En wanneer hij verschijnt, kunnen wij Hem vragen: Was U hier al eerder? Toen pauzeerde hij en voegde eraan toe: “En ik hoop dat ik dan dicht genoeg bij Hem ben om in zijn oor te fluisteren: In vredesnaam, geef geen antwoord”.’